Beeldvorming | Juveniele botcyste

Imaging

Standaardbeeldvorming omvat hier röntgenfoto's in twee vlakken. Het toont een scherp gedefinieerde laesie gecentreerd in het bot. Een typisch teken bij röntgenfoto's is het "vallende fragmentteken".

In dit geval steekt een samengevouwen fragment uit in de met vloeistof gevulde holte. Bovendien kan een CT of MRI worden uitgevoerd om nog nauwkeurigere informatie over de juveniele botcyste​ Naast röntgenfoto's is de MRI een andere, nauwkeurigere procedure bij de diagnose van a juveniele botcyste.

De juveniele botcyste wordt in de MRI gepresenteerd als een laesie die gevuld is met vloeistof en niet "chambered" is, dwz het bevat niet meerdere ruimtes die van elkaar gescheiden kunnen worden. In uitzonderlijke gevallen kan er echter een atypisch septum aanwezig zijn, dwz de kamer wordt gescheiden door een dun septum. De MRI wordt bovendien gebruikt bij de diagnose van een juveniele botcyste, omdat deze het voordeel biedt dat de omvang van de botcyste goed kan worden afgebakend en dus de exacte grootte kan worden bepaald.

Bovendien kan de daadwerkelijke aanwezigheid van vloeistof alleen worden geverifieerd met de MRI. In het algemeen is de MRI echter niet altijd absoluut noodzakelijk, aangezien een Röntgenstraal beeld kan zinvol genoeg zijn om een ​​juveniele botcyste te diagnosticeren. Naast de met vloeistof gevulde holte kan de cystewand in de MRI nader worden beschreven. In dit geval is een zachte cyste capsule zonder nodulaire veranderingen kenmerkend zichtbaar. Een oedeem, dwz een ophoping van vocht rond de botcyste, is alleen aanwezig als a breuk van het aangetaste bot is al secundair opgetreden.

Differentiële diagnoses

Hoewel het een juveniele botcyste kan zijn, is beeldvorming alleen vaak niet voldoende en andere oorzaken van een pathologische breuk moet worden uitgesloten op basis van de kliniek en eventuele verdere diagnostische maatregelen. Een patholoog breuk is een botbreuk die spontaan optreedt zonder externe invloed. Deze andere oorzaken zijn onder meer: ​​aneurysmatische botcyste, abces, reuzenceltumor, fibreuze dysplasie (een misvorming van botweefsel), chondromyxoïd fibroom;