Hoe lang duurt de therapie? | Therapiemogelijkheden voor borstkanker

Hoe lang duurt de therapie?

Hoe lang de hele therapie duurt, hangt af van welke therapeutische opties worden gebruikt. Bijna elke borstkanker wordt tegenwoordig geopereerd, en in de meeste gevallen met een borstsparende operatie. Na deze operatie moet het resterende borstweefsel worden bestraald.

Bij bestralingstherapie wordt niet de hele dosis in één keer toegediend, maar verdeeld over meerdere sessies over een aantal weken. Chemotherapie kan vóór of na de operatie worden gegeven. De verschillen chemotherapie regimes, inclusief de tussenliggende pauzes, duren tussen 18 en 24 weken.

Patiënten van wie borstkanker heeft een receptor om een ​​specifieke groeifactor (HER2) gericht te ontvangen antilichaamtherapie gedurende 12 maanden bovenop chemotherapie. Deze therapie moet uiterlijk vier maanden na het einde van de chemotherapie worden gestart. De laatste belangrijke pijler van therapeutische opties is antihormoontherapie. Dit wordt gebruikt bij patiënten bij wie de tumor onder andere een positieve receptor voor heeft oestrogenen en gaat tumorgroei tegen. Deze therapie zou minimaal vijf jaar moeten duren, met aanvaardbare bijwerkingen kan het zelfs gedurende 10 jaar worden gebruikt.

Wat zijn typische bijwerkingen bij de behandeling van borstkanker?

Bij de medicamenteuze behandeling van borstkankerwordt onderscheid gemaakt tussen drie pijlers: chemotherapie, antilichaamtherapie en anti-hormoontherapie. Elke therapiegroep heeft zijn specifieke bijwerkingen.

  • Het effect van chemotherapie is dat het snel delende cellen doodt.

    Naast tumorcellen zijn er echter ook lichaamseigen cellen die zich snel delen en hieruit kunnen de bijwerkingen worden afgeleid. De maag en intestinaal slijmvlies worden aangevallen en daar kunnen infecties en diarree optreden. tevens de beenmerg wordt onderdrukt door de chemotherapie, waardoor bloeding, ontstekingen en vermoeidheid ontstaan ​​door een gebrek aan rood bloed pigment kan voorkomen.

    Daarnaast, haaruitval, braken en aandoeningen van de geslachtsorganen zijn bijwerkingen van chemotherapie. Specifieke bijwerkingen van vaak gebruikte chemotherapeutica in de borst kanker zijn schade aan de hart- en bloederige urineweginfecties, evenals een verhoogd risico op ontwikkeling blaas carcinoom met de werkzame stof cyclofosfamide.

  • Antilichaamtherapie met trastuzumab (antilichaamgeneesmiddelen) kan ook schade aan de hart- en mag daarom niet samen met chemotherapeutica worden gegeven, die ook het hart kunnen beschadigen.
  • De drugs tamoxifen wordt vaak gebruikt bij antihormoontherapie. Het kan opvliegers veroorzaken en braken en verhoogt het risico van trombose (Zie Tamoxifen).

    Een ander medicijn is het zogenaamde GnRH-analoog, dat het oestrogeenniveau verlaagt door het te stimuleren hypofyse. Bijwerkingen hier zijn overgangsklachten zoals opvliegers en constipatie. De derde groep geneesmiddelen die worden gebruikt bij antihormoontherapie zijn aromataseremmers, waarmee ze in verband kunnen worden gebracht misselijkheid, braken en osteoporose.