Diagnose van de ziekte van Menière | Ziekte van Menière - Wat is het?

Diagnose van de ziekte van Menière

Een grondige medische geschiedenis (anamnese) en beschrijving van de tekenen (symptomen) van de ziekte is de belangrijkste basis bij de diagnose van de ziekte van Menière. Een exacte diagnose en een voor de patiënt begrijpelijke verklaring van de ziekte zijn belangrijk, zodat de getroffene voldoende geïnformeerd is over de ziekte en weet om te gaan met de optredende symptomen. De symptomen van de ziekte van Menière zijn als volgt: In het zogenaamde interval, de tijd tussen de aanvallen van Menière, heeft de patiënt geen last van roterende duizeligheid.

De symptomen tinnitus, gevoel van druk en lage frequentie gehoorverlies kan chronisch zijn en aanhouden na de aanval. Met betrekking tot de gehoorverlieswordt vaak een verslechtering in het verloop van de aanval waargenomen: terwijl het gehoorvermogen aanvankelijk herstelt en volledig terugkeert na de aanvallen, is het mogelijk dat het gehoorvermogen verminderd is of zelfs doofheid optreedt, zelfs in de periode zonder symptomen. De diagnostische richtlijnen stellen dat de ziekte van Menière alleen gediagnosticeerd kan worden als er tenminste twee spontane aanvallen zijn roterende duizeligheid die minstens 20 minuten hebben plaatsgevonden, er is een piep in de oren (tinnitus) met of zonder een gevoel van druk op het oor, en a gehoorverlies kan worden bepaald met audiometrische tests (gehoortest).

De volgende diagnostische methoden worden gebruikt om te detecteren de ziekte van Menière: De glyceroltest, ook bekend als de Klockhoff-test, wordt gebruikt om hydrops (vochtretentie) te detecteren in het binnenoor: de patiënt drinkt een oplossing van glycerol (1.5 g glycerol per kg lichaamsgewicht van de patiënt), water in gelijke hoeveelheden en citroensap. Glyerol (synoniemen: propaantriol of propaan-1,2,3-triol) is een driewaardige alcohol en in de ziekte van Menière het veroorzaakt een tijdelijke spoeling uit de vloeistofcongestie in het binnenoor met een verbetering van het gehoor. Tijdens de test worden drie audiogrammen (gehoorcurve gehoortest) geregistreerd: het gehoor van de patiënt wordt 15 minuten voordat het glycerol-watermengsel wordt ingenomen en 15 minuten en 120 minuten daarna getest.

Het testresultaat is positief als het hoorvermogen wordt verbeterd door de osmotische glyceroloplossing: de gehoordrempel moet in minimaal drie aangrenzende frequentiebereiken dalen, waardoor de patiënt lage geluiden weer (beter) kan waarnemen. Het begrijpen van monosyllabische woorden moet met 10% verbeteren, zodat de test als positief kan worden beschouwd. Positief betekent dat de symptomen van de patiënt hoogstwaarschijnlijk worden veroorzaakt door de ziekte van Menièr.

De volgende diagnostische methoden worden gebruikt om de ziekte van Menière op te sporen: De glyceroltest, ook bekend als de Klockhoff-test, wordt gebruikt om hydrops (vochtretentie) te detecteren in het binnenoor: De patiënt drinkt een oplossing van glycerol (1.5 g glycerol per kg lichaamsgewicht van de patiënt), water in gelijke hoeveelheden en citroensap. Glyerol (synoniemen: propaantriol of propaan-1,2,3-triol) is een driewaardige alcohol en veroorzaakt bij de ziekte van Menière een tijdelijke uitvloeiing van de vloeistofcongestie in het binnenoor met een verbetering van het gehoor. Tijdens de test worden drie audiogrammen (gehoorcurve gehoortest) geregistreerd: Het gehoor van de patiënt wordt 15 minuten voordat het glycerol-watermengsel wordt ingenomen en 15 minuten en 120 minuten daarna getest. Het testresultaat is positief als het gehoorvermogen wordt verbeterd door de osmotisch werkende glyceroloplossing: De gehoordrempel moet in minimaal drie aangrenzende frequentiebereiken afnemen, waardoor de patiënt lage geluiden weer (beter) kan waarnemen.

Het begrijpen van monosyllabische woorden moet met 10% verbeteren, zodat de test als positief kan worden beschouwd. Positief betekent dat de symptomen van de patiënt hoogstwaarschijnlijk worden veroorzaakt door de ziekte van Menièr.

  • Bij een tijdelijke, acute aanval melden patiënten een draaierige duizeligheid en beschrijven deze op veel verschillende manieren, zoals met het gevoel "alsof de grond wankelt" of "de omgeving draait".

    Ze staan ​​daardoor erg wankel op hun benen en moeten vaak overgeven.

  • Daarnaast is er ook sprake van gehoorverlies, dat vooral te maken heeft met lage frequentiebereiken (lage frequentie of bas gehoorverlies). Zelden worden beide oren aangetast door deze symptomatologie.
  • De patiënt meldt ook een piep in de oren (tinnitus) en een gevoel van druk op het aangetaste oor.
  • Als begeleidend symptoom heeft de patiënt een tremor van de ogen (nystagmus), die door de arts kan worden gedetecteerd bij het bekijken van speciale diagnostiek bril (Frenzel-bril). Door dit oog tremorkan de patiënt zijn blik niet op een vast voorwerp fixeren, wat zijn stabiliteit vergroot.

    Vegetatieve symptomen zoals tachycardie of zweten kan voorkomen.

Elektrocochleografie is een instrumenteel onderzoek dat wordt gebruikt om de aanwezigheid van de ziekte van Menière te bepalen. Dit onderzoek test hoe functioneel het haar cellen van het gehoororgaan en de gehoorzenuw zijn. De haar cellen zijn de gehoorcellen in het binnenoor en zijn omgeven door endolymfe.

De geluidsgolven die door de gehoorgang aan de middenoor veroorzaken de trommelvlies en vervolgens de gehoorbeentjes (hamer = malleus, ambos = incus en stijgbeugel = stijgbeugel) om te trillen. Deze trillingen zorgen ervoor dat de vloeistof in het binnenoor in een golfachtige beweging beweegt en de haar cellen. De geactiveerde auditieve sensorische cellen zetten de mechanische prikkel om in elektrische impulsen, die naar de hersenen via de gehoorzenuw. Om het stadium van de ziekte te bepalen waarin de patiënt met de ziekte van Menière zich bevindt, wordt de patiënt meestal opgenomen in een ziekenhuis, zodat diagnose en behandeling kunnen worden afgestemd op de behoeften van de patiënt. Technische onderzoeken zoals een audiometrische gehoortest dienen niet noodzakelijkerwijs om de ziekte van Menière in de vroege stadia van de ziekte te diagnosticeren, maar helpen om ziekten met vergelijkbare symptomen uit te sluiten (differentiële diagnose).