lordose

Typische vormen van de wervelkolom

De ruggengraat heeft twee verdraaiingen weg van één en twee naar één (wanneer de kijker naar de achterkant van een ander kijkt). Van opzij gezien komt dit ongeveer overeen met de vorm van een 2e wervelkolom. De secties van de wervelkolom die van de waarnemer af bewegen, worden lordose genoemd, de secties die naar hem toe draaien worden genoemd kyfose.

De algehele vorm van de wervelkolom komt overeen met een lordose in het cervicale gebied (cervicale lordose), een kyfose in het thoracale gebied (thoracale kyfose) en opnieuw een lordose in de levenswervels (lumbale lordose). Uiteindelijk nog een kleine kyfose, de zogenaamde sacrale kyfose, volgt. De kyfose komt overeen met een concave rotatie, terwijl de lordose ook kan worden omschreven als een convexe rotatie.

lordose

De tweede meest voorkomende verkeerde positie is overmatige lordose in de lumbale regio. Het is ook in de volksmond bekend als holle rug.

Oorzaken

Veel zittende personen en personen met een gestrekte rechte houding (zoals bijvoorbeeld bij dansers of ruiters) hebben last van een uitgesproken lordose. In bijna alle gevallen bevindt lordose zich in de levensrug. Ook hier treedt verslechtering relatief snel op. In de regel worden lordosen niet zo vaak geopereerd als kyfosen. Vanwege de diepe zetel van de lordose treden neurologische symptomen meestal alleen in uitzonderlijke gevallen op.

Therapie

Er zijn veel verschillende manieren om een ​​verhoogde lordose te corrigeren, zoals speciale training, houding of rug training, werken met fysiotherapeuten of geschiktheid studio's. Het belangrijkste probleem dat tot een holle rug leidt, is in de meeste gevallen een sterke spanning van de heupbuigers (zie: iliopsoas) en de rugextensor met gelijktijdige zwakte van de buik- en bilspieren. De meeste holle ruggen zijn het resultaat van deze onevenredigheid.

Om deze onbalans weer in evenwicht te brengen is een langdurig proces, dat vaak wordt gecompenseerd door een slechte houding die jarenlang is getraind en die "normaal" aanvoelt. Na elke uitwendige houdingscorrectie is er een impuls om terug te keren naar de oude, gewende houding. Zeker in het begin moet de houding van de rug steeds weer gecontroleerd worden zodat er een reële kans is om de holle rug te corrigeren.