Diagnostiek | Geboorte uit een stuitligging

Diagnostiek

Eerst en vooral kan de positie van het kind worden gecontroleerd door ultrageluid onderzoek van de zwangere vrouw (echografie). Een bekkeneindpositie kan dus al in het preventief worden gedetecteerd onderzoeken tijdens de zwangerschap. Verder zijn er ook verschillende handbewegingen (Leopold's handbewegingen) mogelijk om die van het kind te palperen hoofd en stuitligging en zo de positie van het kind beoordelen. Deze methode moet echter goed onder de knie worden, anders zijn er verkeerde inschattingen over de positie van het kind mogelijk.

Wat te doen bij stuitligging?

Afhankelijk van hoe hoog de risico's voor moeder en kind zijn, kan naast een keizersnede ook een natuurlijke bevalling worden uitgevoerd. Dit moet altijd in overleg met een arts worden overwogen, omdat er bepaalde vereisten zijn voor een natuurlijke bevalling in de uiteindelijke bekkenpositie. Als hieraan niet wordt voldaan, moet een keizersnede worden uitgevoerd.

Verder dient een natuurlijke bevalling met stuitligging te worden uitgevoerd in een geboortecentrum dat technisch is ontworpen voor hoogrisicogevallen en ervaring heeft met geboorten met stuitligging, aangezien een natuurlijke bevalling uit stuitligging gepaard gaat met extra risico's. Een geboorte in een geboortecentrum of zelfs een thuisbevalling is daarom niet aan te raden vanwege het ontbreken van medische apparatuur. Een andere mogelijkheid zou zijn om een externe rotatie om het kind in een normale geboortepositie te brengen en zo de complicaties van een bevalling in stuitligging te voorkomen.

Na een gedetailleerd onderzoek van de zwangere vrouw, dient de behandelende arts een aanbeveling te doen over welk type bevalling het meest geschikt lijkt. Om een ​​keizersnede en de risico's van een natuurlijke bevalling in de stuitligging te vermijden, kan aan het einde van de stuitligging een externe draai van het kind worden uitgevoerd. zwangerschap. Dit gebeurt in principe pas vanaf de 36ste week van zwangerschap verder om de risico's van voortijdige geboorte.

Normaal gesproken wordt de buitenste draai 2 tot 4 weken voor de geplande geboortedatum uitgevoerd. Bij de externe draai wordt het kind van buitenaf van een bekkeneindpositie naar een schedelpositie gedraaid. Hiervoor zijn verschillende procedures die worden uitgevoerd door een of twee verloskundigen.

Met CTG (computertomografie) wordt het kind voor, tijdens en ook na de poging om de baby te draaien gevolgd. Na de succesvolle beurt, een ultrageluid controle wordt uitgevoerd. Bovendien krijgt de moeder voor het begin van de beurt anticonceptie.

Houd er echter rekening mee dat de beurt mogelijk niet succesvol is. Slechts in ongeveer 50% van de gevallen is de beurt geslaagd. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag een tweede poging worden ondernomen.

Bovendien kunnen er complicaties optreden tijdens de externe beurt. In zeldzame gevallen kan bijvoorbeeld een voortijdige loslating van de placenta is mogelijk, maar dit kan via de toegepaste CTG worden aangemeld. Verder navelstreng complicaties of een voortijdige breuk van de blaas mogelijk.

De ernstigste complicatie kan de intra-uteriene dood van het kind zijn tijdens, maar ook dagen na de poging om de baby om te draaien. Dit wordt echter slechts zeer zelden waargenomen. Als er complicaties optreden, wordt onmiddellijk een keizersnede uitgevoerd om het kind te bevallen. Of een externe wending mogelijk is, moet vooraf met de behandelende arts worden afgesproken, want ook hier zijn speciale eisen aan. In sommige gevallen mag de buitenste draai niet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in geval van voortijdige breuk van de blaas of als het kind zich niet goed ontwikkelt.