Nucleus Accumbens: structuur, functie en ziekten

De nucleus accumbens is een relatief klein deel van de hersenen​ Het zorgt voor een verbinding tussen het putamen en de nucleus caudatus. De belangrijkste functie is om het beloningssysteem te reguleren.

Wat is nucleus accumbens?

De nucleus accumbens is geclassificeerd als onderdeel van het mesolimbische systeem. Het mesolimbische systeem is het beloningssysteem voor positieve prikkels. Daarin worden positieve emoties gelokaliseerd en geïdentificeerd door externe prikkels. Hierin worden passende reacties op de stimuli gepland en uitgevoerd hersenen regio. De triggerende prikkels kunnen gebaseerd zijn op ervaren gebeurtenissen, maar kunnen ook worden geactiveerd door de inname van stoffen. Om deze reden wordt de nucleus accumbens beschouwd als de regio die een essentiële rol speelt bij de ontwikkeling van verslaving. De nucleus accumbens is een onderdeel van het putamen. Het putamen vervult een belangrijke functie bij het beheersen van vrijwillige motoriek. Samen met de nucleus caudatus vormt het plutamen het striatum. Het striatum behoort tot de basale ganglia​ Deze nemen een deel van de motorische, cognitieve en limbische functies over. De nucleus accumbens is een deel van deze regio dat een omzetting van motiverende intentie in actie veroorzaakt. De waargenomen emotie wordt door de invloed van de nucleus accumbens omgezet in een zogenaamde voortbeweging. De nucleus accumbens is dus de instantie die de overgang van het motivatiesysteem naar het activeringssysteem vertegenwoordigt.

Anatomie en structuur

De nucleus accumbens wordt beschouwd als het binnenste kerngebied van het telencephalon. Dit is de grote hersenen​ De nucleus accumbens is opgenomen in het corpus striatum. Het is een kern in de basale ganglia waarin een groep van eindhersenen en diencephalische kernen zich bevinden. De nucleus accumbens vormt een klein gebied in het ventrorostrale gebied van het striatum. Het striatum is een schakelpunt in het extrapiramidale motorsysteem. De nucleus accumbens is het gebied waar de caudate nucleus en plutamen samenkomen. De vezelverbindingen lijken op die van de rest van het striatum. In de limbisch systeem gebied wordt het gekenmerkt door een bijzonder afferente vezelstructuur. Om deze reden is dit deel van de basale ganglia is een speciale relaissite voor de implementatie van motivatie en emotie. De nucleus accumbens is dus een link tussen de basale ganglia en het limbische of psychomotorische systeem. De nucleus accumbens bevat het D2-type dopamine receptoren. Deze receptoren ontvangen signalen van de neurotransmitter dopamine​ Dit heeft een prikkelende werking.

Functie en taken

De nucleus accumbens vervult een belangrijke functie in sociaal gedrag. Functioneel vertegenwoordigt de nucleus accumbens een schakelpunt tussen het emotionele en het bewegingsapparaat. Dit betekent dat waargenomen emoties acties produceren die worden gereguleerd door de nucleus accumbens. De dopamine receptoren die aanwezig zijn in de nucleus accumbens veroorzaken positieve emoties. Deze omvatten gevoelens van geluk, de ervaring van succes of euforie. Stoffen zoals opiaten of amfetaminen werken ook op de receptoren en veroorzaken dezelfde positieve emoties. Synaptische overdracht werkt daarom zowel voor ervaren emoties als voor kunstmatig opgewekte emoties. De nucleus accumbens vertegenwoordigt het beloningscentrum. Het speelt dus een belangrijke rol bij klassieke conditionering. Dit betrekt leren eenvoudige stimulus-responspatronen. Conditionering veroorzaakt bijvoorbeeld speekselvloed bij het zien van voedsel. De nucleus accumbens is de regio in de hersenen waar de ontwikkeling van verslaving zich bevindt. Dit kan een verslaving zijn aan stoffen zoals cocaïne, amfetaminen of opiaten. Echter, verslaving aan mildere stoffen zoals tabak or neusspray komt ook voort uit de nucleus accumbens. Efferents van de nucleus accumbens reizen naar de limbisch systeem en hypothalamus​ De binnenkomende informatie wordt in dit hersengebied cognitief-psychologisch verwerkt. Het verwerkingsproces veroorzaakt de vegetatieve reactie van geluk.

Ziekten

Laesies en schade aan de nucleus accumbens hebben directe effecten op het gevoel van positieve gevoelens als gevolg van beloning. Er kunnen bijzondere waardeverminderingen optreden in hersenbloeding, Door ontstekingof na ongevallen. Evenzo is schade aan de nucleus accumbens mogelijk na chirurgische ingrepen of in tumor ziekten​ In het geval van laesies van de nucleus accumbens kan het vrijkomen van zogenaamde geluksgevoelens niet langer worden gereguleerd door feedbackmechanismen. De dopaminereceptor van het D2-type medieert positieve en negatieve symptomen van schizofrenie​ Dus alle aandoeningen als gevolg van schizofrenie worden beïnvloed via de nucleus accumbens. Een disfunctie van de nucleus accumbens kan de functionaliteit van het beloningssysteem negatief beïnvloeden. Zo kan disfunctie een belangrijke invloed hebben bij aandoeningen zoals Depressie​ De stoornis kan worden verergerd of depressieve episodes kunnen worden uitgelokt. Bipolaire affectieve stoornis wordt gekenmerkt door een verstoorde beleving van emoties. Lijders lijden onder een samenspel van positieve en negatieve gevoelens. De nucleus accumbens speelt hierin een doorslaggevende rol. Zijn invloed kan de ervaring van emoties verzwakken of intensiveren. Als de functionele activiteit van de nucleus accumbens is aangetast, kan dit het onmogelijk maken om klassieke conditionering te leren. De stimulusrespons wordt dus verstoord. Veel Angst stoornissen worden door klassieke conditionering in de hersenen opgeslagen. Schade aan de nucleus accumbens kan ertoe leiden dat een reeds aangeleerde angstervaring tot een minimum wordt beperkt. In dit geval moet de angstconditionering hebben plaatsgevonden vóór de laesie van de nucleus accumbens. Een verslavende aandoening wordt aanzienlijk beïnvloed door de activiteit van de nucleus accumbens. Dit is een chronische ziekte waarbij een permanente verhoging van het dopaminegehalte ongevoeligheid voor de betreffende stof veroorzaakt. Stoppen met de stof leidt tot ernstige ontwenningsverschijnselen.