Leerling

Synoniemen in bredere zin

visueel gat

Definitie

De pupil vormt het zwarte centrum van de gekleurde iris. Het is hierdoor iris dat licht komt het oog binnen en reist naar het netvlies, waar het leidt naar de signaaltransductie die verantwoordelijk is voor het creëren van een visuele indruk. De pupil is variabel van grootte. De pupilreflex is een zeer belangrijke functionele test in de kliniek.

Anatomie en fysiologie

De pupil kan van grootte veranderen, dit wordt pupillomotorische functie genoemd. Het kan tot 1 mm versmallen, wat dan miosis (Grieks) wordt genoemd, zijn verwijding tot 5 mm wordt mydriasis (Grieks) genoemd.

Twee spieren zijn verantwoordelijk voor de pupillomotorische functie: beide zijn binnenoogspieren. Elke spier heeft een innervatie door een zenuw nodig, zodat deze kan worden "gecontroleerd". In het geval van de spieren voor pupillomotorische functie zijn dit zenuwen van het autonome zenuwstelsel.

Het is grofweg verdeeld in twee delen, het sympathieke zenuwstelsel en parasympathische zenuwstelsel. Een kenmerk van dit deel van ons zenuwstelsel is dat we het helemaal niet of nauwelijks kunnen beheersen. Dit geldt ook voor de pupilbreedte.

De aan- of afwezigheid van licht is primair verantwoordelijk voor de breedte. Als er veel licht op de pupil valt, wordt de sfincter pupilspier geactiveerd. Dit gebeurt via de parasympathische zenuwstelsel en de pupil wordt smal.

Als het donker is, wordt de pupil verwijd en verwijdt de pupil. Dit leidt tot een activering van de musculus dilatator pupillae, die wordt geïnnerveerd door de sympathische zenuwstelsel. Maar naast licht als de belangrijkste initiator voor een verandering in pupilbreedte, spelen ook andere factoren een rol.

Een klassiek voorbeeld is een verwijding van de pupil wanneer deze wordt geconfronteerd met een persoon tot wie men geneigd is. Mydriasis kan ook optreden tijdens opwinding en angst. Dit komt door het feit dat in deze situaties de sympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd, wat niet alleen verantwoordelijk is voor het oog, maar ook de rest van het lichaam aanvalt, wordt het vooral actief in situaties van verhoogde bereidheid om te handelen.

Een klassiek voorbeeld uit de tijd van onze voorouders is de "tijger in de bush", bij wiens aanblik de sympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd en bereidt zo de persoon optimaal voor op de aanstaande ontsnapping. Het tegenovergestelde gebeurt met de parasympathische zenuwstelsel, wordt hij actiever in situaties waarin men tot rust is gekomen.

  • De Musculus sfincter pupillae veroorzaakt een vernauwing van de pupil
  • Terwijl de musculus dilatator pupillae een vergroting veroorzaakt.

De pupilbreedte verandert ook met accommodatie (close-up), hier treedt een miosis op, met het tegenovergestelde zicht op de afstand die de pupil zal verwijden.

Normaal gesproken zijn beide leerlingen even breed (isocorie). Als de ene leerling aanzienlijk breder of smaller is dan de andere, wordt dit genoemd anisocorie. Anisocorie kan bijvoorbeeld optreden bij verhoogde intracraniale druk (bijvoorbeeld door bloeding na craniocerebrale trauma or hersenen tumoren) of in de context van het Horner-syndroom, dat klassiek wordt gekenmerkt door de triade van miosis (smalle pupil), ptosis (hangende bovenkant ooglid) en enopthalmus (ingevallen oogbol).