Reflex grijpen: functie, taken, rol en ziekten

Pasgeborenen hebben een verscheidenheid aan onbewuste motorische responspatronen op specifieke stimuli tijdens de eerste weken en maanden van hun leven. De grijpreflex is er een van en bestaat uit een krachtige greep met de hand bij aanraking en druk op de handpalm. De tenen en de voetzool krullen ook in een geïmpliceerde grijpbeweging wanneer de voetzool wordt aangeraakt. De grijpreflex diende oorspronkelijk waarschijnlijk als reflexief vasthouden aan de moeder.

Wat is de grijpreflex?

Pasgeborenen hebben een verscheidenheid aan motoriek reflexen bij de geboorte. Dit zijn onbewuste gedragingen die worden veroorzaakt door specifieke sensorische prikkels. Pasgeborenen hebben een verscheidenheid aan motoriek reflexen bij de geboorte. Dit zijn onbewuste gedragspatronen die worden veroorzaakt door specifieke sensorische prikkels. De ontwikkeling en het verdwijnen van de reflexen is minder afhankelijk van het tijdstip van geboorte, maar eerder van het tijdstip van opvatting (conceptie-leeftijd). De grijpreflex kan worden onderverdeeld in de handgreepreflex en de voetgreepreflex, die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen en verdwijnen. Wanneer de handpalm van de pasgeborene wordt aangeraakt en er druk wordt uitgeoefend, reageert deze onbewust met een stevige grijpbeweging van de vingers (vuistsluiting). De voetgreepreflex is hier analoog aan. De voetgreepreflex bestaat echter alleen uit de kromming van de tenen en de flexie van de voetzool bij aanraking en er wordt druk uitgeoefend op de voetzool, dwz alleen een geïmpliceerde grijpbeweging. De grijpmogelijkheden met de voeten zijn bij de mens in ontwikkeling achteruitgegaan. De hand- en voetgreepreflexen zijn detecteerbaar vanaf ongeveer de 32e week van opvatting en uiterlijk in de negende levensmaand voor de hand verdwijnen, en de voetgreepreflex neemt uiterlijk aan het einde van het eerste levensjaar af, of wanneer het kind leert rechtop te lopen.

Functie en taak

Bij pasgeborenen staat het centraal zenuwstelsel, vooral de grote hersenen, is nog niet volledig ontwikkeld en nog niet volledig functioneel, omdat anders de grootte van de hoofd zou het geboorteproces nog problematischer maken. Veel noodzakelijke vaardigheden - vooral motorische vaardigheden - die later bewust naar believen plaatsvinden, worden vervangen door onbewust gecontroleerde reflexen, die vergelijkbaar zijn met zelfsturende regulerende circuits en worden getriggerd door bepaalde prikkels. De belangrijkste functie en het gebruik van de grijpreflex, met name de handgreepreflex, bestond waarschijnlijk tijdens een vroeger ontwikkelingsstadium van de mens uit het feit dat de pasgeborene actief kon vasthouden (vastklampen) aan de moeder of aan een staaf- of touwachtige voorwerpen. Hierdoor had de moeder of iemand anders tijdelijk beide handen vrij om andere dingen te doen. De voet-grijpreflex diende waarschijnlijk ook om vast te houden en vast te houden, maar functioneert vandaag slechts op een rudimentaire manier omdat de beweeglijkheid van het midden van de voet botten en de lengte van de tenen van de voet en het spierstelsel zijn in de loop van de menselijke ontwikkelingsgeschiedenis achteruitgegaan. Terwijl de sterke handgreepreflex vandaag de dag nog steeds volledig functioneel is en de baby zich tijdens de eerste levensmaanden kan vasthouden aan staven, touwen of zelfs de kleding van de moeder, vervult de voetgreepreflex deze functie niet meer. Het kan echter worden gebruikt om de rudimentaire mogelijkheid van het vastgrijpen met de voet te behouden door middel van geschikte oefeningen tijdens de overgang naar vrijwillige motorische activiteit. De grijpreflex dient minder voor het reflexachtig vasthouden van voorwerpen dan voor de mogelijkheid om zichzelf vast te houden. De voet-grijpende reflex kan ook lastig zijn als deze niet achteruitgaat tijdens de leren fase voor rechtop lopen. Het kind heeft dan moeite om de hele voetzool te belasten, omdat het in plaats daarvan constant met de voet wil grijpen en de neiging heeft te proberen op zijn tenen te staan ​​en te lopen.

Ziekten en klachten

De vroege babyreflexen bij pasgeborenen - ook wel primitieve reflexen genoemd - dienen verschillende doelen. Sommige reflexen zijn bijvoorbeeld alleen prenataal belangrijk om de baby te beschermen tegen verstrikking van de navelstreng met de ledematen voor de geboorte en om de baby voor de best mogelijke positie voor de geboorte in te stellen door zelf bepaalde bewegingen te maken. Hoewel de grijpreflex tegenwoordig niet van primair belang is voor de overleving van mensen, is het nog steeds belangrijk dat de reflex al bij de geboorte volwassen is. zonder mankeren worden verduidelijkt. Bij een niet-ontwikkelde grijpreflex worden in de regel ook andere motorische reflexen beïnvloed. Normaal gesproken worden de primitieve reflexen in de eerste levensmaanden geleidelijk onderdrukt en vervangen door bewuste motorische acties. Dit gebeurt door toenemende rijping van de neocortex en myelinisatie van de afferente zenuwen, die sensorische berichten kan rapporteren aan de centrale zenuwstelsel sneller dan mogelijk is via berichten van de reflexbogen. De afbraak van de grijpreflex en de afbraak van andere reflexen vindt alleen plaats volgens de regels als het kind de afbraak traint door middel van constante multisensorische leren, door bewuste motorische acties (bijv. speels). Bij sommige kinderen en zelfs volwassenen worden restanten van de primitieve reflexen behouden, wat kan leiden gestoord leren gedrag, aandachtsstoornissen en gedragsproblemen. Ook reken-, lees- en spellingsfouten worden deels toegeschreven aan een gebrek aan afbraak van bepaalde primitieve reflexen. Als de voetgreepreflex bijvoorbeeld niet achteruitgaat als gevolg van de pogingen van de peuter om te lopen, is het buitengewoon moeilijk om rechtop te staan ​​en te lopen. De voet probeert herhaaldelijk naar binnen te buigen in een denkbeeldige grijpbeweging wanneer er gewicht op de voetzool wordt geplaatst.