Therapeutische doelen
- Voorkomen van herhaling (herhaling) van syncope.
- Voorkomen van secundaire complicaties (bijv. Risico op vallen).
Geneesmiddelaanbevelingen [S1-richtlijn 2020]
Patiënten met reflex syncope (neurogene orthostatische hypotensie / orthostatische hypotensie):
- Medicatie bij jonge patiënten met hypotensie:
- Midodrine (alfa-1-receptorantagonist; sympathicomimeticum / ondersteuning van perifere vasoconstrictie; midodrine is een prodrug waarvan de metaboliet desglymidodrine het eigenlijke actieve ingrediënt is) of pyridostigmine (parasympathomimeticum dat werkt als een cholinesteraseremmer) of
- Fludrocortison (synthetisch aldosteron analoog, een van de mineralocorticoïden); alleen op korte termijn therapie en als fysieke en andere maatregelen hebben geleid tot geen therapeutisch succes.
- Oudere patiënten met hypertensie (hoge bloeddruk): onderbreking van het bloeddrukverlagend middel (bloeddrukverlaging) therapie or dosis reductie tot een beoogde systolische bloed druk wordt bereikt (volgens leiden lijnen; zie hieronder hypertensie.
- Bij door geneesmiddelen geïnduceerde orthostatische hypotensie → aanpassing (bijv. Vervanging van een tricyclische antidepressivum met een selectief serotonine heropnameremmer (SSRI)) of conversie van hypertensie therapie.