Carpaaltunnelsyndroom: medische geschiedenis

De medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van carpaaltunnelsyndroom. Familiegeschiedenis Hebben andere mensen in uw familie last van deze symptomen? Sociale geschiedenis Wat is uw beroep? Actuele anamnese/systemische voorgeschiedenis (somatische en psychische klachten). Welke veranderingen heb je opgemerkt? Hoe lang bestaan ​​deze veranderingen? Doen … Carpaaltunnelsyndroom: medische geschiedenis

Carpaal tunnelsyndroom: of iets anders? Differentiële diagnose

Cardiovasculair systeem (I00-I99). Syndroom van Raynaud (ziekte van Raynaud) - vaatziekte die wordt gekenmerkt door toevallen-achtige verbleking van de handen of voeten als gevolg van vasospasme. Infectieuze en parasitaire ziekten (A00-B99). Ziekte van Lyme - infectieziekte die wordt overgedragen door teken. Psyche – zenuwstelsel (F00-F99; G00-G99) Polyneuropathie – pathologische verandering van verschillende zenuwen, voornamelijk leidend tot paresthesieën (insensaties). Spierreuma … Carpaal tunnelsyndroom: of iets anders? Differentiële diagnose

Carpaal tunnelsyndroom: complicaties

Hieronder volgen de belangrijkste ziekten of complicaties die kunnen worden veroorzaakt door het carpaaltunnelsyndroom: Psyche – Zenuwstelsel (F00-F99; G00-G99). Parese (verlamming)/paresthesieën (sensorische stoornissen) van de hand. Musculoskeletaal systeem en bindweefsel (M00-M99). Tenovaginitis stenosans (vastende vinger of knippende vinger) - bij tendovaginitis stenosans de Quervain is de beklemming gelokaliseerd in ... Carpaal tunnelsyndroom: complicaties

Carpaal tunnelsyndroom: diagnostische tests

Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek en verplichte laboratoriumparameters - voor differentiële diagnostische verduidelijking. Sensorische/motorische elektro-neurografie (ENG) – om zenuwgeleidingssnelheid te bepalen: Sensorische zenuwgeleidingssnelheid (NLG) van medianuszenuw: > 8 m/s lager dan in vergelijking met nervus ulnaris [methode met de hoogste gevoeligheid (percentage … Carpaal tunnelsyndroom: diagnostische tests

Carpaal tunnelsyndroom: chirurgische therapie

Chirurgische therapie voor carpaaltunnelsyndroom is superieur aan conservatieve therapie. Decompressie van KTS is een van de meest voorkomende operaties wereldwijd. Indicaties (toepassingsgebieden) Aanhoudende sensorische stoornissen Therapieresistente nachtelijke pijn (brachialgia paraesthetica nocturna) of paresthesieën met slaapstoornissen. Chirurgische ingreep Open splijting van het netvlies/retinaculum (met of zonder neurolyse/operatie om de … Carpaal tunnelsyndroom: chirurgische therapie

Carpaal tunnelsyndroom: preventie

Om het carpaletunnelsyndroom te voorkomen, moet aandacht worden besteed aan het verminderen van individuele risicofactoren. Gedragsrisicofactoren Veroorzaakt door overmatig gebruik, zoals zwaar mechanisch werk (beroepsziekte* ): Blootstelling aan hand-armtrillingen (trillingen). Verhoogde inspanning van de handen (krachtig grijpen). Repetitieve manuele activiteiten met flexie (buigen) en extensie (strekken) van de handen in de pols. … Carpaal tunnelsyndroom: preventie

Carpaal tunnelsyndroom: symptomen, klachten, tekenen

De volgende symptomen en klachten kunnen samen wijzen op het carpaaltunnelsyndroom: Hoofdsymptoom Inslapen van de hand, vooral 's nachts, vaak gepaard gaande met pijn (brachialgia paraesthetica nocturna) [50-60% van de gevallen zijn beide handen; risico op verwarring met cervicaal wervelkolomsyndroom, polyneuropathie of cervicale myelopathie - zie onder differentiële diagnoses]. Bijbehorende symptomen Pijnlijke paresthesieën (paresthesieën) zoals tintelingen, pinnen … Carpaal tunnelsyndroom: symptomen, klachten, tekenen

Carpaal tunnelsyndroom: oorzaken

Pathogenese (ontwikkeling van ziekte) De etiopathogenese van carpaaltunnelsyndroom (KTS) is multifactorieel en de meeste gevallen worden geclassificeerd als idiopathisch; 50-60% van de gevallen is bilateraal (bilateraal). Voor KTS is als voorwaarde een anatomische vernauwing in het gebied van de carpus vereist. De hierboven beschreven symptomen worden veroorzaakt door een toename van het volume van de inhoud van de tunnel. … Carpaal tunnelsyndroom: oorzaken

Carpaal tunnel syndroom: therapie

Algemene maatregelen Vermijden van overbelasting, bijv. zware mechanische werkzaamheden. Gebruik van ergonomische toetsenborden Medische hulpmiddelen In de vroege stadia van de ziekte: 's nachts het dragen van een palmaire (palmzijde) polsspalk in de neutrale positie (nachtspalk); zie ook onder Carpaal tunnel syndroom/medische therapie: vergelijking methoden “polsspalk versus enkelvoudige corticosteroïd injectie” Voedingsgeneeskunde Voedingsadvisering … Carpaal tunnel syndroom: therapie

Carpaal tunnelsyndroom: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek – inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Keuring (bezichtiging). Huid en slijmvliezen Hand [atrofie (weefselatrofie) van de thenarmusculatuur/duimkussenspieren en sensorische stoornissen (van de handpalm en vingers 1-3 inclusief de radiale zijde van de … Carpaal tunnelsyndroom: onderzoek

Carpaal tunnelsyndroom: medicamenteuze therapie

Therapiedoel Verbetering van de symptomatologie Aanbevelingen voor therapie Ontstekingsremmende geneesmiddelen (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen, NSAID's), bijv. diclofenac, ibuprofen [geen aanhoudend significant effect!]. In de vroege stadia van de ziekte: nachtspalken van de pols en lokale infiltratie van cortison (glucocorticoïden); zo kort en laag mogelijke doseringen (bijv. eenmaal 20 mg methylprednisolon) Cave (Waarschuwing)! Met infiltratie (“insertie”; … Carpaal tunnelsyndroom: medicamenteuze therapie