Herken: functie, taak en ziekten

Het eerste waarnemingsproces is de gewaarwording van de sensorische cellen van de perceptuele structuren. Met de herkenning van een perceptie wordt een vergelijking gemaakt in de hersenen tussen momenteel waargenomen stimuli en stimuli van het perceptuele geheugen​ Alleen deze afstemming stelt de mens in staat te interpreteren.

Wat is herkenning?

Erkenning vindt plaats op basis van eerdere percepties die zijn opgeslagen in het hersenen ter vergelijking met elke nieuwe perceptie. De anatomische sensorische systemen van mensen stellen hen in staat om prikkels uit de omgeving en van binnenuit te ontvangen. De ontvangst van prikkels vindt plaats via de sensorische cellen van het respectievelijke perceptuele systeem. Om een ​​beeld te krijgen van de eigen omgeving of processen in het eigen lichaam, is prikkelontvangst echter slechts het eerste geval van waarneming. Via afferente zenuwbanen bereikt perceptuele informatie de hersenen via de spinal cord, waar de interpretatie, classificatie en herkenning van de stimuli pas begint. In de hersenen wordt het beeld geassembleerd. Perceptuele psychologie verdeelt het waarnemingsproces in drie verschillende fasen: sensatie, organisatie en classificatie. Bij visuele waarnemingen bijvoorbeeld, geeft de eerste fase aanleiding tot een beeld van het object. De stap van organisatie organiseert het beeld in een solide vorm gemaakt van individuele vormen. Pas in de laatste stap wordt betekenis toegekend aan de zintuiglijke indruk: de waarneming wordt aldus herkend. Erkenning vindt plaats op basis van eerdere waarnemingen, die in de hersenen worden opgeslagen en dienen ter vergelijking met elke nieuwe waarneming. Alleen door zijn waarneming te vergelijken, categoriseren en te beoordelen, herkent de mens, in het geval van bijvoorbeeld het gezichtsvermogen, een bepaald beeld als een persoon of een object. Erkenning is daarmee een van de laatste stappen in de perceptuele keten.

Functie en taak

Zoals alle levende wezens, nemen mensen de fysieke eigenschappen van hun omgeving en hun eigen lichaam met hun zintuigen waar. Er zijn echter verschillen van grotere of kleinere omvang tussen wat wordt herkend en wat daadwerkelijk wordt waargenomen. Wat het zintuig detecteert, komt niet noodzakelijk overeen met wat uiteindelijk wordt herkend. Dit fenomeen kan bijvoorbeeld worden gereproduceerd door Optische illusie​ Bovendien komt subjectieve waarneming niet altijd overeen met de objectief werkende prikkels uit de fysieke wereld die de waarneming in de eerste plaats triggeren. Op de weg tussen het grijpen van het zintuig en de stap van herkenning, filteren de hersenen informatie uit een waarneming, vat ze informatie samen, verdelen ze de waarneming in categorieën en ordenen ze de afzonderlijke waarnemingsgebieden op basis van hun ervaringsbelang. In het geval van percepties van het visuele systeem, bijvoorbeeld op weg naar herkenning, moeten de hersenen eerst individuele objecten uit de algehele perceptie filteren, deze objecten herkennen door ze te matchen met perceptuele herinneringen, en in de laatste stap het algemene beeld begrijpen. . Objectherkenning berust bijvoorbeeld op beknoptheid als principe. Cijfers worden gepercipieerd volgens het principe van beknoptheid met een zo eenvoudig mogelijke structuur. Door het nabijheidsprincipe kunnen mensen beeldelementen ook als bij elkaar horen, zodra ze bijzonder dicht bij elkaar staan. Bovendien stelt het gelijkenisprincipe mensen in staat om alle beeldelementen met dezelfde vorm of kleur als geheel waar te nemen. Symmetrische structuren behoren voor mensen tot hetzelfde object. Identieke bewegingen of een verschijning en verdwijning creëren tegelijkertijd evenveel saamhorigheid als gesloten lijnen van een oppervlak, gemeenschappelijke gebieden als afgebakende gebieden of continue beeldvoortzetting van onderbroken elementen. Een visuele indruk wordt door deze en andere principes getransformeerd van een algemene indruk naar veel geëxtraheerde gestaltinformatie. Pas na deze processen worden de individuele objecten herkend en krijgen ze een interpretatieve betekenis. Dus voor objectherkenning en interpretatie, in visuele indrukken de hersenen extracten informatie over de locatie van objecten en de samenhang van herkende lijnen. Bij objectherkenning volgt interpretatie van de geëxtraheerde objecten door ze te matchen met visueel geheugen​ Deze afstemming wordt gedaan door functieanalyse. Elk object vertegenwoordigt een bepaalde set van abstracte kenmerken en kan op basis van deze kenmerken worden herkend. De feitelijke herkenning van een waarneming komt dus eerst overeen met de opgave, waarin een object wordt geclassificeerd en zo de vertegenwoordiger wordt van een bepaalde categorie. In het geval van complexe objecten wordt herkenning bereikt door ze op te splitsen in eenvoudigere componenten. De herkenning van de subobjecten en hun opstelling ten opzichte van elkaar stelt de persoon in staat het totale object te herkennen. Herkenning in alle andere sensorische systemen werkt volgens een soortgelijk principe.

Ziekten en kwalen

Perceptie is een complex proces. Door verschillende perceptuele afwijkingen in verschillende sensorische structuren kan de subjectieve perceptie in meer of mindere mate verschillen van objectief werkende stimuli. Als laesies in zenuwstructuren de waarneming belemmeren, is er een onderliggend lichamelijk voorwaarde​ Als dit niet het geval is, is er waarschijnlijk sprake van een mentale perceptuele stoornis. Ervaringen, interesses en aandacht kunnen bijvoorbeeld zintuiglijke indrukken beïnvloeden. De integriteit van anatomische perceptuele structuren maakt objectieve stimulusontvangst mogelijk. Ervaringen, interesses en aandacht maken echter subjectieve herkenning en interpretatie van een perceptie mogelijk. In elk deelgebied van de waarneming kunnen verstoringen voorkomen. Dus zelfs een persoon met intacte sensorische organen kan last hebben van perceptuele stoornissen. Visuele waarnemingsstoornissen manifesteren zich vaak in het onvermogen om dezelfde vormen of ruimtelijke locatie te herkennen. Andere stoornissen op het gebied van visuele waarneming hebben te maken met gezichtsherkenning. Auditieve perceptuele stoornissen gaat vaak gepaard met een onvermogen om geluiden te classificeren of geluiden afzonderlijk te herkennen. Veel herkenningsstoornissen zijn tijdelijke perceptuele zwakheden. Soms zijn perceptuele stoornissen het gevolg van overlappende ontwikkelingsstoornissen en zijn ze te wijten aan een gebrek aan ondersteuning. Er is echter een verstoorde verbinding tussen de perceptuele inhoud en de weergave ervan binnen het perceptuele geheugen is ook een mogelijke oorzaak. Erkenningsstoornissen kunnen ook het gevolg zijn van lichamelijke ziekten zoals Alzheimer ziekte of veroorzaakt door geestesziekte.