Voorkomen hyperglycemie (hoog bloed suiker), moet aandacht worden besteed aan het verminderen van het individu risicofactoren.
Gedragsrisicofactoren
- Dieet
- Verbruik van zeer grote hoeveelheden koolhydraten met een hoge glycemische index (mono- en disacchariden) Kan leiden naar hyperglycemie (postprandiale hyperglykemie).
- Tekort aan micronutriënten (vitale stoffen) - zie preventie met micronutriënten.
Geneesmiddel
- Alfa-interferon
- Antipsychotica (neuroleptica) - chloorpromazine, clozapine.
- Arseentrioxide
- Betamimetica (synoniemen: β2-sympathicomimetica, ook β2-adrenoceptoragonisten) - fenoterol, formoterol, hexoprenaline, ritodrine, salbutamol, salmeterol, terbutaline.
- Calcium kanaalblokkers (antihypertensief) - drugs zoals nifedipine, diltiazem, verapamil.
- glucocorticoïden
- Hormonen zoals somatostatine, somatropine (somatotroop hormoon (STH); menselijk groeihormoon (hGH); groeihormoon (GH); groeihormoon (WH))
- Metformine (antidiabeticum)
- Pentamidine (chemotherapeutisch middel)
- Loop diuretica
- Sympathicomimetica zoals epinefrine, noradrenalineorciprenaline.
- Therapeutische fouten bij diabetes mellitus
- Thiazidediuretica
- Zie ook onder “Diabetogene effecten door drugs'.