Goedaardige prostaathyperplasie: complicaties

De volgende zijn de belangrijkste ziekten of complicaties die kunnen worden veroorzaakt door goedaardige prostaathyperplasie (BPH; goedaardige prostaatvergroting):

Urogenitaal systeem (nieren, urineweg-genitale organen) (N00-N99).

  • Goedaardige prostaatobstructie (BPO; blaas uitlaatobstructie, BOO-obstructie van de blaasuitlaat; toename van de weerstand van de blaasuitlaat).
  • Dring aan op incontinentie (synoniem: aandrangincontinentie) - blaas Opslagstoornis: blaassfincter is intact, maar de blaasspier reageert te gevoelig.
  • Ureterale ectasie (ureterale dilatatie).
  • Urineretentie
  • Urineweginfecties (UTI)
  • Hydronefrose ("water zak nier“) Met beperking van de nierfunctie.
  • overactief blaas (overactieve blaas [OAB]).
  • Veranderingen in de structuur van de blaas
  • Nierbekken-ectasie (nierbekkenverwijding).

Symptomen en abnormale klinische bevindingen en laboratoriumbevindingen, niet elders geclassificeerd (R00-R99).

  • Dwangmatig urineren (aandrang om te plassen die niet onderdrukt of onder controle kan worden gehouden) met / zonder aandrangincontinentie (onvrijwillig urineverlies wanneer hiertoe wordt aangespoord)
  • Ischurië (urineretentie​ onvermogen om ondanks te plassen drang om te plassen).
  • Nocturie - nachtelijk urineren
  • Pollakisurie - drang om te plassen vaak zonder vaker plassen.
  • Andere mictiestoornissen: gespleten urinestraal, zwakke urinestraal, vertraagde urinelozing (urineren).

Prognostische factoren

  • Ontstekingsmarkers (CD45, CD4, CD8 en CD68 in weefselmonsters) -CD4 was geassocieerd (gekoppeld) met het hoogste risico op progressie (progressie) van goedaardige prostaathyperplasie​ Mannen die een behandeling met niet-steroïde ontstekingsremmers nodig hadden drugs (NSAID) bij baseline liepen een hoger risico op ziekteprogressie.