Diagnose voor heupartrose | Pijn bij heupartrose - wat kan ik doen?

Diagnose voor heupartrose

De diagnose heup artrose wordt gemaakt door middel van beeldvormende technieken. Als de patiënt klaagt pijn typisch voor hip artroseeen röntgenstraal van de heup wordt genomen, waarop heupartrose kan meestal worden gedetecteerd. Dit is te herkennen aan een vernauwde voegruimte veroorzaakt door de slijtage van de kraakbeen. Om de situatie van de spieren en pezeneen ultrageluid (echografie) van de heup kan ook worden uitgevoerd.

Therapie voor heupartrose

In het geval van acute pijn vanwege heup artrose, medicamenteuze behandeling voor pijn opluchting is de eerste prioriteit. Er zijn echter ook andere behandelmethoden zonder medicatie om artrose tegen te gaan. Orthopedisch AIDS zoals inlegzolen of loophulpmiddelen kunnen de getroffenen helpen verlichten heup gewricht en zo de pijn verlichten.

Wandelen AIDS worden meestal gebruikt aan de zijde van de zieke been om het aangetaste gewricht te verlichten. Fysiotherapie kan ook nuttig zijn in gevallen van heupartrose. Dit kan de beweeglijkheid van het gewricht verbeteren door specifieke oefeningen en de spieren van de heupregio kunnen worden versterkt.

Door de spieren te versterken, kan de heup gewricht heeft meer steun bij beweging en dit kan een positief effect hebben op de pijn. In de vroege stadia van heupartrosekan regelmatige fysiotherapie als therapie voldoende zijn. Elektrotherapie is ook mogelijk, waarbij elektrodeplaten op de huid van de heup gewricht en laagfrequente stromen worden hier opgewekt.

Deze therapie wordt transcutane elektrische zenuwstimulatie (TENS) genoemd. Warmte of koude toepassingen kunnen ook de pijn verlichten van heupartrose. Als er een ernstige malpositie van het heupgewricht is die de oorzaak is van de heupartrose, moet chirurgische correctie van deze malpositie worden overwogen om verdere progressie van de ziekte en verergering van de symptomen te voorkomen.

Drugs

Geneesmiddelen worden gebruikt om de pijn van heupartrose te verlichten. In eerste instantie kunnen geneesmiddelen worden gebruikt uit de groep van zogenaamde niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), die effectief zijn tegen acute pijn. Deze omvatten acetylsalicylzuur (aspirine), ibuprofen, diclofenac en ketoprofen.

In tegenstelling tot de steroïde antireumatische geneesmiddelen bevatten de niet-steroïde geneesmiddelen geen cortisone. Enerzijds verminderen ze pijn en tegelijkertijd remmen ze ontstekingen. Geneesmiddelen uit de groep van NSAID's mogen echter slechts gedurende een beperkte periode worden toegediend, aangezien ze enkele bijwerkingen hebben, waaronder maag problemen in het bijzonder.

De steroïde ontstekingsremmers bevatten corticoïden. Dit zijn stoffen die sterk lijken op het lichaamseigen hormoon cortisoneZe remmen ontstekingsreacties in het lichaam en worden meestal direct in het aangetaste heupgewricht geïnjecteerd om gericht hun werking te kunnen uitoefenen. Daarnaast zijn er nog andere pijnstillers die alleen pijn verlichten. Deze omvatten opioïdendie bijvoorbeeld worden voorgeschreven voor zeer ernstige heuppijn.