Conditie: functie, taken, rol en ziekten

Conditie is niet hetzelfde als uithoudingsvermogen, dit maakt deel uit van de voorwaarde. Conditie betekent de fysieke conditie van een persoon, dat wil zeggen het vermogen om zo lang mogelijk op een hoog niveau te presteren. Conditietraining kan de prestaties verbeteren.

Wat is de toestand?

Conditie is niet hetzelfde als uithoudingsvermogen, de laatste is een onderdeel van geschiktheid​ Conditie betekent de fysieke conditie van een persoon, dat wil zeggen het vermogen om zo lang mogelijk op een hoog niveau te presteren. Conditie betekent prestatie op het gebied van sterkte, uithoudingsvermogen, snelheid, coördinatie en behendigheid. Alle gebieden overlappen elkaar en kunnen worden verbeterd door te oefenen. Individuele conditioneringskenmerken kunnen worden verbeterd door discipline en consistentie. Het dagelijkse leven, vooral de sportbeoefening, stelt andere voorwaardelijke eisen aan ons. Sterkte zorgt ervoor dat we weerstand overwinnen door de interactie van de zenuwstelsel en spieren. Spieropbouwtraining is slechts één vorm van krachttraining en dient om het uithoudingsvermogen en de krachtsnelheid te vergroten. Degenen die uithoudingsvermogen hebben, kunnen een belasting langer weerstaan ​​of prestatieverlies vertragen. Uithoudingsvermogen is onlosmakelijk verbonden met het vermogen om te regenereren. Snelheid stelt ons in staat om zo snel mogelijk te reageren op een prikkel uit de omgeving en onszelf direct in beweging te brengen. Artsen maken onderscheid tussen elementaire en complexe reactiesnelheid. Flexibiliteit is een basisvoorwaarde voor het goede geschiktheid​ De rekbaarheid van spieren en pezen is nodig voor veel bewegingssequenties en voorkomt blessures.

Functie en taak

Conditie kennen we voornamelijk in verband met sport, maar ieder mens heeft een algemene conditie. Het is synoniem voor fysieke prestaties en een maatstaf voor vitaliteit en volksgezondheid​ De conditie neemt af met de leeftijd, maar kan worden verbeterd door inspanning. Door consequent te oefenen, kunnen we onze spiermassa vergroten sterkte en de efficiëntie van onze organen, uithoudingsvermogen, snelheid, behendigheid en kracht. De basismotorische vaardigheden zijn per persoon anders verdeeld, zodat individuele sporttalenten naar boven kunnen komen. Kracht omvat maximale kracht, dwz de grootst mogelijke kracht die wordt gebruikt om een ​​weerstand te overwinnen. Krachtsnelheid daarentegen is het vermogen om stroom snel en optimaal te gebruiken. Krachtuithoudingsvermogen beschrijft op zijn beurt de weerstand tegen 피로, zowel bij dynamische als statische krachttoepassingen. Reactiekracht beschrijft de excentrisch-concentrische snelle kracht bij de kortste koppeling, beide wanneer stretching en het verkorten van de spier. Als een persoon aan het begin van een belasting een hoge krachtinspanning ontwikkelt, wordt dit uiteindelijk explosieve kracht genoemd. Er worden ook verschillende manifestaties onderscheiden in uithoudingsvermogen. De sportgeneeskunde maakt onderscheid tussen lokaal en algemeen uithoudingsvermogen. Als maximaal 14% van de skeletspieren actief is, is het lokaal uithoudingsvermogen. De cardiovasculair systeem is matig gestrest. Wat verder gaat, valt in de categorie van algemeen uithoudingsvermogen. Bij snelheid wordt onderscheid gemaakt tussen reactiesnelheid, bewegingssnelheid en acceleratiesnelheid. Agility beschrijft het vermogen van spieren en gewrichten om bewegingen van grote omvang (amplitude) uit te voeren. Een goed voorbeeld hiervan is stretching opdrachten. De articulatie is afhankelijk van de skeletstructuur en het bijbehorende ondersteuningsapparaat. Stretching vermogen hangt af van de elasticiteit van de spieren en pezen​ Actieve mobiliteit beschrijft de mate van beweging met eigen spiercontractie, passieve mobiliteit de grootst mogelijke mate van beweging, die wordt bereikt door externe krachten. Voor coördinatie hersenen, centraal zenuwstelsel, en skelet werken samen in een gerichte bewegingssequentie.

Ziekten en kwalen

De fysieke en mentale kenmerken en eigenschappen van een persoon worden zowel geërfd als beïnvloed door de omgeving. Fysieke prestaties en conditie kunnen worden verbeterd door te oefenen, maar eerst moet er een belangrijk persoonlijkheidskenmerk zijn: wilskracht of motivatie. Alleen voldoende motivatie levert de energie die nodig is om een ​​handeling uit te voeren die kracht vereist. Tijdens de training zorgt de prikkel voor een min of meer effectieve aanpassing van het organisme. Dit bepaalt op zijn beurt de structuur, omvang en intensiteit van trainingssessies.Conditioneringstraining kan worden ontworpen op basis van belastingsintensiteit, belastingsbereik, duur en dichtheid​ Om atletisch te kunnen presteren, zijn ook mentale aandoeningen noodzakelijk. De atleet heeft motivatie, cognitieve, vluchtige en sociale vaardigheden nodig. Degenen die over vluchtige vermogens beschikken, kunnen presteren onder spanning en in het licht van externe weerstand. Ziekten zoals multiple sclerose (MS) bijvoorbeeld, maar ook levensstijl kan daar een negatieve invloed op hebben geschiktheid​ Dat is al langer bekend alcohol en nicotine verminderen atletisch uithoudingsvermogen en prestaties. De vermindering van de conditie veroorzaakt door alcohol is aanzienlijk. De regeneratiefasen na intoxicatie duren ook aanzienlijk langer dan bij iemand die niet heeft gedronken. Roken schaadt onvermijdelijk de prestaties van het lichaam omdat tabak rook veroorzaakt armer bloed stroom naar de longen en bronchiën. Sinds minder zuurstof de longen bereikt, worden de organen minder goed voorzien van voedingsstoffen. Mensen die snel uitgeput zijn, wat betekent dat ze weinig kracht en uithoudingsvermogen hebben, verliezen ook de kwaliteit van leven. Mensen met een uithoudingsvermogenstekort kunnen het dagelijkse werk thuis minder goed aan en hebben vaak weinig energie voor vrijetijdsactiviteiten. Maar zelfs mensen met MS kunnen hun situatie verbeteren door te sporten. Het voorwaardelijke niveau van een competitieve atleet is natuurlijk niet het doel, maar de zieke herwint kwaliteit van leven door een verbetering van het uithoudingsvermogen. Wie zich fitter voelt, is weer mobieler en doet meer. Zelfs na een langdurige acute ziekte, duurtraining kan weer een verschil maken. De trainingsintervallen moeten worden aangepast aan de fysieke omstandigheden. Oefening versterkt de bloedsomloop, stabiliseert de immuunsysteem en bloed druk.