Juveniele botcyste

Definitie

Een botcyste is een met vloeistof gevulde holte in het bot en wordt ingebouwd onder tumorachtige goedaardige botletsels. Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen een eenvoudige (jeugdige) en aneurysmatische botcyste. Zoals de naam al doet vermoeden, komt het klinische beeld van een juveniele botcyste voor bij kinderen en adolescenten en bevindt het zich in de metafyse.

Dit is het gebied tussen de diafyse en de pijnappelklier en omvat de groeischijf bij kinderen en adolescenten. In de meeste gevallen bevindt de eenvoudige botcyste zich op de opperarmbeen (50-70%) of dijbeen (25%). Aanvankelijk bevinden de botcysten zich direct op de groeischijf; hoe meer je groeit, hoe verder weg (meer distaal) het is. Bij patiënten ouder dan 20 jaar kan een juveniele botcyste ook de knieschijf, schouderblad of ilium. De vloeistof in de cyste is sereus en kan na een bot bloederig zijn breuk.

Frequentie

Slechts ongeveer 20% van de botcysten komt voor in het tweede levensdecennium, en het merendeel van de ongeveer 65% komt voor in de eerste tien levensjaren. Jongens worden twee keer zo vaak getroffen als meisjes. Over het algemeen zijn juveniele botcysten goed voor ongeveer drie procent van alle bottumoren.

Istanbul

Omdat de juveniele botcyste geen onmiddellijke symptomen veroorzaakt, wordt deze meestal bij toeval ontdekt. Het kan echter zelden leiden tot pijn en zwelling evenals bewegingsbeperkingen. In 30 tot 60% van de gevallen valt het op door een breuk dat heeft plaatsgevonden.

In de bovenarm

De juveniele botcyste is goedaardig bot tumor meestal gevestigd in de bovenarm. De opperarmbeen is een lang buisvormig bot in het menselijk skelet en, samen met andere lange buisvormige botten zoals dij, is een typische plaats van manifestatie van juveniele botcysten. In de bovenarm zelf groeit de juveniele botcyste meestal in het gebied van de metafyse.

De metafyse ligt tussen de pijnappelklier, de regio van het gewricht hoofd, en de diafyse, de botschacht. De juveniele botcyste bevindt zich daarom aanvankelijk relatief dicht bij het gewrichtsgebied en in het gebied van de groeischijf van de foetus. Bij het verdere groeiproces neigt de juveniele botcyste naar de botschacht te verschuiven.