Bijwerkingen van chemotherapie

Algemene informatie

Aangezien alle cytostatica zowel normale cellen als tumorcellen beschadigen, kunnen bijwerkingen van chemotherapie zijn onvermijdelijk. Deze worden echter geaccepteerd omdat alleen een agressieve therapie de tumor kan bestrijden. Het is echter zelden mogelijk om de ernst van de bijwerkingen te voorspellen, aangezien deze van patiënt tot patiënt verschillen.

Het soort bijwerkingen hangt ook sterk af van de gebruikte medicatie. De tyrosinekinase remmers behoren ook tot de chemotherapeutische geneesmiddelen. In tegenstelling tot de klassieke chemotherapeutische geneesmiddelen, het tyrosinekinase remmers werken specifiek en veroorzaken dus minder bijwerkingen.

Tyrosinekinaseremmers behoren ook tot de groep van chemotherapeutische geneesmiddelen. In tegenstelling tot de klassieke chemotherapeutische geneesmiddelen, het tyrosinekinase remmers werken gericht en veroorzaken dus minder bijwerkingen. Acute toxiciteit kan optreden als de intraveneuze katheter niet correct is geplaatst en de chemotherapie daarom 'para' kan lopen, dwz niet in de ader maar in het omringende weefsel.

Dit veroorzaakt ernstige pijn, die gepaard gaat met een huidreactie (roodheid, blaren). Dit kan gebeuren met verschillende tijdsvertragingen: Onmiddellijke reactie: misselijkheid, braken, koorts, allergische reacties, kom binnen bloed druk, hartritmestoornissen, flebitis: Veranderingen in bloedcellen, ontsteking van slijmvliezen, gastro-intestinale aandoeningen met diarree en verlies van eetlust, haaruitval, huidveranderingen, vruchtbaarheidsstoornissen, long ziekten, lever ziekten en nier functie schade. Enkele van de bovengenoemde bijwerkingen worden hieronder in meer detail uitgelegd:

Individuele bijwerkingen

Onze bloed cellen worden geproduceerd in de beenmerg uit de zogenaamde stamcellen. Deze reageren erg gevoelig op chemotherapie en zijn dermate beschadigd dat ze niet langer voldoende cellen voor ons kunnen produceren bloed​ Het meest getroffen zijn de witte bloedcellen (hier vooral de zogenaamde neutrofiele granulocyten) en het bloed bloedplaatjes (trombocyten).

Deze twee componenten van het bloed hebben doorslaggevende taken voor het organisme - de neutrofiele granulocyten zijn belangrijk voor onze afweer tegen infecties, de trombocyten spelen een belangrijke rol bij het stoppen van bloedingen. Als deze twee componenten worden verminderd, zijn we vatbaarder voor infecties en bloedingen, zelfs bij lichte verwondingen. Omdat we praktisch geen werking hebben immuunsysteem gedurende deze tijd kunnen normaal gesproken milde infecties levensbedreigend worden.

Daarom is het belangrijk om het risico op infectie zo laag mogelijk te houden - de patiënt zelf, maar ook de mensen om hem heen moeten mondbeschermers en handschoenen dragen. Mocht er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een infectie optreden, dan moet men snel handelen en behandelen met een breed scala aan antibiotica. Sinds enkele jaren is het mogelijk om het aantal neutrofiele granulocyten te verhogen met een nieuw medicijn (G-CSF).

Zo zijn we in staat om sneller weer een competent verdedigingssysteem op te bouwen. Natuurlijk zijn de rode bloedcellen (de erytrocyten) worden ook beïnvloed door de chemotherapie​ De afname van de erytrocyten leidt tot bijwerkingen van bloedarmoede, de zogenaamde hemoglobinewaarde daalt.

Aangezien de erytrocyten transport van de vitale zuurstof, die onmisbaar is voor onze energieproductie, de bloedarmoede gaat gepaard met een verminderde prestatie, de patiënten zijn moe en uitgeput. Sommige patiënten klagen over de bijwerkingen van het doorgaan verlies van eetlust​ Het eten smaakt flauw (net als “karton”) en het plezier van eten gaat verloren.

Dit leidt automatisch tot gewichtsverlies. De bijwerkingen die hier worden vermeld, zijn over het algemeen omkeerbaar na het stoppen van de chemotherapie, dwz ze verdwijnen meestal volledig. Er kunnen echter ook zeldzame complicaties optreden die blijvende schade veroorzaken.

In dit geval, de hart- spieren worden aangevallen door de chemotherapie, waardoor ze een deel van hun contractievermogen verliezen en zo een hartfalen veroorzaken. Daarom moet chemotherapie tweemaal worden overwogen als de hart- ziekte is al aanwezig, maar ook als de patiënt ouder is. In het verdere verloop van de behandeling, de hart- functie moet goed worden onderzocht.

De meeste cytostatica worden via de nieren uitgescheiden. Dit betekent dat ze onvermijdelijk door de nier en kan een giftige (giftige) werking hebben. Vooral getroffen zijn de zogenaamde niertubuli, waardoor de urine stroomt en hier wordt geconcentreerd.

Daarnaast worden ook belangrijke stoffen die anders via de urine verloren zouden gaan, vanuit de tubuli weer in de circulatie gebracht (gereabsorbeerd). Aan de andere kant worden ook giftige stoffen voor het lichaam via de urine uitgescheiden. Een beschadigd nier kan deze functies niet meer vervullen.

Er is een zeker risico op bijwerkingen, zoals het feit dat aanraking niet meer correct wordt waargenomen of de tastzin niet meer volledig functioneert. Een onaangenaam tintelend gevoel kan ook het gevolg zijn van chemotherapie. Een mogelijke schade aan onze hersenen is nog niet bewezen.

Interesse in het onderwerp van zenuwen​ Paradoxaal genoeg wordt chemotherapie gebruikt om te genezen kanker, kan jaren na de behandeling de groei van een tweede tumor veroorzaken. Godzijdank is deze "bijwerking" zeer zeldzaam.

Men mag echter niet vergeten dat zelfs na een succesvolle kanker genezen, is de kans om weer kanker te krijgen dezelfde als bij een gezond persoon. Dus het is niet nul. Als zeldzame verdere late effecten kunnen er ook bijwerkingen in de longen optreden (in de vorm van zogenaamde pulmonale fibrose), lever en vasculair systeem (hoge bloeddruk).