Wat zijn antigenen? | Antilichamen

Wat zijn antigenen?

Antigenen zijn structuren of stoffen op het oppervlak van cellen in het menselijk lichaam. Ze zijn meestal eiwitten, maar kunnen ook vetten zijn, koolhydraten of zelfs totaal verschillende composities. Ofwel zijn het de lichaamseigen structuren, die onder normale omstandigheden altijd in het menselijk lichaam aanwezig zijn, ofwel zijn het vreemde structuren of stoffen die het lichaam zijn binnengedrongen maar daar eigenlijk niet thuishoren.

Deze vreemde antigenen worden gewoonlijk herkend door de B- of T-lymfocyten van het afweersysteem en worden gebonden en onschadelijk gemaakt door specifieke antilichamen die eerder zijn geproduceerd door de B-lymfocyten. Vanaf het begin heeft de immuunsysteem leert onderscheid te maken tussen lichaamseigen structuren en vreemde, zodat onder gezonde omstandigheden alleen vreemde antigenen worden bestreden. Als het immuunsysteem herkent ten onrechte de eigen onschadelijke structuren van het lichaam als vreemde antigenen en bestrijdt ze ook, dit pathologische proces wordt een auto-immuunreactie genoemd, waaruit auto-immuunziekten kunnen ontstaan.

Functie van antilichamen

De hoofdfunctie van antilichamen is het herkennen, binden en vernietigen van ziekteverwekkers of vreemde stoffen of materialen die het lichaam zijn binnengedrongen. De eiwitmoleculen geproduceerd door de B-lymfocyten (een bepaalde ondersoort van wit bloed cellen) kunnen worden onderverdeeld in verschillende klassen van antilichamen, die elk verschillende taken en eigenschappen hebben en waarvan sommige hun belangrijkste werkterrein hebben in verschillende delen van het lichaam. Als de ziekteverwekker of het vreemde molecuul (antigeen) in het lichaam wordt herkend door het afweersysteem, beginnen de B-cellen onmiddellijk het juiste antilichaam te produceren, dat vervolgens met zijn ene verbindingspunt aan de te bestrijden structuur en met zijn andere verbinding aanmeert wijs naar andere afweercellen van het lichaam (bijv. macrofagen = aaseters). Deze worden vervolgens geactiveerd en nemen de antilichaam-antigeencomplexen op, waardoor de lichaamsvreemde stoffen of ziekteverwekkers onschadelijk worden.

Screeningtest op antilichamen

De antilichaamscreeningtest (afgekort AKS) is een test in de laboratoriumgeneeskunde waarbij de patiënt bloed serum wordt gescreend op bepaalde antilichamen gericht tegen specifieke structuren (antigenen) op het membraan van de rode bloedcellen (erytrocyten). Er wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere en onregelmatige antistoffen tegen het rood bloed cellen: de reguliere zijn de zogenaamde anti-A- en anti-B-antilichamen, waarbij het anti-A-antilichaam aanwezig is bij patiënten met bloedgroep B, het anti-B-antilichaam dienovereenkomstig bij patiënten met bloedgroep A. De onregelmatige antilichamen omvatten het anti-D-antilichaam, dat gericht is tegen de resusfactor D.Om de reguliere en onregelmatige antilichamen in het bloedserum van de patiënt te vinden, wordt het patiëntserum gemengd met de overeenkomstige antigenen nadat het bloedmonster is afgenomen, zodat als er antistoffen aanwezig zijn, treedt er een klonterreactie van het bloed op: de test wordt dan als positief beoordeeld. De antilichaamscreeningtest wordt voornamelijk uitgevoerd ter voorbereiding op bloedtransfusies en als onderdeel daarvan zwangerschap screening. In de dagelijkse klinische praktijk wordt de term "antilichaamscreeningtest" ook algemeen gebruikt voor de bepaling van antilichamen in de context van bijvoorbeeld infectie- of auto-immuunziekten, maar moet niet worden verward met de feitelijke betekenis zoals hierboven beschreven.