Scoliose: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek is de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen:

  • Algemeen lichamelijk onderzoek - inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder:
    • Inspectie (bezichtiging).
      • Huid (normaal: intact; schaafwonden /wondenroodheid, hematomen (kneuzingen), littekens) en slijmvliezen.
      • Gangwerk (vloeiend, mank lopen).
      • Lichaams- of gewrichtshouding (rechtop, gebogen, zachte houding) [asymmetrie van de schedel​ schouder, borst of bekkenasymmetrie / bekkenhelling (= been lengteverschil <2 cm); beenlengte verschil​ ribbult].
      • Misvormingen (misvormingen, contracturen, verkorting) [sagittaal: thoracale wervelkolom kyfose / naar de achterste (dorsale) convexe kromming van de wervelkolom, lumbale wervelkolom lordose / naar de voorste convexe kromming van de wervelkolom].
      • Spieratrofieën (laterale vergelijking !, indien nodig omtreksmetingen) [lumbale uitstulping].
      • Gewricht (schaafwonden /wondenzwelling (tumor), roodheid (rubor), hyperthermie (calor); letsel indicaties zoals hematoom vorming, jichtige gewrichtsklontjes, been as beoordeling).
    • Palpatie (palpatie) van wervellichamen, pezenligamenten; spierstelsel (tonus, gevoeligheid, contracturen van paraverebrale spieren); zwelling van zacht weefsel; tederheid (lokalisatie!); beperkte mobiliteit (bewegingsbeperkingen van de wervelkolom); "Tikken op tekens" (testen op pijn van processus spinosus, transversale processen en costotransversale gewrichten (wervelribgewrichten) en rugspieren); illiosacrale gewrichten (sacro-iliacaal gewricht) (druk en tikken pijn​ compressiepijn, anterieure, laterale of saggitale); hyper- of hypomobiliteit? [vervorming van de wervellichamen.]
    • Palpatie van de gewrichten [artrose (gewrichtsslijtage)]
    • Functionele tests
      • Adams pre-bend-test (Adams-test; pre-bend-test): de patiënt buigt zijn bovenlichaam ongeveer 90 graden naar voren met de benen gestrekt en laat de armen naar beneden hangen. Als je van achteren naar de achterkant kijkt, is scoliose meestal merkbaar:
        • Die ene kant is hoger dan de andere
        • Dat er een ribbult wordt gevormd
        • De lendenspieren aan deze zijde prominenter (lumbale uitstulping), dwz het versterkt een bestaande ribbult of lumbale uitstulping aan de bolle kant van de bocht
      • Vingerafstand tot de vloer (bij maximale voorwaartse kanteling van het bovenlichaam met naar beneden hangende armen).
      • Lengte van ischiocrurale spieren (tekort aan extensie van de knie bij 90 ° heupflexie).
    • Neurologisch onderzoek (buikwand reflexenperifere intrinsieke reflexen; gevoeligheid; sterkte niveau van karakteristieke spieren).
  • Gezondheids controle

Vierkante haakjes [] geven mogelijke pathologische (pathologische) fysieke bevindingen aan.