Motorische functie: functie, taken, rol en ziekten

De motorfunctie is onderverdeeld in grove motorfunctie en fijne motorfunctie. Grove motorische vaardigheden vormen de basis van ruimtelijke oriëntatie en vatten grote bewegingen van het lichaam samen. Grove motoriek is beweging coördinatie en reactievaardigheden. Fijne motoriek verwijst naar behendigheid van de handen, gezichtsuitdrukkingen en orale motoriek. De grove motoriek en de fijne motoriek zijn nauw met elkaar verbonden.

Wat is motorische ontwikkeling?

Door motorische functies begrijpen artsen het geheel van alle acties die plaatsvinden tijdens alle bewegingen in het menselijk lichaam, dat wil zeggen alle bewegingsprocessen die door de mens worden bestuurd. hersenen​ Met motorische vaardigheden begrijpen artsen het geheel van alle acties die plaatsvinden tijdens alle bewegingen in het menselijk lichaam, dwz alle bewegingssequenties die door de mens worden bestuurd. hersenen​ Basismotorische vaardigheden zijn coördinatie vaardigheden zoals bewegingscoördinatie. Voor het optreden van basismotorische bewegingen is een goede spierspanning noodzakelijk. Het beste voorbeeld hiervan is het gevoel van evenwicht​ Er wordt onderscheid gemaakt tussen grove motoriek en fijne motoriek. Elk gebied kan afzonderlijk worden gepromoot. Als we aan fijne motoriek denken, denken we eerst aan handen, bijvoorbeeld een potlood vasthouden, maar gezichtsuitdrukkingen en mond motorische vaardigheden zijn ook inbegrepen. Bruto motoriek omvat alle grotere bewegingen zoals klimmen, lopend, springen en onderhouden evenwicht​ Dit zijn processen die veel beweging vereisen. Zonder houding, evenwicht, en houding, kunnen doelmotorische vaardigheden niet worden uitgevoerd. Grotere spiergroepen worden gebruikt voor grove motoriek, maar de functies kunnen mislukken door zelfs heel kleine ontbrekende bewegingen. De fijne motoriek ontwikkelt zich op de leeftijd van drie en stabiliseert zich op de leeftijd van vijf.

Functie en taak

Elke spierbeweging van het lichaam wordt direct of indirect gecontroleerd door de hersenen​ De motor-eindplaat is hierbij in belangrijke mate betrokken. Het is een synaps en zorgt voor de verbinding tussen een motor zenuwcel en een spiercel. Om de grove en fijne motoriek goed te laten functioneren, hebben mensen verschillende nodig coördinatie capaciteiten. Er worden zeven basisvaardigheden onderscheiden: koppelingsvermogen, differentiatievermogen, reactievermogen, evenwichtsvermogen, oriëntatievermogen, ritmiseringsvermogen en herschikkingsvermogen. De coördinatieve vermogens staan ​​in wisselwerking met de voorwaardelijke vermogens bij elke atletische prestatie. De motorische gebieden van de hersenschors ontwerpen en plannen elke beweging en sturen de informatie naar de spieren voor uitvoering. Om de informatie soepel te laten verlopen, zijn twee andere hersenstructuren nodig: de cerebellum en basale ganglia​ Alleen met de steun van de cerebellum kan een bepaalde beweging soepel en nauwkeurig worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de beweging van de verlengde vinger naar het puntje van de neus-​ Om deze beweging correct te laten plaatsvinden, zijn er verschillende gecoördineerde spieren contracties van de schouder, arm en hand zijn noodzakelijk. Het is hetzelfde als we op één staan been, bijvoorbeeld. De hersenschors voert bij alle bewegingen extra fijne correcties uit. Als we een been cerebellum geeft de commando's door aan de spieren die voorkomen dat het omkantelt. Dit alles gebeurt onbewust. De basale gangliaop zijn beurt permanent kiezen tussen gewenste en ongewenste actiesequenties. Alleen zo is een fijne motorische beweging in de juiste richting en met de juiste intensiteit mogelijk. Door alleen te balanceren, slagen we erin om zelfs een delicaat voorwerp zoals een rauw ei zo aan te raken dat het niet breekt. Nogmaals, via het cerebellum kunnen geïnitieerde bewegingen worden vertaald in precieze en vloeiende actiescènes.

Ziekten en kwalen

Het cerebellum bevat meer dan de helft van de neuronen van de hersenen. Dit maakt het gemakkelijk om te zien hoe complex de neurale verbindingen in dit deel van de hersenen zijn. Zelfs vroeg jeugdkunnen ernstige motorische ontwikkelingsstoornissen optreden, die meestal gemakkelijk te behandelen zijn. Grotere hoeveelheden alcohol aanzienlijk verstoren functie van het cerebellum en dezelfde effecten worden gezien als bij een persoon die lijdt aan cerebellumziekte. Evenwichtsstoornissen optreden, de getroffen persoon wankelt en loopt met brede benen. De spraak lijkt ook schokkerig. Het cerebellum is ook sterk betrokken bij de motoriek leren processen. Als het beschadigd is, kunnen we niet meer goed leren. De hersengebieden basale ganglia en thalamus filter de juiste bewegingspatronen eruit en laat de impulsen overgaan op de hersenschors en daarmee de uitvoering van de beweging. Om complexe, aangeleerde bewegingen te kunnen maken, is het filteren in de basale ganglia van het grootste belang. De basale ganglia kunnen echter geen beweging initiëren. In Parkinson, komt er teveel informatie in dit filter terecht, waardoor bewegingsimpulsen niet worden doorgegeven aan de hersenschors. Opvallende stoornissen zijn herkenbaar: de zieke heeft een stijve gezichtsuitdrukking, slikt minder vaak dan een gezond persoon en zwaait nauwelijks met zijn armen tijdens het lopen. Ook tilt hij zijn voeten maar een klein beetje op, zodat hij regelmatig struikelt. Langzame trillingen en spierstijfheid zijn andere symptomen van deze ziekte. Bij de erfelijke ziekte de ziekte van Huntingtongebeurt precies het tegenovergestelde; het filter laat veel te veel signalen door. Spierbewegingen komen plotseling en onverwacht op gang, de zieke heeft er nauwelijks controle over, grimassen bijvoorbeeld of slingert armen en benen heen en weer. Met toenemende leeftijd vereisen de meeste motorische taken meer concentratie​ Een verstoring van de grove motorische functie is snel zichtbaar, omdat de getroffen persoon ernstig beperkt wordt. Rijden op een fiets, erop springen been, of sporten zijn erg moeilijk voor mensen met grove motorische stoornissen. Schade aan de grote hersenen leidt bijna altijd tot motorische stoornissen in het bewegingsapparaat. Er zijn problemen met houdingsregulatie en verlamming. Ofwel is de motorische controle van de spieren verstoord, helemaal afwezig, ofwel is er een toename van de tonus in de spier. Aan de andere kant veroorzaken basale ganglia-aandoeningen bewegingsstoornissen omdat de strategische planning en initiatie van alle bewegingen wordt belemmerd.