Intelligentie: functie, taken, rol en ziekten

Het definiëren van het concept van intelligentie, dat zo vaak wordt gebruikt, is vaak moeilijk. In het dagelijkse gebruik wordt het op verschillende manieren gebruikt en wordt het altijd anders gedefinieerd. Dit komt door het feit dat er verschillende soorten intelligentie zijn die onder deze term vallen.

Wat is intelligentie?

In het dagelijkse en professionele leven vervult intelligentie een belangrijke functie. Het beschrijft hoe goed iemand in staat is om met taken en problemen om te gaan. In principe is intelligentie niets meer dan een verzamelnaam die in de psychologie wordt gebruikt. Op het hoogste definitieniveau verwijzen psychologen naar intelligentie als het cognitieve vermogen van een persoon. De term komt oorspronkelijk uit het Latijn en betekent zoiets als "kiezen tussen iets". Dit is meer bevorderlijk voor een definitie in engere zin. Intelligentie wordt gemeten aan de hand van iemands acties en gedefinieerd in termen van wat hij kiest - wat hij "kiest". Aangezien de afbakening van cognitieve vaardigheden op zichzelf echter een twistpunt is onder experts, is het problematisch om met een universeel geldige, schoolbare definitie te komen. Oppervlakkig gesproken is intelligentie het vermogen om met verschillende situaties om te gaan en door na te denken problemen op te lossen. Zowel neuropsychologie als algemene en differentiële psychologie houden zich bezig met intelligentie, op basis van verschillende ontwikkelingsmethoden en hersenen Onderzoek. Met zogenaamde intelligentietests kan het intelligentiequotiënt (IQ) van een persoon worden gemeten. Hier worden verschillende denktaken uit verschillende gebieden aan de orde gesteld, die moeten worden opgelost. Aan de hand van het resultaat wordt het IQ gemeten. Een van de bekendste modellen van intelligentie is een theorie van Charles Spearman, volgens welke er een verband bestaat tussen de verschillende capaciteiten van een persoon, die hij omschrijft als factor g. Deze algemene intelligentiefactor bepaalt het intelligentieniveau van een persoon. Andere psychologen spreken van meervoudige intelligenties, die als relatief onafhankelijk van elkaar kunnen worden beschouwd.

Functie en taak

Intelligentie kan voor een groot deel worden gezien als een ijkpunt. Psychologen gaan ervan uit dat het intelligentiequotiënt van de bevolking gemiddeld 100 is. Aan de hand van metingen bij individuen kijken artsen en psychologen of er sprake is van een afwijking van de gemiddelde intelligentie. Een verschil van 15 IQ-punten komt overeen met typische fluctuaties. In het dagelijkse en professionele leven vervult intelligentie een belangrijke functie. Het beschrijft hoe goed iemand in staat is om met taken en problemen om te gaan die hem regelmatig worden opgelegd of op zijn pad worden gegooid. Zo halen intelligente mensen gemiddeld betere cijfers op school en komen ze in hogere functies in het beroepsleven terecht. Toch spelen ook andere factoren op dit gebied een rol, zodat we hier inderdaad alleen kunnen spreken van benchmarks. IJver en ambitie kunnen dat wel evenwicht uit een lager IQ. Hiervoor is echter een zekere basisintelligentie nodig. Statistisch gezien leiden intelligente mensen ook gezonder en bereiken zo een hogere leeftijd. Intelligentie speelt ook een belangrijke rol bij sociale interactie. Het beïnvloedt de interactie met anderen en bepaalt dus vaak met wie individuen zich vrijwillig omringen. In veel gevallen correleert intelligentie met sociale klasse en kan daarom nauwelijks als statisch worden omschreven. Bij deze vraag spelen echter zowel erfelijkheid als omgevingsinvloeden een grote rol. Bovendien, de huidige gemoedstoestand en concentratie spelen een doorslaggevende rol bij intelligentietests. Daarnaast kunnen denktaken tot op zekere hoogte worden aangeleerd en geoefend. Deskundigen hebben nog geen duidelijk antwoord gevonden op de vraag in hoeverre het intelligentiequotiënt daarmee samenhangt geestesziekte​ Studies hebben echter aangetoond dat zowel bijzonder intelligente als minder intelligente mensen erdoor worden beïnvloed.

Ziekten en aandoeningen

Het is niet ongebruikelijk dat vooral hoogbegaafden last hebben van hun intelligentie. De redenen hiervoor zijn talrijk, maar houden vaak verband met een gebrek aan kennis van hun omgeving. Afgezien van het gemedieerde gevoel niet op dezelfde golflengte te zitten met anderen, missen hoogbegaafden in veel gevallen iemand met wie ze bepaalde onderwerpen op een vergelijkbaar niveau kunnen bespreken. Ze stuiten vaak op onwetendheid of onbegrip en daarnaast zijn er verschillende persoonlijkheidsstoornissen die verband zouden houden met een hoge intelligentie. Deze omvatten schizoïde persoonlijkheidsstoornis, wat wordt geassocieerd met een gebrek aan sociale interactievaardigheden. Diverse aandoeningen en ziekten veroorzaken verminderde intelligentie. Waaronder autisme, het syndroom van Asperger, en verschillende genetische defecten. Genetisch veroorzaakte handicaps leiden ook vaak tot een vermindering van de intelligentie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij trisomie 21. Vermindering van het intelligentievermogen wordt merkbaar door sociale, motorische en taalstoornissen. Ongeveer 15% van de bevolking lijdt aan een leren handicap, ook wel borderline intelligence genoemd. De getroffenen hebben een gemiddeld IQ van rond de 70 en hebben daar moeite mee leren materiaal op school. Artsen maken onderscheid tussen verschillende niveaus van intelligentiebeperking. Met een IQ van minder dan 20 spreekt men van een zeer ernstige vermindering van intelligentie, die duidelijk wordt in het vermogen om te spreken, onthouding en beweging. Ziekten die een vermindering van de intelligentie kunnen veroorzaken, zijn onder meer rodehond, hersenvliesontsteking, epilepsie, zwangerschap trauma, prematuriteit en moederlijk roken gedurende zwangerschap​ Maar stofwisselingsziekten kunnen ook een negatief effect hebben op de intelligentie. In aanvulling op, ondervoeding kan de schuld zijn van verminderd hersenen prestatie. De reden hiervoor is vaak een tekortkoming in vitamine D niveaus. Er zijn verschillende ondersteunings- of hulpmethoden voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Integratief maatregelen en therapie programma's en begeleid wonen bieden hen de mogelijkheid om sociale contacten te leggen. Plaatsing in instellingen is niet meer gebruikelijk.