Complicaties van een schouderdislocatie | Schouder luxatie

Complicaties van een schouderdislocatie

Een schouderdislocatie kan leiden tot verschillende ongewenste complicaties. Een veel voorkomende gebeurtenis die kan leiden tot een schouderdislocatie, is een hernieuwde dislocatie van de schouder. Omdat de ligamenten en spieren vrijwel versleten of verzwakt zijn, kunnen ze het bot niet langer stabiel houden en kunnen ze het niet in zijn basispositie vastzetten.

De effecten van kracht of bewegingen die voorheen geen problemen veroorzaakten, kunnen al tot een ontwrichting leiden. Het grote gevaar hierbij is dat de kans op een nieuwe dislocatie toeneemt met het aantal dislocaties, met als gevolg dat de patiënt in een neerwaartse spiraal zit die steeds dieper zal worden tenzij er iets aan gedaan wordt. Een schouderdislocatie kan ook het omliggende weefsel beschadigen.

Kraakbeen en / of botschade zijn bekende complicaties die kunnen optreden. Sinds zenuwen en schepen lopen ook in het schoudergebied, ze kunnen tijdens ontwrichting worden beschadigd. Dit leidt tot bewegingsstoornissen en gevoeligheidsstoornissen in de schouder en bovenarm.

Het gewricht lip, de zogenaamde "labrum glenoidale", zijn bultachtige ligamenten rond de gewrichtskoker. Ze dienen om de hoofd van de opperarmbeen in de gewrichtskoker. De labrumscheur is een mogelijke complicatie die kan optreden bij een schouderdislocatie.

De ligamenten zijn niet gescheurd, maar komen los van de rand van de kom. Dit gebeurt natuurlijk alleen als er een zeer sterke kracht wordt uitgeoefend. Doordat het labrum loskomt, verliest het zijn stabiliserende werking. De behandeling van een labrum-traan omvat het opnieuw bevestigen aan de rand van de glenoïdholte in een operatie om de schoudergewricht tot zijn oorspronkelijke stabiliteit.

Totale genezingstijd

Een schouderdislocatie geneest normaal gesproken niet vanzelf en moet daarom altijd door een arts worden verplaatst. In de regel moet de schouder 4-6 weken worden beschermd. Vanaf deze periode begint een langzame mobilisatie.

Naar schatting kan de schouder na 7 weken weer zonder klachten en volledig functioneel worden gebruikt. Hierbij dient opgemerkt te worden dat zware belasting van de schouder zoals deze optreedt tijdens het sporten na 7 weken niet mag worden uitgevoerd, aangezien er sprake is van een verhoogd risico op ontwrichting. De tijd die nodig is voor genezing is echter sterk afhankelijk van de ernst van de ontwrichting. Gedurende deze tijd kan al begonnen worden met zorgvuldige lichaamsbeweging en fysiotherapie om ontwrichting van het spierstelsel te voorkomen en het risico op hernieuwde ontwrichting te minimaliseren.

Na een chirurgische dislocatie kan de regeneratie veel langer duren. Na een schouderdislocatie wordt het ten zeerste aanbevolen om tot zes maanden na het evenement niet te sporten. Om volledige genezing te garanderen, is het essentieel om deze richtlijn te volgen, omdat het risico op een hernieuwde ontwrichting veel te groot is.

Omdat elke schouderdislocatie individueel is, heeft de arts in elk geval het laatste woord. Het is heel goed mogelijk dat hij je in staat stelt actiever te zijn in de sport. Het hangt natuurlijk ook af van het soort sport dat wordt beoefend.