Oefeningen: Ischias | Fysiotherapie oefeningen

Oefeningen: Ischias

Pijn in de benen of heupen in het gebied van het sacro-iliacale gewricht kan om verschillende redenen voorkomen. Opsluitingen kunnen voorkomen, de bloed bloedsomloop en / of voeding kunnen verstoord zijn of er kan een verminderd glijvermogen zijn als gevolg van verklevingen in de zenuwmantelstructuren. Speciale mobilisatie en stretching technieken kunnen worden gebruikt om de pijn veroorzaakt door de zogenaamde ischias or Ischiaszenuw.

Verder stretching oefeningen zijn te vinden onder de link.

  • Stretching van de ischias: Patiënt zit op een stoel of op de behandelbank met voetcontact met de vloer. De been van de aangedane zijde wordt uitgerekt om de zenuwen in de kniegewricht, Terwijl de hoofd is gebogen, dwz gerold naar de borst.
  • Mobilisatie van de ischias: Om het zenuwen, de knie is gebogen en de hoofd wordt opgerold en vervolgens wordt de knie gestrekt terwijl het hoofd weer in de nek. Verandering van de twee posities.

Oefeningen: LWS

Verdere oefeningen voor de lumbale wervelkolom zijn te vinden onder fysiotherapie voor rug pijn en vibratietraining.

  • Bekkenkanteling: De beweging van het bekken leidt tot een gemakkelijke mobilisatie en dus tot ontlasting van de lumbale wervelkolom (lumbale wervelkolom). In rugligging staan ​​de benen achter elkaar in een hoek van 90 graden.

    Nu vindt er een wisseling van twee posities plaats. Eerst wordt de buik aangespannen en wordt de navel naar de wervelkolom getrokken. Hierdoor komt de lumbale wervelkolom (lumbale wervelkolom) op de steun te liggen, het bekken wordt rechtop gezet en achterover gekanteld.

    Vervolgens wordt een lichte holle rug gemaakt, de buik wordt lang gemaakt, het bekken kantelt naar voren. Een andere variatie is deze oefening in de laterale positie. Bijvoorbeeld wanneer een kant moet worden ontlast.

  • Basisspanning en variaties: Torso-spanning dient in het algemeen om de wervelkolom-stabiliserende spieren te activeren.

    De uitgangspositie is de rugligging. Benen in een hoek van 90 graden en armen naast het lichaam met de handpalmen naar boven gericht naar het plafond.

  • Variatie / Oefening 1: Taak: Zet je voeten op en druk ze in het kussen, span je billen aan, druk de lumbale wervelkolom (lumbale wervelkolom) in het kussen, hoofd blijft liggen, kin echter naar de borst, armen in het kussen gedrukt. De spanning moet ongeveer 10 seconden worden vastgehouden en vervolgens losgelaten in de omgekeerde volgorde van de spanning. De handen moeten dan worden losgelaten.
  • Variatie / oefening 2: Een been wordt opgetild, waarna de spanning wordt aangebracht.
  • Variatie / Oefening 3 Eén hand komt op de andere knie te rusten en bouwt dan spanning op.