Hyposensibilisatie: behandeling, effecten en risico's

Hyposensibilisatie is een therapie dat probeert de gevolgen van allergische ziekten te beteugelen. Hyposensibilisatie omvat het introduceren van kleine hoeveelheden allergene stoffen in het lichaam. Het doel van de behandeling is die gewenning aan de allergie-veroorzakende stoffen komen voor en de immuunsysteemDe overdreven reacties komen niet meer voor.

Wat is hyposensibilisatie?

Hyposensibilisatie is een therapie dat probeert de gevolgen van allergische ziekten te beteugelen. Hyposensibilisatie is ook bekend als allergie vaccinatie. Tegenwoordig biedt de orthodoxe geneeskunde hyposensibilisatie als de enige therapie dat tot doel heeft allergieën oorzakelijk te behandelen. De naam is samengesteld uit het Griekse voorvoegsel "hypo", dat in deze context de betekenis heeft van "verzwakken" en de Latijnse term "sensus" voor sensatie. Dit beschrijft wat de therapie beoogt te bereiken. Het lichaam is immuunsysteem is gewend aan allergene stoffen zoals pollen of huisstofmijt door herhaalde en gestaag toenemende doses. De immuunsysteem mogen de stoffen niet langer als een bedreiging zien. Het leert contact met deze allergene stoffen als volkomen normaal te classificeren. Voor de patiënt moet deze training van het eigen immuunsysteem ervoor zorgen dat de kwellende symptomen van de allergie zoals jeuken huid, continu stromend rhinitis, rode ogen en geïrriteerde slijmvliezen van de luchtwegen verbeteren na een voltooide hypodesensibilisatie of zelfs helemaal verdwenen zijn. Een ander doel is om de ontwikkeling van verdere allergieën met hyposensibilisatie te voorkomen. In het geval van hooi koortsis de therapie bedoeld om de gevreesde "verandering van fase" te voorkomen. Dit is een uitbreiding van allergische ademhalingsreacties tot astmatische symptomen.

Functie, effect en doelen

Steeds meer mensen in geïndustrialiseerde landen lijden aan allergische reacties. De redenen voor de uitbreiding van het aantal patiënten zijn niet bekend. Er wordt gespeculeerd dat a jeugd doorgebracht in een te steriele omgeving kan de kans op allergie bevorderen. Studies hebben aangetoond dat kinderen die groeien op boerderijen hebben aanzienlijk minder last van hooi koorts dan stadskinderen. Het contact met verschillende dieren en met de natuur op een boerderij is waarschijnlijk een bijzonder goede training voor het immuunsysteem. Stuifmeel van grassen en bloemen dwarrelt overal rond tijdens het groeiseizoen. Niemand kan ze volledig vermijden. Huisstofmijten en schimmels zijn andere stoffen die overal in onze omgeving voorkomen. Als ze niet voorkomen in een bijzonder hoge concentratie, vormen ze geen bedreiging voor ons immuunsysteem. Toch lijden steeds meer mensen aan overdreven reacties op deze stoffen. In de meeste gevallen is het een allergische reactie van het directe type veroorzaakt door de genoemde stoffen. Maar ook eten, dier haar en andere stoffen die ons omringen, die eigenlijk onschadelijk zijn, kunnen veroorzaken volksgezondheid problemen. Tegenwoordig zijn er medicijnen die de immuunrespons zouden moeten temperen. Deze drugs kan de oorzaak van het probleem niet veranderen. Voor hyposensibilisatie, een allergietest wordt uitgevoerd door de behandelende arts, waarbij de reacties op verschillende allergene stoffen worden getest. Daarna wordt bepaald tot welke stoffen de hypodesensibilisatie zich moet uitstrekken. Meestal worden de allergenen in zeer kleine hoeveelheden geïnjecteerd. Daarom wordt het ook wel subcutane immunotherapie genoemd. In de afgelopen jaren zijn er nieuwe methoden ontwikkeld waarbij de allergenen als druppels of tablets​ Er is echter nog niet zoveel ervaring met het effect van deze vorm van hyposensibilisatie als bij injectietherapie. De behandeling strekt zich uit over meerdere jaren, waarin het immuunsysteem herhaaldelijk in contact wordt gebracht met allergenen. Hyposensibilisatie als immuuntraining wordt aanbevolen als de allergische symptomen de kwaliteit van leven van de patiënt ernstig belasten of als er een risico op verergering van de patiënt bestaat. astma​ Hyposensibilisatie is niet voor alle patiënten even geschikt. Er zijn uitsluitingscriteria die tegen allergievaccinatie spreken. Degenen die zich bezighouden met hyposensibilisatie moeten veel tijd plannen voor de talrijke behandelingsafspraken. Na de injectie moet de patiënt enige tijd in de praktijk doorbrengen om te controleren of er gewelddadige reacties zijn op contact met het allergeen dat spoedeisende zorg nodig heeft. Bij mensen die aan andere ziekten lijden en regelmatig medicijnen gebruiken, moet de beslissing voor hyposensibilisatie bijzonder zorgvuldig worden afgewogen. Bij hart- en vaatziekten, hyperthyreoïdie, reumatische aandoeningen, immunodeficiënties en andere ernstige chronische aandoeningen, mag de therapie niet worden uitgevoerd. Hyposensibilisatie is het meest succesvol gebleken bij het verlichten van hooi koorts symptomen. Bij overdreven reacties op schimmels of huidschilfers van katten is de efficiëntie van de therapie nog niet voldoende bewezen.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Hyposensibilisatie brengt het risico met zich mee van onvoorziene allergische reacties, waaronder allergische reacties schokken, kan zich tijdens de therapie ontwikkelen. In de meeste gevallen is de reactie van het immuunsysteem echter beperkt tot roodheid op de injectieplaats vanaf de naald van de injectiespuit, jeuk of lichte zwelling van de huid​ Andere bijwerkingen van de therapie kunnen zijn: problemen in het maagdarmkanaal of een onaangenaam gevoel in het slijmvlies van de mond​ De duur van de behandeling en de bijwerkingen zijn voor veel patiënten een reden om de therapie voortijdig te staken. Het wordt als een succes van de jaren van therapie beschouwd als de symptomen bij contact met allergenen zwakker zijn of volledig verdwenen zijn. In de praktijk is echter aangetoond dat bij sommige patiënten de symptomen na verloop van tijd weer kunnen verergeren. Ondertussen zijn er ook immuuntherapieën die in een paar weken of dagen zijn afgerond. In dit geval is er echter het risico op allergisch schokken is aanzienlijk groter dan bij jarenlange gewenning aan de allergenen. Het slagingspercentage van snelle procedures is momenteel nog zeer controversieel onder experts.