Cromoglicinezuur: effect, toepassingen, bijwerkingen

Hoe cromoglicinezuur werkt

Allergische reacties zijn overmatige afweerreacties van het immuunsysteem op feitelijk onschadelijke prikkels (allergenen) zoals pollen, huisstofmijt, bepaalde voedingsmiddelen of huisdieren. Contact van het allergeen met de huid, slijmvliezen of bindvlies van de ogen veroorzaakt onaangename symptomen zoals roodheid, zwelling en jeuk.

Mestcelstabilisatoren zoals cromoglicinezuur kunnen worden gebruikt om deze allergische reacties te onderdrukken. Ze stabiliseren de mestcellen zodat ze niet meer zo gevoelig reageren op allergenen door ontstekingsboodschappers vrij te geven. Dit voorkomt allergiesymptomen.

Absorptie, afbraak en uitscheiding van cromoglicinezuur

Omdat cromoglicinezuur alleen lokaal werkt en bij orale inname niet in het lichaam wordt opgenomen, zijn voor de werkzame stof alleen doseringsvormen zoals oogdruppels, neussprays of inhalatiepreparaten geschikt. Cromoglicinezuur wordt bovendien slechts in zeer beperkte mate via de slijmvliezen opgenomen en onveranderd via de urine en ontlasting uitgescheiden.

Wanneer wordt cromoglicinezuur gebruikt?

Cromoglicinezuur is goedgekeurd voor de behandeling van:

De behandeling is altijd preventief, aangezien cromoglicinezuur niet geschikt is voor acute behandeling. De therapie kan seizoensgebonden (bijvoorbeeld bij gras- of boompollenallergieën) of permanent worden toegepast.

Hoe cromoglicinezuur wordt gebruikt

Bij gebruik moet er rekening mee worden gehouden dat cromoglicinezuur pas na ongeveer twee tot drie dagen een relevant effect heeft. Tot die tijd moeten acuut effectieve anti-allergische middelen parallel met de mestcelstabilisator worden gebruikt.

Neusspray

Oogdruppels

Om waterige, geïrriteerde ogen te behandelen, wordt vier keer per dag één druppel cromoglicinezuur-oogdruppels (twee procent natriumcromoglicaatoplossing) in de conjunctivale zak van beide ogen gedruppeld. Indien nodig kan de dosis achtmaal daags worden verhoogd tot twee druppels.

Inhalatie-oplossing

Er zijn cromoglicinezuur-inhalatieoplossingen, spuitbussen en poederinhalatoren beschikbaar om astmatische symptomen te behandelen. Spuitbussen en poederinhalatoren moeten worden gereserveerd voor volwassen patiënten, omdat het gebruik ervan een zekere mate van coördinatie vereist. Inhalatieoplossingen die via een inhalator worden verneveld en via een masker worden geïnhaleerd, zijn geschikt voor kinderen.

Wat zijn de bijwerkingen van cromoglicinezuur?

Bij sommige patiënten veroorzaakt de werkzame stof cromoglicinezuur irritatie van de slijmvliezen in neus en mond, neusbloedingen, niezen, hoesten, heesheid, smaakverlies en zwelling van de tong. De oogdruppels kunnen leiden tot brandende ogen, een gevoel van vreemd lichaam en rode ogen.

Andere mogelijke bijwerkingen zijn hoofdpijn, misselijkheid en, in zeldzame gevallen, overgevoeligheidsreacties (jeuk, kortademigheid, astma-aanvallen en zwelling van de slijmvliezen).

Waar moet rekening mee worden gehouden bij het gebruik van cromoglicinezuur?

Directe interacties tussen cromoglicinezuur en andere werkzame stoffen zijn tot nu toe niet bekend.

Indien nodig moet de neus worden gesnoten voordat de neusspray wordt gebruikt.

Bij gebruik van cromoglicinezuur bij astma moet altijd de ademstootkracht, die wordt gemeten met een peakflowmeter, worden gecontroleerd, zodat eventuele verslechtering van de ademhaling tijdig kan worden opgemerkt. Om de behandeling met cromoglicinezuur te staken, moet de dosering geleidelijk worden verlaagd. Plotseling stoppen kan een astma-aanval uitlokken.

Tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding zal de arts de voordelen en risico’s van het gebruik van de mestcelstabilisator zorgvuldig afwegen.

Hoe u medicijnen kunt verkrijgen met cromoglicinezuur

Voor combinatiepreparaten die ook een werkzame stof bevatten die alleen op recept verkrijgbaar is (bijvoorbeeld voor astmapatiënten), is een recept vereist.

Hoe lang is cromoglicinezuur bekend?

De mestcelstabilisator cromoglicinezuur werd in 1965 door zelfexperimenten ontdekt door de wetenschapper R. Altounyan. Hij onderzocht verschillende planten op hun astma-verbeterende werking en ontdekte de stof khellin in bisschopswiet. Het chemische derivaat ervan, cromoglicinezuur, bleek effectief en had relatief weinig bijwerkingen. Tegenwoordig zijn er talloze goedgekeurde preparaten die de werkzame stof cromoglicinezuur bevatten.