Hoe gevaarlijk kan atriale flutter worden? | Atriale flutter

Hoe gevaarlijk kan atriale flutter worden?

Soortgelijke boezemfibrillerenkan de onregelmatige hartslag complicaties veroorzaken bij atriale flutter. De meest voorkomende en tegelijkertijd gevaarlijkste complicatie is een trombo-embolie. Dit is de vorming van een bloed stolsel in de boezems, die zich via de hart- kamers in de arteriële schepen van het lichaam.

Dit komt vooral veel voor als de bloed stolsel verspreidt zich in de slagaders die de hersenen, waardoor de slagaders worden verplaatst en a beroerte gebeuren. In zeldzame gevallen kan de bloed stolsel dat zich vormt kan ook leiden tot een nier or milt infarct. De CHA2DS2VASc-score kan worden gebruikt om het risico op trombo-embolie in te schatten.

Dit wordt normaal gesproken berekend voor patiënten met boezemfibrilleren. Over het algemeen patiënten met atriale flutter vertonen een iets lager risico op trombo-embolie dan patiënten met boezemfibrilleren. De volgende parameters worden in aanmerking genomen door de CHA2DS2VASc-Score en krijgen elk één punt: chronisch hart- falen, arteriële hypertensie, suikerziekte mellitus, vaatziekten (CHD, PAD), leeftijd tussen 65 en 74 jaar, vrouwelijk geslacht.

Bovendien heeft eerdere trombo-embolie (of beroerte) en een leeftijd ouder dan 75 jaar worden ook met twee punten beoordeeld. Afhankelijk van het geslacht en de score is bloedverdunnende therapie (antistolling) vereist. Vitamine K-antagonisten (Marcumar®), directe orale anticoagulantia (Dabigatran, Apixaban, Edoxaban, Rivaroxaban) of heparine kan hiervoor worden gebruikt.

De CHA2DS2VASc-score wordt gebruikt om het risico van in te schatten beroerte zonder bloedverdunnende therapie (anticoagulatie). Met een CHA2DS2VASc-score van 1 is het jaarlijkse risico op een beroerte ongeveer 1%. Met een score van 4 is de kans op een beroerte al 4%.

Bij een score van minimaal 6 punten is het risico al boven de 10%. Naast het risico op trombo-embolie kunnen er andere complicaties optreden als gevolg van chronische atriale flutter. Door het permanent verminderde hartminuutvolume als gevolg van de onregelmatige hartslag, kan het klinische beeld van hart- mislukking kan ontstaan.

Dit leidt tot een achterstand van bloed in de bloedsomloop van het lichaam (met o.a. de ontwikkeling van oedeem en ascites) en in de longen (risico op longoedeem). Vooral patiënten met een voorheen beperkte hartpompfunctie worden getroffen. Bovendien kan een langdurige snelle en onregelmatige hartslag leiden tot schade aan het hartspierweefsel (tachycardiomyopathie). Deze hermodellering van weefsel bevordert ook de ontwikkeling van hartfalen.