Patellaire peesreflex: functie, taken, rol en ziekten

De patellapeesreflex komt overeen met de monosynaptische patellaire reflex en wordt veroorzaakt door druk op de patellapees. De hamstrings trekken samen als onderdeel van de onvrijwillige intrinsieke reflexbeweging, en de onderste been springt omhoog. Een overdreven patellaire reflex is een piramidaal kanaalteken.

Wat is de patellapeesreflex?

De patellapeesreflex komt overeen met de monosynaptische patellaire reflex en wordt veroorzaakt door druk op de patellapees. reflexen zijn onvrijwillige en geautomatiseerde bewegingsreacties op een specifieke stimulus. Ze hebben meestal beschermende functies of ondersteunen bepaalde processen van de menselijke motoriek. Ze zijn ofwel aanwezig vanaf de geboorte of verworven door levenservaring. De patellapeesreflex wordt als een aangeboren beschouwd been reflex. De reflexbeweging is een van de intrinsieke reflexen​ In deze reflex vinden de stimulusontvangst en stimulusrespons dus plaats in hetzelfde orgaan of dezelfde spier. De patellapeesreflex wordt ook wel de hamstringsreflex, knieverschijnsel of patellaire reflex genoemd. De naam quadriceps rekreflex komt even vaak voor. De reflex is verbonden door slechts een enkele synaps en is daarom een ​​van de monosynaptische reflexen​ De onvrijwillige reflexbeweging wordt veroorzaakt door een slag op de zogenaamde patellapees in het gebied van de knieschijf​ Deze pees is de bevestigingspees van de dij spieren. De klap veroorzaakt dus een samentrekking van de dij strekspieren (Musculus quadriceps femoris), waardoor de kniegewricht uit te breiden, waardoor de lagere been om omhoog te schieten. De dijbeenzenuw fungeert als bemiddelaar bij de motorische reflexrespons. In het midden zenuwstelselis de reflex verbonden via de motorneuronen in segment L3 en de neuronen van de aangrenzende segmenten L2 en L4. De patellaire reflex is een van de bekendste reflexen in het menselijk lichaam.

Functie en taak

De functie en taak van de patellareflex is van oorsprong functioneel en ondersteunend. Mensen kunnen bijvoorbeeld rechtop lopen op een oneffen ondergrond vanwege het circuit. Als de patellapees wordt gestimuleerd om te strekken bij het opspringen, traplopen of struikelen, dan worden dankzij de reflexrespons de juiste spieren aangespannen en wordt zo voorkomen dat de persoon omvalt. Zonder de reflex zouden mensen hun evenwicht en vallen tijdens talrijke bewegingen. Om ervoor te zorgen dat dit niet gebeurt, is de snelheid van de geautomatiseerde stimulusrespons cruciaal. Zoals alle motorische reflexen, wordt de reflex van de kniebeweging gecontroleerd door de spinal cord​ Dit circuit garandeert een snelle respons en zorgt ervoor dat de reflex überhaupt zijn doel kan vervullen en niet pas na een val wordt geactiveerd. De spier spint zich in de quadriceps sense stretch en verzend het als receptorinformatie naar de spinal cord​ De informatie van de rekreceptoren wordt via een synaps overgeschakeld naar motorische efferente neuronen in elk van de lumbale segmenten. De efferente neuronen reizen door de lumbale plexus en bereiken de dijbeenzenuw terug naar de dij spier. Er wordt een samentrekking geïnitieerd. De beenflexor (biceps-femoris spier) is de antagonist van de dijbeenspier. Om te voorkomen dat deze antagonistische spier van de dijbeenmusculatuur tegelijkertijd wordt geactiveerd, treedt een remmend mechanisme in werking: de actiepotentiaal van de beenextensoren onderdrukt het potentieel van de beenflexor. Dit remmende mechanisme is te wijten aan de vertakking van de axon die de stimulusinformatie naar de spinal cord. Deze axon heeft wat een divergentie wordt genoemd. Een tak ervan loopt naar de motorneuronen die de beenstrekker innerveren. Via een andere synaps loopt de tweede tak naar de remmende neuronen van de beenstrekker.

Ziekten en aandoeningen

De knieschijfreflex speelt vooral een rol bij reflexonderzoek. De arts activeert bij voorkeur de monosynaptische reflex terwijl de patiënt zit. Hiervoor kruist de patiënt het ene been losjes over het andere. Daarnaast tilt de examinator vaak het been op aan de achterkant van de knie. De arts geeft een geaccentueerde slag met de reflexhamer op de patellapees onder de knieschijf​ Bij een levendige reflexreactie is een kleine druk op de aangebrachte vingers op de bovenrand van de pees voldoende om te triggeren. De arts herhaalt de activering met tussenpozen van twee seconden. Vervolgens wordt ook het tweede been getest op de reflex. De resultaten worden uiteindelijk geïnterpreteerd. Als de reflex wordt afgeschaft, is er waarschijnlijk sprake van een lumbale hernia in segment L3. Een perifere zenuwbeschadiging is ook een mogelijkheid. Als de reflex slechts verzwakt is, is neuropathie de meest waarschijnlijke diagnose. Een verhoogde reflex of zelfs een verbrede reflexzone wordt beschouwd als een zogenaamd piramidaal kanaalteken. Net als alle andere tekens van het piramidale kanaal, verwijst dit fenomeen naar centraal zenuwstelsel schade aan de motorneuronen in het piramidale systeem. Dergelijke schade manifesteert zich gewoonlijk als spierzwakte, wankel lopen en verlamming, of spasticiteit​ De oorzaken van de schade kunnen bijvoorbeeld ontstekingsverschijnselen zijn van multiple sclerose of degeneratieve manifestaties in de context van ALS. Met name ALS tast de motor aan zenuwstelsel​ Naast een verhoogde patellaire reflex behoren ook een aantal pathologische voetreflexen tot de symptomen van het piramidale kanaal. Deze reflexgroep wordt ook wel de Babinski-groep genoemd en omvat reflexen zoals de Babinski- en Chaddock-reflexen. Neurologische reflextesten en onderzoek naar pathologische reflexen worden voornamelijk gebruikt voor differentiële diagnose en lokalisatie van zenuwlaesies in het centrale en perifere zenuwstelsel. De patellaire reflex blijft bijvoorbeeld meestal ongewijzigd beroerte patiënten. Dit is over het algemeen het geval, zelfs als er tekenen van verlamming zijn.