Fysiotherapie na een schouderoperatie

De schouder is een van de belangrijkste gewrichten van het menselijk lichaam. Als er vanwege een blessure een operatie aan moet worden uitgevoerd, kan dit leiden tot enorme beperkingen in het dagelijks leven van de getroffen persoon en is een gedisciplineerd revalidatieproces noodzakelijk. Als een operatie onvermijdelijk is, is fysiotherapie een essentieel onderdeel van de therapie. In de meeste gevallen is het zelfs aan te raden om voor de operatie met fysiotherapie te beginnen. Als de operatie is uitgevoerd, begint de fysiotherapie op de eerste postoperatieve dag.

Inhoud fysiotherapie

De inhoud van fysiotherapie na een schouderoperatie is primair bedoeld om de coördinatie en beweeglijkheid van het gewricht en versterking van de spieren. Fysiotherapie wordt in de regel binnen de eerste 24 uur na een operatie gestart. Dit omvat in eerste instantie therapeutische procedures zoals lymfedrainage om overmatige zwelling van het gewricht te voorkomen, evenals passieve oefeningen waarbij de geopereerde arm zachtjes wordt bewogen door de fysiotherapeut.

Onder bepaalde omstandigheden wordt ook een schouderkrachtspalk gebruikt, die individueel kan worden aangepast en vervolgens de arm op een gecontroleerde manier automatisch beweegt om de schouder te mobiliseren. De motivatie en discipline van de patiënt zijn ook essentieel voor een succesvolle therapie. Alleen door consequente training kan volledige mobiliteit snel worden bereikt zonder beperkingen in het dagelijks leven.

De inhoud van fysiotherapie wordt in principe aangepast aan de patiënt en zijn of haar geschiktheid niveau, leeftijd en type operatie. De therapeut stelt een passend opleidingsplan in overleg met patiënten en artsen om het revalidatietraject zo kort en succesvol mogelijk te maken.

  • Afhankelijk van het type operatie kan het zijn dat de schouder gedurende enkele weken niet of slechts gedeeltelijk wordt belast, zodat de patiënt in het dagelijks leven een immobiliserende spalk of mitella moet dragen.

    Deze immobilisatie duurt meestal 4-6 weken. Gedurende deze tijd wordt de arm niet uit zichzelf bewogen. De fysiotherapeut blijft de arm passief bewegen om verklevingen en bewegingsbeperkingen te voorkomen.

  • Na ongeveer 4-6 weken kan dan het actieve deel van de fysiotherapie beginnen.

    Hier voert de patiënt onder begeleiding van de therapeut individueel op maat gemaakte oefeningen uit om de spieren, mobiliteit en stabiliteit van de schoudergewricht. Deze oefeningen kunnen door de patiënt zelf of op apparatuur worden uitgevoerd. Het is hierbij van belang om het zwakke gewricht niet te zwaar te belasten en de intensiteit van de training langzaam op te voeren. Tijdens deze fase krijgt de patiënt ook aanvullende oefeningen om thuis uit te voeren.