Wat is het beloop van gordelroos op het been? | Gordelroos op de benen

Wat is het beloop van gordelroos op het been?

Beschrijft het verloop van gordelroos, moet de eerste infectie worden gestart met de eerste. Vaak in jeugd, de toekomstige patiënt zal er last van hebben waterpokken. Dit wordt veroorzaakt door de herpes zoster-virus, dat zich nestelt in de zenuwwortels nadat de ziekte is verdwenen.

Het blijft daar vaak vele jaren zonder uitbraak, vaak op oudere leeftijd of na een verzwakking van de immuunsysteem, ontsteekt het virus een nieuwe infectie. Het verspreidt zich langs de zenuwen, veroorzaken pijngevoelloosheid, tintelingen, verlamming, huiduitslag en blaren. Deze nieuwe infectie wordt dan genoemd gordelroos.

Helaas, vooral bij oudere mensen, is het niet ongebruikelijk dat het permanent is pijn zelfs daarna plaatsvinden gordelroos. Kinderen worden al enkele jaren beschermd met een waterpokken vaccin. Toch wordt aangenomen dat ook zij door de vaccinatie last kunnen hebben van gordelroos. Er worden echter minder ziekten en mildere cursussen verwacht. De toekomst zal dit duidelijker laten zien.

Kan verlamming optreden?

In contrast met pijn en tintelende sensaties, komt verlamming bij gordelroos vrij zelden voor, maar kan voorkomen. Ze zijn het resultaat van schade aan de zenuwgeleidingsbanen, die meestal de sensorische invloed hebben zenuwen maar zelden de motorische zenuwen. In de regel zijn deze echter zenuwen regressie volledig na de ziekte. In sommige gevallen kan het probleem echter permanent blijven.

Oorzaken van gordelroos op het been

Gordelroos wordt veroorzaakt door het varicella zoster-virus, dat tot de herpes virusfamilie (humaan herpesvirus-3). Bij de eerste infectie veroorzaakt dit virus het bekende waterpokken. Dit gebeurt vaak in jeugd en geneest gewoonlijk zonder complicaties.

Het Varicella-Zoster-virus blijft echter in het lichaam en nestelt zich in de zogenaamde ganglia. EEN ganglion is een zenuwknooppunt, een schakelstation buiten de centrale zenuwstelsel (hersenen en spinal cord). De zenuwcel er bevinden zich lichamen in, waarvan de verlengingen dan de zenuw vormen.

Mensen hebben ganglia langs de wervelkolom en in de hoofd. Het Varicella zoster-virus blijft vaak een leven lang in deze ganglia sluimeren. Als iemand echter wordt blootgesteld aan bepaalde triggerende factoren, zoals stress, of een verzwakking heeft immuunsysteemkan het virus weer actief worden.

Elke zenuw voorziet een huidgebied (zogenaamd dermatoom), die duidelijk is gedefinieerd en alleen eraan wordt toegeschreven. Wanneer het virus opnieuw wordt geactiveerd, verspreidt het zich vanuit het ganglion langs de zenuw en valt de dermatoom dat wordt geleverd door deze zenuw. De been wordt gevoed door de zenuwen van de lumbale en sacrale wervelkolom en is verdeeld in de secties L1-L5 (L = lumbaal) en S1-S5 (heiligbeen= heiligbeen).

Elke sectie levert bijbehorende dermatomen op de been, die zich in stroken uitstrekken van de liesstreek tot de voet. Als een patiënt nu gordelroos heeft op de beenkan de getroffen regio worden gebruikt om te bepalen welke ganglion wordt beïnvloed in welke sectie. Het is belangrijk dat gordelroos niet noodzakelijk besmettelijk is.

Het overgedragen virus is het varicella zoster-virus, dat bij het eerste contact waterpokken veroorzaakt. Na een waterpokkeninfectie die al heeft plaatsgevonden, is men immuun voor herinfectie. Het voorkomen van gordelroos als secundaire ziekte hangt daarentegen alleen af ​​van de immuunstatus van de betrokken persoon.

Kinderen die nog geen waterpokken hebben opgelopen en er niet tegen zijn ingeënt, moeten uit de buurt worden gehouden van zosterpatiënten, aangezien ze heel goed geïnfecteerd kunnen raken en vervolgens waterpokken kunnen krijgen. Het is belangrijk dat gordelroos niet noodzakelijk besmettelijk is. Het varicella zoster-virus wordt overgedragen, wat bij het eerste contact waterpokken veroorzaakt.

Na een waterpokkeninfectie die al heeft plaatsgevonden, is men immuun voor herinfectie. Het voorkomen van gordelroos als secundaire ziekte hangt daarentegen alleen af ​​van de immuunstatus van de betrokken persoon. Kinderen die nog geen waterpokken hebben opgelopen en er niet tegen zijn ingeënt, dienen uit de buurt van zosterpatiënten te worden gehouden, aangezien zij zeer goed geïnfecteerd kunnen raken en vervolgens waterpokken kunnen krijgen.