Synoviaal vocht

Definitie

De synoviale vloeistof, "synoviale vloeistof" genoemd in medische synovia en in spreektaal, is een stroperige en heldere vloeistof die aanwezig is in de gewrichtsholten. Het wordt gevormd door de slijmvlies van de gezamenlijke capsule en dient om de wrijvingskrachten tijdens gewrichtsbewegingen te verminderen en om het gewricht te voeden kraakbeen met voedingsstoffen. Bovendien wordt de synovia ook aangetroffen in bursae en peesscheden.

Vorming van de gelvloeistof

De gewrichtsvloeistof (synovia) wordt gevormd door de zogenaamde synoviocyten. Ze worden ook synoviale cellen genoemd en bekleden het synoviale membraan, ook wel synovialis of synoviaal membraan genoemd. Synoviocyten verschillen sterk in hun uiterlijk en er zijn in principe twee typen: type A en type B.

De cellen van type A hebben meer een ontbindende functie door celresten en andere overblijfselen op te nemen en op te lossen. Die van type B zijn de feitelijke en producerende synoviocyten. Ze produceren een mengsel van hyaluronzuur, collageen en fibronectine, waarbij de laatste twee belangrijke componenten zijn van het synoviale membraan zelf. Hyaluronzuur, ook wel hyaluronan genoemd, is samen met water en andere slijmvormende producten van de synoviocyten het hoofdbestanddeel van de synoviale vloeistof en zorgt voor de viscositeit ervan. Daarnaast bevat de synovia ook elektrolyten en enzymen die, samen met het water, uit de bloed plasma.

Functie van de gewrichtsvloeistof

Zoals eerder vermeld, heeft het synoviaal vocht twee belangrijke functies. Enerzijds dient het om de wrijving tijdens gewrichtsbelasting te verminderen en daarnaast om het gewricht te voeden kraakbeen met voedingsstoffen en zuurstof. Hyaluronan is primair verantwoordelijk voor de viscositeit van de vloeistof.

Het bindt water en verandert het in een meer stroperige massa die niet zomaar onder spanning uit de gewrichtsruimte wordt gedrukt, maar daar blijft. Dit voorkomt grotendeels direct contact tussen de twee voegvlakken. Interessant is dat de synovia ook de eigenschap heeft dat de viscositeit ervan afneemt tijdens schuifbewegingen, zodat het kan dienen als smeermiddel, bijvoorbeeld bij snelle bewegingen die hoge schuifkrachten veroorzaken.

De tweede belangrijke functie is om het gewricht te voeden kraakbeen. Gewrichtskraakbeen is niet doordrongen van schepen en wordt daarom niet meegeleverd bloed. Daarom kunnen zowel voedingsstoffen als zuurstof het kraakbeen alleen bereiken door diffusie uit de gewrichtsvloeistof. Dit is alleen mogelijk omdat weefsels zoals kraakbeen of ligamenten een zeer trage stofwisseling hebben en daarom geen hoge vraag naar deze stoffen hebben. De eigenschap van een langzame stofwisseling wordt ook wel bradytrofisch genoemd.