Malleolus Lateralis: structuur, functie en ziekten

De laterale malleolus is het verdikte uiteinde van de fibula die betrokken is bij het bovenste deel enkel gewricht. Deze zogenaamde laterale malleolus schept de voorwaarden voor dorsale en plantaire flexie en extensie van de voet. Breuken van het bovendeel enkel zijn de meest voorkomende botbreuken en komen vaak overeen met een malleolus breuk.

Wat is de laterale malleolus?

De fibula is een van de twee lagere been botten en hecht aan het scheenbeen. Het is een typisch lang bot dat aan de onderkant verdikking ondergaat. De verdikking aan het onderste uiteinde van de fibula wordt de laterale malleolus genoemd. Meer specifiek is de malleolus lateralis het lateraal gelegen botuitsteeksel aan het distale uiteinde van de fibula. Deze anatomische structuur is samen met de malleolus medialis betrokken bij de vorming van de zogenaamde malleolaire vork, die de enkel bot op een vertakte manier en strekt zich uit in de enkelgewricht. De enkelgewricht is de naam die aan de twee belangrijkste wordt gegeven gewrichten van de menselijke voet en kan de voet op drie verschillende niveaus bewegen. De laterale malleolus van de mens is nog concreter betrokken bij de laterale malleolus. De structuur is anders dan de fibula-structuren van de meeste dieren. Herkauwers dragen het overblijfsel van een onafhankelijk bot genaamd de os malleolare aan het onderste uiteinde van de fibula. Paarden hebben fibulae die volledig zijn versmolten met het scheenbeen. Hun fibula wordt dus alleen in de bovenste helft van de onderste als een afzonderlijk bot gevormd been​ De laterale malleolus is ook bekend als de fibula-punt of fibulair bot.

Anatomie en structuur

Als een lang bot is de fibula een lang bot gemaakt van twee botuiteinden die epifysen worden genoemd. Daarnaast is er een botschacht: de diafyse. De kruising van de epifyse en diafyse wordt de metafyse genoemd. De epifysen bestaan ​​uit een netwerk van botbalgen die zichzelf uitlijnen volgens de richtingen van de krachten die erop inwerken. De botbalg vormt een botsponsachtige substantie en draagt ​​holtes met rood beenmerg tussen hen. De substantia spongiosa is uitwendig bedekt met compacte botsubstantie en draagt ​​een laag hyaline kraakbeen op de gewrichtsoppervlakken. Een slagader voor botaanvoer bevindt zich op de diafyse. Behalve de kraakbeenachtige gewrichtsoppervlakken, is het hele gebied lang botten wordt gedekt door het periosteum, het zogenaamde periosteum. De laterale malleolus vormt het onderste uiteinde van de lange botfibula en heeft een verdikking. Over de buitenkant van het bot loopt een groef: de sulcus malleolaris lateralis, die de pezen van de peroneusspier. Binnenin ligt een gewrichtsoppervlak genaamd de facies articularis malleoli, dat aansluit op de talus. Met deze structuren neemt de laterale malleolus deel aan de enkelgewricht en vormt ook een kuil. Ligamenten hechten zich vast aan deze pitvormige fossa malleoli lateralis.

Functie en taken

De anatomische structuur van de laterale malleolus of het fibulaire proces is instrumenteel bij de vorming van de enkel en laterale malleolus. De belangrijkste functies van het fibulaire proces omvatten dus in het bijzonder de individuele vormen van enkelbeweging in het bovenste enkelgewricht. Elk gewricht heeft specifieke bewegingsassen. Het menselijke enkelgewricht heeft in totaal drie verschillende bewegingsassen en kan dus zes verschillende vormen van voetbeweging uitvoeren. Inversie, eversie, supinatie en pronatie vinden plaats in het onderste enkelgewricht. De omvang van elk van deze bewegingen is afhankelijk van het type beweging. De laterale malleolus speelt geen rol in het onderste enkelgewricht, maar eerder in het bovenste enkelgewricht, waar bewegingen om een ​​as plaatsvinden. Het bovenste enkelgewricht is hoogstwaarschijnlijk een scharniergewricht. In dit gewricht creëert de laterale malleolus de voorwaarden voor twee verschillende bewegingen van de voet: extensie en flexie naar dorsaal of plantair. Zonder de laterale malleolus zou de voet bijvoorbeeld niet naar het dorsale gedeelte van de voet of de voetzool kunnen buigen. Evenzo zou het zich niet vanuit deze posities kunnen uitstrekken. De individuele soorten flexie hebben verschillende graden. Flexie van de voet naar het dorsale gedeelte van de voet heeft een bewegingsbereik van 30 graden vanaf de nulpositie. De buiging naar de voetzool omvat slechts 20 graden. De bewegingstypen van het enkelgewricht spelen een grote rol in alledaagse bewegingsprocessen. Zonder de mogelijkheid om in het enkelgewricht te bewegen, zouden mensen niet goed kunnen lopen, rennen of springen. Omdat de laterale malleolus betrokken is bij het bovenste enkelgewricht, is de structuur ook onvervangbaar voor de eerder genoemde dagelijkse bewegingen.

Ziekten

Met betrekking tot de laterale malleolus spelen enkelfracturen en misvormingen de belangrijkste rol in de klinische praktijk. Het enkelgewricht wordt dag na dag blootgesteld en zwaar belast. Trauma's van het enkelgewricht zijn daarom niet ongewoon. Verwondingen aan het ligamenteuze apparaat in de malleolus lateralis behoren tot de meest voorkomende trauma's van het bovenste enkelgewricht en zijn in de meeste gevallen het gevolg van een verdraaide enkel. Dergelijke verschijnselen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat de ligamenten in de put van de laterale malleolus overbelast raken of, in het ergste geval, scheuren. Alle ligamentletsels in dit gebied zijn gegroepeerd als vervormingen van de bovenste enkel. In aanvulling op pijn en pijn bij beweging, beperkte flexie en extensie van de voet kenmerken een vervorming in dit gebied. Naast gewrichtsblessures komen ook fracturen van het bovenste enkelgewricht vaak voor. Bij volwassenen zijn dergelijke fracturen zelfs het bot breuk met de hoogste prevalentie. EEN breuk van het bovenste enkelgewricht wordt meestal voorafgegaan door een ontwrichting in het gewricht. Het bot raakt los van de scharnierende verbinding en de buitenste enkel breekt. De dislocatiefractuur is merkbaar door pijn en beperkt bewegingsbereik in het bovenste enkelgewricht. Als de fractuur niet op tijd wordt behandeld, kunnen blijvende misvormingen van het enkelgewricht ontstaan. Dergelijke misvormingen kunnen het bewegingsbereik permanent beperken en ook bevorderen osteoartritis in de bovenste enkel.