Keizersnede voor stuitligging | Geboorte uit een stuitligging

Keizersnede voor stuitligging

Als het risico voor het kind te hoog is of als niet aan de voorwaarden voor een natuurlijke bevalling wordt voldaan, is bij een stuitligging een keizersnede aangewezen. Bovendien kan een keizersnede ook de voorkeur hebben boven een natuurlijke bevalling op verzoek van de moeder. Een keizersnede is bijvoorbeeld verplicht als de bevalling te vroeg is voor de 36e week van zwangerschap, als het kind te licht is, als het kind te groot is of als er een disproportie is tussen het kind en het bekken van de moeder.

Omdat een keizersnede gepaard gaat met een verhoogd risico voor de moeder, moet de procedure altijd goed worden overwogen, zoals bij elke operatie. In het algemeen moet bij het uitvoeren van een keizersnede rekening worden gehouden met de volgende risico's: bloedingscomplicaties, infecties of wond genezen aandoeningen zijn typische postoperatieve risico's. Bovendien kunnen verklevingen van het omliggende weefsel optreden.

Hoofdvorm van de baby na de geboorte in de stuitligging

Het kind hoofd in de bekkeneindpositie vóór de geboorte kan iets groter zijn, aangezien de groei niet wordt belemmerd door het bekken van de moeder. De verschillen met kinderen in de schedel positie zijn klein. Direct na de geboorte de hoofd is meer langwerpig en eivormig, omdat het tijdens de geboorte vervormt.

Dit komt omdat het hoofd moet door het relatief smalle bekken van de moeder en de schedel platen bij zuigelingen zijn nog niet aan elkaar gegroeid en kunnen elkaar dus overlappen. Na de geboorte is de schedel vormt zich gewoonlijk binnen een paar dagen weer en wordt weer ronder.