Bepaal ouderschap en afkomst | Genetische test - wanneer is het nuttig?

Bepaal ouderschap en afkomst

Ouderschap is de term die wordt gebruikt om het bereik van familieleden te beschrijven waarvan men de genetische samenstelling draagt. Bepaalde genen bevinden zich op verschillende plaatsen in het genoom en kunnen daardoor verschillende erfelijke eigenschappen hebben. Als er een defect gen in de familiegeschiedenis is, is het mogelijk om de kans te berekenen dat het genetisch defect aanwezig is bij de volgende familieleden.

Vanuit niet-medisch oogpunt kan een genetische test worden uitgevoerd voor genealogisch onderzoek. Het is echter belangrijk om te weten dat de resultaten alleen gebaseerd zijn op waarschijnlijkheden en dat bepaalde genexpressies worden toegewezen aan een land of etniciteit waar ze het vaakst voorkomen. Een genetisch defect blijft bestaan, vooral in geïsoleerde, vergelijkbare populaties.

Om deze reden, genetische ziekten zijn aanwezig met zeer verschillende frequenties in verschillende regio's van de wereld. Een voorbeeld hiervan is de zogenaamde ‘bèta thalassemie", een hemoglobine aandoening die voornamelijk voorkomt in het Middellandse Zeegebied. Dit principe is echter nogal onnauwkeurig en heeft in het verleden bij verschillende gelegenheden tot verkeerde interpretaties geleid.

Bovendien bevatten de meeste databases vrij Europese kenmerken, waardoor zeldzame kenmerken meestal niet correct kunnen worden toegewezen. Een ander probleem is dat een persoon meer voorouders heeft dan gensecties en dat sommige genen verloren kunnen gaan tijdens het overervingsproces of simpelweg niet worden doorgegeven aan de volgende generatie. Hoewel individuele sequenties in sommige gevallen goed kunnen worden gefilterd, is de exacte toewijzing bijna onmogelijk, omdat het mengen van verschillende etnische groepen altijd te veel is geweest om te scheiden.

Aangenomen wordt dat we 3000-4000 jaar geleden allemaal dezelfde voorouders hadden, waardoor het moeilijk is om onderscheid te maken met een genetische test. In principe zijn dergelijke genetische analyses nogal kritisch: in de loop van de millennia heeft de mensheid zich over veel verschillende continenten verspreid en vaak gemengd. Kenmerken kunnen dus niet duidelijk aan een etnische groep worden toegekend.

Vanwege de grote mix van etnische groepen worden genetische tests echter vaak gebruikt als argument tegen racisme. Omdat bij ieder mens eigenlijk invloeden uit andere landen en etnische groepen terug te vinden zijn, is xenofobie onzinnig, dus de reden. Niet alleen de etnische verwantschap met andere mensen kan worden geprobeerd te ontcijferen, maar ook een vaderschap.

Als de steekproeven van kind en (vermeende) ouders worden vergeleken, dient het kind aandelen van beide ouders te hebben. Is dit niet het geval en heeft het kind slechts delen van de moeder en delen van een ondefinieerbaar persoon, dan spreekt dit meestal voor een buitenlands vaderschap. Als een kind genetisch wordt onderzocht, worden de ouders vaak ook automatisch onderzocht. Om deze reden waarschuwen genetisch diagnostici ouders meestal dat het testen van de ziekte van een kind vaderschap aan het licht kan brengen.