Welke medicijnen verslechteren de nierwaarden | Nierwaarden

Welke medicijnen verslechteren de nierwaarden

Talrijke medicijnen veroorzaken schade en beperking van nier functie. Dit komt omdat veel medicijnen in de nieren worden gemetaboliseerd en ook via de nieren worden uitgescheiden. Met name bij langdurig gebruik van hoge doses medicatie kan schade aan de nieren optreden, wat tot uiting komt in een toename van nier waarden.

Normaal Grensverkeer van de nier waarden in de bloed wordt daarom aanbevolen voor deze medicijnen. Bij sommigen is een sterk nierbeschadigend effect aangetoond pijnstillers. Dit zijn voornamelijk de niet-steroïde anti-reumatische geneesmiddelen zoals Diclofenac, Ibuprofen of ASS.

Bij inname in hoge doses gedurende een lange periode, leiden deze actieve ingrediënten tot een vermindering bloed stroom in de nieren en directe schade en ontsteking van het nierweefsel. Dit resulteert in een verhoging van de nierwaarden in de bloed. Het toedienen van deze geneesmiddelen wordt daarom niet aanbevolen in geval van een reeds bestaande beperkte nierfunctie. Andere geneesmiddelen die de nieren kunnen beschadigen en de nierfunctie kunnen verhogen, zijn onder meer antibiotica (zoals gentamicine, neomycine, streptomycine), sommige antihypertensiva, diuretica en jicht drugs.

  • Pijnstillers - zegen of vloek?
  • NSAR - U dient hier rekening mee te houden wanneer u dit geneesmiddel gebruikt!

Homeopathie om de nierwaarden te verbeteren

Een homeopathische behandeling om de nierfunctie te verbeteren en te verlagen nierwaarden kan worden uitgevoerd in combinatie met een therapie die is afgestemd met de behandelende arts. Bij acute symptomen of een verslechtering van de nierwaardendient in ieder geval de behandelende arts te worden geraadpleegd en de verdere procedure te worden besproken. Afhankelijk van de bestaande niersymptomen worden verschillende homeopathische actieve ingrediënten aanbevolen. Veel gebruikte actieve ingrediënten zijn Fosfor, Rhus toxicodendron, Sarsaparilla, Silicea en Zwavel.

Met welke nierwaarden mag men geen contrastmiddel krijgen?

wanneer een Röntgenstraal contrastmiddel wordt toegediend, is er een significant verhoogd risico op acuut nierfalen bij patiënten met een reeds bestaande nierfunctiestoornis. Om deze reden wordt het gebruik van contrastmiddel bij deze patiënten niet aanbevolen. Om de nierfunctie te bepalen, de creatinine concentratie in het bloed wordt gemeten.

Hierdoor kan een conclusie worden getrokken over de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR), die het filtervermogen vertegenwoordigt. Voor creatinine concentraties boven 1.3 mg / dl in het bloed, moet daarom de GFR worden berekend. Bij een GFR <20 ml / min mag geen contrastmiddel worden toegediend.

Indien nodig kan in individuele gevallen alsnog een contrastmiddel worden toegediend na overweging in een nefrologisch consult. Bij een GFR tussen 20 en 45 ml / min moet voor en na toediening van contrastmiddel worden geïrrigeerd. In dit geval krijgt de patiënt meestal vloeistof via een infuus, zodat het contrastmiddel beter via de nieren kan worden uitgescheiden.

Bij hogere GFR-waarden kan een contrastmiddel worden toegediend (als er geen andere contra-indicaties zijn). Het radiologisch onderzoek, bijvoorbeeld door middel van MRI, kan worden uitgevoerd met een aanvullende toediening van contrastmiddel voor een betere beoordeling van de bevindingen. Dit contrastmiddel wordt voornamelijk via de nieren uitgescheiden en moet daarom worden gewogen bij nierbeschadiging. Deze artikelen kunnen ook interessant voor u zijn:

  • Contrastmedium - wat is het?
  • MRI met contrastmiddel - Is dat gevaarlijk?