Pupilreflex: functie, taken, rol en ziekten

Het is bekend dat de leerling verandert zodra het wordt geconfronteerd met blootstelling aan veel of weinig licht. Het effect treedt bijvoorbeeld op wanneer iemand uit helder daglicht een donkere kamer binnenkomt. Op deze manier past het oog zich altijd aan zijn omgeving aan. Dit is de pupilreflex, ook wel licht- of donkeradaptatie genoemd, die optreedt wanneer het oog het netvlies, ook wel het netvlies genoemd, moet beschermen tegen overmatige blootstelling aan licht. De reflex vindt onbewust plaats en wordt ook op medisch gebied gebruikt. Een standaard diagnostische procedure in noodsituaties is de leerling test. Dit wordt gedaan door een zaklamp of een pupillometer te gebruiken om te testen hoe het oog reageert. Omdat de pupilreflex wordt bestuurd door de hersenen, dit maakt diagnose van hersenactiviteit en bewustzijn mogelijk om de patiënt beter te beoordelen voorwaarde.

Wat is de pupilreflex?

De pupilreflex, ook wel licht- of donkeradaptatie genoemd, treedt op wanneer het oog het netvlies, ook wel het netvlies genoemd, moet beschermen tegen te veel licht. De leerling is een visuele opening van het oog waardoor licht het binnenste van het oog binnenkomt. De zichtbare verandering in de grootte van de pupil wanneer er licht binnenkomt, is de reflex van de iris​ Betrokken bij de pupilreflex zijn de derde cerebrale en optische zenuwen​ In het netvlies vindt stimulusontvangst plaats. In dit proces kan de pupil samentrekken of verwijden en het invallende licht door de iris spieren. Bij wisselende belichting blijft het oog proberen om beelden te produceren. De grootte van de pupil wordt daarbij aangepast door de iris, net als het diafragma van een camera, aan de heersende lichtomstandigheden. Dit gebeurt zodra de fotoreceptoren van het netvlies licht waarnemen. Het netvlies is het sensorische gebied van het oog en wordt gebruikt om alle lichtprikkels waar te nemen. Het heeft een zien en een blind deel. Tijdens de lichtinval kan de pupil nooit helemaal gesloten zijn; in plaats daarvan wordt het visuele diafragma extreem verkleind bij sterke lichtomstandigheden, wat miosis wordt genoemd. Omgekeerd, wanneer de pupil verwijdt, is het mydriasis. Deze processen vinden biochemisch plaats in de sensorische cellen, die op hun beurt de kegeltjes en staafjes van het netvlies zijn. In dit proces geven gammacellen de informatie dat licht invalt via de optische zenuw naar het kerngebied van de middenhersenen, waar op hun beurt de vezels zijn verbonden om de reflex te vormen. Als we het hebben over innervatie, hebben we het over de levering van zenuwen aan organen of weefsels. De pupil verwijdt als gevolg van de sympathische innervatie van de spier van de dilatator pupillen. Deze spier ligt op het pigmentblaadje van de iris en dient als een antagonist van de sfincter pupilspier, die op zijn beurt verantwoordelijk is voor het samentrekken van de pupil. In dit geval vindt parasympathische innervatie plaats. De sfincter pupillen spier bevindt zich in het achterste deel van de iris stroma en heeft reticulaire vezels. In dit geval treedt de reflex van de iris normaal gesproken in beide ogen tegelijkertijd op, zelfs wanneer het licht slechts één van de twee pupillen binnendringt.

Functie en taak

Het netvlies is uitgerust met verschillende lichtgevoelige cellen, die op hun beurt reageren op verschillende spectrale bereiken. Daarom kan het oog niet alleen onderscheid maken tussen licht en donker, maar ook een natuurlijk wit uitvoeren evenwicht​ De constante verandering in de kleurtemperatuur van een omgeving wordt dus nauwelijks opgemerkt door de ziende persoon. De pupil reageert niet alleen met een reflex als er licht op valt. De pupil verwijdt of vernauwt ook wanneer drugs of medicijnen worden ingenomen, dus de pupilreflex kan ons veel vertellen over de bewustzijnsstaat van de betrokken persoon. De pupilreflex is bijvoorbeeld ook ernstig aangetast wanneer een persoon ernstig is opgelopen hoofd verwondingen. In comateuze toestanden of bij het begin van klinische dood, treedt er geen pupilreactie meer op. Als de reflex op een van de pupillen mislukt, kan dit ook te wijten zijn aan een hersenen tumor of hersenbloeding.

Ziekten en aandoeningen

Pupilreflexstoornissen komen in afferente en efferente vormen voor. Afferente stoornissen van de pupilreflex zijn stoornissen waarbij signaaloverdracht van het oog naar de hersenen​ Efferente stoornissen betreffen de omgekeerde route, een verstoorde signaaloverdracht van de hersenen naar het oog. Bij afferente aandoeningen, bv B. de optische zenuw beschadigd is, vindt er geen onmiddellijke pupilreactie plaats zodra er licht in het aangedane oog valt. Evenzo, als de efferente ledemaat is aangetast, vindt pupilvernauwing niet langer plaats. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er schade is aan de derde hersenzenuw, die onder meer ook verantwoordelijk is voor de beweging van de oogbal. Schade aan het netvlies leidt op zijn beurt tot een verkeerde reactie van de pupilbreedte, aangezien de transmissie van de ontvangen lichtprikkels niet meer plaatsvindt. Als het optische zenuw beschadigd is, reageert de pupil niet meer adequaat op veranderingen in lichtprikkels. Dit kan gebeuren bij pathologische veranderingen in de hersenen schepenevenzo bij tumoren die op de oogzenuw of in de buurt liggen en daar druk uitoefenen. Evenzo treedt dergelijke schade op bij de ziekte multiple sclerose​ Efferente stoornissen kunnen ook de respectieve spieren verstoren en zenuwen​ Spieren passen de pupil aan, en zenuwen voeden deze spieren. Als er een aandoening aanwezig is, zijn de leerlingen ongelijk, en de geneeskunde noemt dit anisocorie​ De rechterpupil kan bijvoorbeeld worden verwijd terwijl de linkerpupil vernauwd of normaal is. Er zijn ook aandoeningen van de spieren die de pupilbreedte regelen. Dit kan worden veroorzaakt door uitwendig letsel of door ziekten zoals suikerziekte or Lyme​ Parasympathische innervatie wordt daarentegen meestal verstoord wanneer zenuwschade is aanwezig. In de geneeskunde wordt dit pupillotonie genoemd. Ook hier kunnen de pupillen variabel verwijd zijn. De oorzaak is een verkeerd gerichte innervatie van de pupilspier. Als sympathische innervatie is verstoord, is het het Horner-syndroom, dat meestal eenzijdig optreedt. Symptomen zijn onder meer miosis, een hangende ooglid, of een oogbal die ver in de baan is teruggetrokken. Dit wordt dan enophthalmus genoemd.