Wanneer mag wat worden gedaan? | Fysiotherapie na een heupoperatie

Wanneer mag wat worden gedaan?

Na een heupoperatie bepaalt de arts hoe sterk en flexibel het gewricht is en wanneer eventuele beperkingen niet meer gelden. Tegenwoordig is het vaak zo dat na een endoprothetische gewrichtsvervanging de heup gewricht is direct volledig belastbaar. Dit betekent dat de patiënt op de zijne kan staan been met zijn volledige lichaamsgewicht.

Dit is een voorwaarde om zonder te lopen AIDS. Als het draagvermogen beperkt is, bijv. Slechts de helft van het lichaamsgewicht of zelfs maar 20 kg mag worden gebruikt, moet deze beperking worden geoefend met behulp van een weegschaal en AIDS, zoals een rollator of krukken. Een deellast geldt doorgaans voor een periode van ca.

6 weken. De dokter zal hier de exacte details geven. De mobiliteit kan ook worden beperkt na een heupoperatie.

Dit kan ook het geval zijn, zelfs als de patiënt volledig in staat is om het gewicht te dragen. Bijvoorbeeld de been mag niet worden uitgespreid na het aanbrengen van een heup-TEP, dwz het mag niet over de hartlijn van het lichaam naar de andere worden geleid been (adductie). Dientengevolge mag de patiënt zijn benen niet kruisen en moet hij, wanneer hij op zijn zij ligt, altijd het geopereerde been ondersteunen, als het zich bovenop bevindt, zodat het niet over de hartlijn valt.

Er mogen ook geen roterende bewegingen worden uitgevoerd. Dit is belangrijk, bijvoorbeeld bij het aantrekken van schoenen of bij het omdraaien na iets. In de therapie worden dergelijke bewegingsbeperkingen overwogen en worden compensatiestrategieën met de fysiotherapeut uitgewerkt. Afgezien van deze richtlijnen is fysiotherapie na een heupoperatie gericht op het bovenstaande wond genezen fasen.

Hoeveel fysiotherapie?

In de eerste dagen na de operatie wordt dagelijks fysiotherapie uitgevoerd. Korte maar frequente therapiesessies zijn hier geschikter om het gewonde weefsel voldoende tijd te geven om te regenereren. In de eerste weken wordt de therapie ook dagelijks in het ziekenhuis uitgevoerd.

Meestal krijgt de patiënt een huiswerkprogramma dat hij / zij naast de therapie een of twee keer per dag moet afmaken. Overbelasting moet worden vermeden. Tijdens revalidatie is het mogelijk dat individuele therapie slechts 2-3 keer per week plaatsvindt.

De patiënt neemt steeds meer verantwoordelijkheid om de oefeningen zelfstandig uit te voeren. Als na de nabehandeling ambulante fysiotherapie plaatsvindt, is dit meestal 1-2 keer per week. De patiënt moet nu zelfstandig thuis trainen. Om de functie van het heup gewricht na een operatie dient er regelmatig (dagelijks) getraind te worden gedurende een periode van circa 3 maanden. In de volgende periode kan het aantal therapie-eenheden worden verminderd.