Implementatie | Epidurale anesthesie: is het pijnlijk? Wanneer wordt het gebruikt?

Implementatie

Epidurale anesthesie wordt uitgevoerd onder steriele omstandigheden. Dit betekent dat de arts vooraf een chirurgische handdesinfectie uitvoert en dat alle materialen die in contact komen met het lichaam van de patiënt (vooral de naald) steriel moeten zijn, dwz gegarandeerd vrij van ziekteverwekkers. Bovendien is het gebied rond de prik De plek is bedekt met een steriele doek die een gaatje vrijlaat op de prikplaats.

Aan het begin van de epidurale anesthesie palpeert de arts twee processus spinosus van de wervelkolom op de rug van de zittende patiënt - de hoogte van de wervelkolom waarop dit wordt gedaan, hangt af van de hoogte waarop de operatie later wordt uitgevoerd. Voor een operatie in de bovenbuik worden bijvoorbeeld de processus spinosus van de onderste thoracale wervelkolom gepalpeerd. Na het opnieuw desinfecteren van de prik aldus gevonden site, een plaatselijke verdoving wordt tussen de twee processus spinosus onder de huid geïnjecteerd.

Vervolgens wordt op hetzelfde punt een zogenaamde Tuohy-naald door de verschillende huidlagen en delen van het ligamenteuze apparaat van de wervelkolom ingebracht in de zogenaamde epidurale ruimte - vandaar de naam epidurale anesthesie. De epidurale ruimte is een ruimte die rijk is aan vetweefsel en bloed schepen dat de spinal cord en zijn beschermende omhulsels, de hersenvliezen. Om de juiste insteekdiepte te herkennen, plaatst de arts vóór het inbrengen van de naald een injectiespuit met vloeistof op de naald en oefent hij tijdens het inbrengen lichte druk uit op de injectiespuit.

Zodra de weerstand merkbaar afneemt, weet de arts dat hij de nodige huid- en ligamenten heeft doorgeprikt en bevindt de punt van de naald zich nu in de epidurale ruimte. Nu een plaatselijke verdoving zoals bupivacaïne kan in de epidurale ruimte worden geïnjecteerd. Dit verspreidt zich naar boven en naar beneden in de epidurale ruimte en ontwikkelt na een periode van ca.

20-30 minuten in de overeenkomstige delen van het lichaam. De Tuohy-naald kan vervolgens worden verwijderd en de injectieplaats kan worden behandeld met pleisters, waardoor de epidurale anesthesie. Als alternatief is het ook mogelijk om een ​​kleine plastic buis in de epidurale ruimte te brengen door het holle inwendige van de naald.

Deze zogenaamde katheter kan dagen op de patiënt blijven zitten en biedt daarmee de mogelijkheid van een langere termijn pijn remming door middel van epidurale anesthesie. Een pomp aangesloten op de katheter zorgt voor een constante toevoer van medicatie. Onder bepaalde omstandigheden kan zelfs de patiënt zelf geïnstrueerd worden in de bediening van de pomp, zodat hij de dosis van de toegediende medicatie kan variëren afhankelijk van de huidige intensiteit van de medicatie. pijn. Dit kan in het bijzonder dienen voor het vroegtijdig herstellen van de mobiliteit van de patiënt en zo de ontwikkeling van gewrichtsstijfheid en soortgelijke complicaties tegengaan. Epidurale anesthesie wordt meestal kort voor de operatie uitgevoerd. Dit gebeurt in direct verband met verdere voorbereidingen voor de operatie door de anesthesie team, zoals het aanbrengen van het ECG en Grensverkeer het zuurstofgehalte van de bloed.