Hoe hoog is het risico op terugval? | Ewing-sarcoom

Hoe hoog is het risico op terugval?

Het overlevingspercentage na 5 jaar is gemiddeld 50%. Hier kan men aannemen dat het een agressieve en kwaadaardige is kanker. Het overlevingspercentage na 5 jaar geeft aan dat gemiddeld de helft van alle gediagnosticeerde Ewing-sarcomen tot de dood leidt. Als het echter na 5 jaar succesvolle behandeling van Ewing sarcoomkunnen geen verdere bevindingen worden gedetecteerd, de kanker wordt als genezen beschouwd.

Nazorg

aanbevelingen:

  • In jaar 1 en 2: een klinisch onderzoek moet worden uitgevoerd met tussenpozen van drie maanden. Dit omvat meestal een lokaal Röntgenstraal controle, laboratoriumtests, een CT van de thorax en een skelet van het hele lichaam scintigrafie. Eenmaal per half jaar wordt meestal een lokale MRI uitgevoerd.
  • In het jaar 3 tot 5: een klinisch onderzoek moet om de zes maanden worden uitgevoerd. Dit omvat meestal een lokaal Röntgenstraal check, laboratoriumtests, een CT van de thorax en een skelet van het hele lichaam scintigrafie. Eenmaal per jaar wordt meestal een lokale MRI uitgevoerd.
  • Vanaf jaar 6 worden doorgaans de volgende examens één keer per jaar afgenomen: een Röntgenstraal met laboratoriumonderzoek en een CT van de thorax en een skelet van het hele lichaam scintigrafie en een lokale MRI.

Samengevat

De ziekte (Het sarcoom van Ewing) dankt zijn naam aan de eerste beschrijving door James Ewing in 1921. Dit zijn zeer kwaadaardige tumoren die ontstaan ​​uit gedegenereerde primitieve neuroectodermale cellen (= onrijpe voorlopercellen van zenuwcellen). Ewing-sarcomen behoren dus tot de primitieve, kwaadaardige, solide tumoren.

Zoals hierboven al vermeld, hebben de sarcomen van Ewing voornamelijk invloed op de centrale delen van de lange buis botten en het bekken, maar dat kan ook de bovenarm (= opperarmbeen) of de ribben worden beïnvloed, zodat parallel aan de osteosarcoom, er zijn ook parallelle gebieden. Vanwege de bijbehorende tekenen van ontsteking, verwarring met osteomyelitis is denkbaar. Vanwege metastasen die zeer snel optreden (ca.

1⁄4 van alle patiënten laat al een zogenaamde dochter zien metastasen bij diagnose), kunnen Ewing-sarcomen worden gevonden in zacht weefsel vergelijkbaar met rabdomyosarcoom. De longen worden meestal het zwaarst getroffen door uitzaaiingen. De oorzaken die verantwoordelijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van Ewing sarcoom zijn nog onbekend.

Momenteel wordt echter aangenomen dat noch de genetische component (erfelijkheid), noch een reeds uitgevoerd radiotherapie kan verantwoordelijk worden gehouden voor de ontwikkeling. Het is echter gevonden dat Het sarcoom van Ewing komt vaak voor wanneer er skeletafwijkingen in de familie zijn of wanneer patiënten lijden aan a retinoblastoom (= kwaadaardige retinale tumor die optreedt tijdens de adolescentie) vanaf de geboorte. Onderzoek heeft aangetoond dat tumorcellen van de zogenaamde familie van Het sarcoom van Ewing toon een verandering op chromosoom nr.

22. Aangenomen wordt dat deze mutatie (genetische verandering) bij ongeveer 95% van alle patiënten aanwezig is. Ewing-sarcomen kunnen zwelling veroorzaken en pijn in de getroffen regio ('s), die ook gepaard kunnen gaan met functionele beperkingen.

Fever en matige leukocytose (= toename van het aantal leukocyten in de bloed) zijn ook denkbaar. Vanwege de mogelijkheid van verwarring met bijvoorbeeld osteomyelieten (zie hierboven), is een diagnose niet altijd gemakkelijk en kan daarom een biopsie (= onderzoek van fijn weefsel van een weefselmonster) naast de beeldvormende procedures (röntgenonderzoek). Therapeutische benaderingen worden meestal op verschillende niveaus toegepast.

Enerzijds voorziet het zogenaamde therapieplan preoperatief meestal in chemotherapeutische behandeling (= neoadjuvante behandeling). chemotherapie). Zelfs na de operatieve verwijdering van de Ewing sarcoomwordt de patiënt therapeutisch behandeld met bestralingstherapie en, indien nodig, vernieuwd chemotherapieDit is waar een verschil mee osteosarcoom wordt merkbaar: in vergelijking met het Ewing-sarcoom heeft het osteosarcoom een ​​lagere stralingsgevoeligheid. Het al dan niet optreden van recidieven (hernieuwde tumorgroei) hangt sterk af van de mate van metastasevorming, de respons op preoperatieve chemotherapie en de "radicaliteit" van tumorverwijdering. Momenteel wordt aangenomen dat de overlevingskans na vijf jaar ongeveer 50% is. Met name chirurgische verbeteringen in de afgelopen 25 jaar hebben het mogelijk gemaakt om de overlevingskans te verbeteren