Trommelvlies

Definitie

Het trommelvlies, ook wel trommelvlies (Membrana tympani) genoemd, is een essentieel onderdeel van het geluidgeleidende apparaat van het menselijk oor en vormt de grens tussen het externe gehoorgang en middenoor.

Anatomie

Het ronde tot longitudinale ovale trommelvlies meet ongeveer 9-11 mm in zijn langste diameter en is slechts 0.1 mm dik. Het grootste deel, de pars tensa, wordt uitgerekt door een vezel kraakbeen ring, die op zijn beurt is versmolten met het bot van de gehoorgang. Het trommelvlies vormt echter geen strak en recht membraan, maar een soort trechter waarvan het laagste punt versmolten is met de punt van de hamersteel.

Dit is zelfs van buitenaf zichtbaar door het dunne trommelvlies. Wanneer geluidsgolven deze trechter raken, wordt deze in trilling gebracht en zendt het geluid via de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel) naar het binnenoor. Dit proces leidt tot een meervoudige versterking van het geluid.

Wanneer het door een otoscoop wordt bekeken, wordt het trommelvlies zichtbaar als een glanzend oppervlak en vertoont het een karakteristieke lichtreflex. De kleur wordt vaak omschreven als grijs of parelmoer. Het trommelvlies is een zeer gevoelig orgaan. Aanrakingen worden vaak als pijnlijk ervaren en kunnen zelfs gepaard gaan met misselijkheid en flauwvallen. Verantwoordelijk hiervoor zijn verschillende takken van de trigeminuszenuw en nervus vagus, die het trommelvlies gevoelig innerveren.

Functie van het trommelvlies

Het trommelvlies is een dun membraan dat uit drie lagen bestaat en dat in de gehoorgang wordt geklemd. Het scheidt het uitwendige oor kanaal van de middenoor. Het beschermt zo het gevoelige midden- en binnenoor tegen vuil en voorkomt micro-organismen zoals bacteriën en virussen van binnenkomen.

De veel belangrijkere functie ervan is echter de overdracht van geluidsgolven. Wanneer geluidsgolven ons oor raken, worden ze opgevangen door de oorschelp en overgedragen naar het trommelvlies via de trechtervormige buitenste gehoorgang. Het trommelvlies is bij volwassenen ongeveer zo groot als een munt van één cent.

De geluidsgolven zorgen ervoor dat het trommelvlies gaat trillen, dat op zijn beurt wordt overgebracht naar de gehoorbeentjes in het middenoor. Het trommelvlies is rechtstreeks verbonden met het eerste bot van de gehoorbeentjesketting, de hamer. Aan de andere kant zijn de gehoorbeentjes verbonden met het zogenaamde ovale raam.

Dit is ook een membraan, maar vele malen kleiner dan het trommelvlies. Het verschil in grootte tussen het trommelvlies en het ovale venster verhoogt de geluidsdruk. Bovendien wordt een ander obstakel in het pad van het geluid overwonnen.

Tot aan het trommelvlies beweegt het geluid in de lucht. Het binnenooraan de andere kant, die het geluid actief verwerkt en de informatie naar de hersenen, bevat een vloeistof. Deze overgang tussen lucht en vloeistof wordt overbrugd door het trommelvlies en de gehoorbeentjes.

Zonder de gehoorbeentjes kan het trommelvlies zijn functie als geluidszender en versterker niet uitoefenen en vice versa. Bij een otoscopie, dat wil zeggen een onderzoek van het oor met een speciale lichtspiegel, kan het trommelvlies van buitenaf worden bekeken en kunnen zo bepaalde conclusies worden getrokken over de functionaliteit ervan. Normaal gesproken verschijnt een kleine lichtreflex, veroorzaakt door het licht op de otoscoop, op het trommelvlies. Als dit ontbreekt, betekent dit dat het trommelvlies is beschadigd of anderszins zijn elasticiteit heeft verloren, bijvoorbeeld door een infectie. Beide manifesteren zich meestal in de vorm van gehoorverlies.