Lokale anesthesie bij de tandarts | Anesthesie bij de tandarts

Lokale anesthesie bij de tandarts

De meest voorkomende vorm van pijn eliminatie bij de tandarts is plaatselijke verdoving. Hierbij wordt het plaatselijke verdovingsmiddel in het weefsel rond de zenuwvezels geïnjecteerd. De plaatselijke verdoving diffundeert naar de zenuwvezels en blokkeert tijdelijk de overdracht van pijn stimuli.

De patiënt kan echter nog steeds druk en beweging voelen (bijv. Schudden met de boor). Afhankelijk van de geplande behandeling en het getroffen gebied in de mondkan de tandarts kiezen uit verschillende soorten plaatselijke verdoving. Het oppervlak anesthesie vereist geen injectie en is slechts gedurende een zeer korte tijd werkzaam en niet in diepere weefsellagen.

Het wordt daarom zelden gebruikt. Infiltratie-anesthesie is typerend voor behandelingen in de bovenkaak of onderste voortandgebied. 1-2 tanden en kleine delen van het slijmvlies worden verdoofd.

De tandarts steekt in de plooi tussen de wortel van de tand en de lip. Vooral in het gebied van de maxillaire hoektanden kan de infiltratie-anesthesie ook het buitenste deel van de neus-, lip en wang. De patiënt voelt een tintelend gevoel op de huid.

Geleidingsanesthesie wordt het meest gebruikt voor de onderkaak. 30-50% van de kaak en oppervlakkige delen van de tong zijn verdoofd. Deze plaatselijke verdoving omdat lokale anesthesie het bewustzijn niet beïnvloedt en, bij correct gebruik, geen effect heeft op de cardiovasculair systeemkan de patiënt direct na de behandeling de tandartspraktijk verlaten en hoeft hij niet zoals bij de eerste observatie verdoving or narcose.

Het wordt aanbevolen om na lokale anesthesie het eten en drinken pas te hervatten als de gevoelloosheid is verdwenen, zodat men zich niet ongemerkt verwondt. Vanuit medisch oogpunt is er geen reden waarom men na lokale anesthesie niet zou rijden. In het geval van een verkeersregelaar kan het echter irritant zijn als de spraak is gestoord of de lip hangt nog steeds gevoelloos naar beneden.

  • Het oppervlak anesthesie heeft geen injectiespuit nodig en is slechts gedurende een zeer korte tijd effectief en niet in diepere weefsellagen. Het wordt daarom zelden gebruikt.
  • Infiltratie-anesthesie is typerend voor behandelingen in de bovenkaak of onderste voortandgebied. 1-2 tanden en kleine delen van het slijmvlies worden verdoofd.

    De tandarts steekt in de plooi tussen de tandwortel en de lip. Vooral in het gebied van de maxillaire hoektanden kan de infiltratie-anesthesie ook het buitenste deel van de neus-, lip en wang. De patiënt voelt een tintelend gevoel op de huid.

  • Geleidingsanesthesie wordt het meest gebruikt voor de onderkaak. 30-50% van de kaak en oppervlakkige delen van de tong zijn verdoofd. Deze lokale anesthesie duurt het langst.