Trigeminusneuralgie: diagnostische tests

Verplicht diagnostiek van medische apparatuur.

  • Magnetische resonantie beeldvorming van de schedel (craniale MRI) met contrastmedium en fijne gelaagdheid van de hersenstam (hoge resolutie MRI met 3D (T2) en CISS sequenties), eventueel met MR angiografie (beeldvorming van bloed schepen contrastmiddel), kan dit laatste nuttig zijn als neurovasculaire decompressie wordt nagestreefd - Craniale MRI: in de initiële diagnose om secundaire vormen van trigeminus uit te sluiten zenuwpijn (bv. plaques bij multiple sclerose of tumoren in de ingangszone van de nervus trigeminus in de hersenstam) Opmerking: beeldvormende diagnose van het gehele neurocranium (een deel van de schedel dat de hersenen omsluit) is essentieel!

optioneel diagnostiek van medische apparatuur - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, laboratorium diagnostiek en verplicht diagnostiek van medische apparatuur - voor differentiële diagnostische verduidelijking van atypisch hoofdpijn of andere begeleidende symptomen.

  • Computertomografie van de schedel (craniale CT, craniale CT of cCT) - voor vermoedelijke bloeding of botlaesies (verwondingen).
  • Angio-CT (radiologische onderzoeksprocedure waarbij de bloed schepen worden onderzocht met behulp van computertomografie (CT)) of angio-MRI (radiologische onderzoeksprocedure waarbij de bloed schepen worden onderzocht met behulp van magnetische resonantiebeeldvorming (MRI)) - indien sinus ader trombose (SVT; afsluiting van een cerebrale sinus (grote veneuze bloedvaten van de hersenen als gevolg van duraduplicaties) door een trombus (bloedprop)) wordt vermoed.
  • Digitale subtractie-angiografie (DSA; procedure voor geïsoleerde beeldvorming van bloedvaten) - in geval van vermoedelijke aneurysma's (arteriële dilatatie) of vasculitiden (ziekten waarbij auto-immunologische processen leiden tot ontsteking van slagaders, arteriolen en haarvaten)
  • Encefalogram (EEG; registratie van de elektrische activiteit van de hersenen) - als epileptische aanvallen worden vermoed.
  • Röntgenfoto's van de cervicale wervelkolom - als vertebragene (spinale) oorzaak van de hoofdpijn wordt vermoed.
  • Röntgenfoto's van de neusbijholten or computertomografie (CT; sectionele beeldvormingsmethode (röntgenfoto's vanuit verschillende richtingen met computergebaseerde evaluatie)) van de neusbijholten - als sinusitis (sinusitis) wordt vermoed.
  • Neurofysiologische onderzoeken - als neuritis (ontsteking van de zenuwen) wordt vermoed.
  • Doppler / duplex echografie (ultrageluid onderzoek: combinatie van een sonografisch dwarsdoorsnedebeeld (B-scan) en de Doppler-echografie methode; beeldvormingsmethode in de geneeskunde die vloeistofstromen dynamisch kan weergeven (vooral de bloedstroom)) - als dissectie (splitsing van vaatwandlagen) wordt vermoed.
  • Kwantitatieve sensorische testen (QST; gestandaardiseerde klinische gevoeligheidstesten met gekalibreerde stimuli om sensorische afwijkingen te onderzoeken bij patiënten die lijden aan neuropathische pijn)