Anatomie van het oor | De functie en piercing van het oorkraakbeen

Anatomie van het oor

De anatomie van het oor is verdeeld in een microscopisch deel en een met het oog zichtbaar deel (macroscopisch deel). Het microscopisch kleine deel laat zien dat het oor kraakbeen behoort tot het elastische kraakbeenweefsel. Het elastiek kraakbeen is een zeer celrijk kraakbeen dat uit slechts één kraakbeencel bestaat, waarin nauwelijks groeperingen herkenbaar zijn.

Het bevat ook veel elastische vezels die uitstralen in de kraakbeen huid. Deze elastische eigenschappen zorgen voor een grote stabiliteit en nauwelijks kwetsbaarheid bij het buigen (buigbaar) of drukken op het oor. Anders zou ons oor al beschadigd raken als we op één kant slapen, vanwege het gewicht van het geheel hoofd drukt op een kleine hoeveelheid weefsel.

De macroscopische structuur, dwz het deel dat zichtbaar is voor het oog, bestaat uit het uitwendige oor en de uitwendige gehoorgang (Meatus acusticus externus). Helemaal aan de buitenkant, gericht naar de achterkant van de hoofd, de helix ligt in een grote boog. Naar het gezicht toe wordt het oor begrensd door de tragus.

De tweede uitstekende boog, die bijna evenwijdig is aan de helix, wordt de anthelix genoemd en het onderste uiteinde van deze boog wordt de antitragus genoemd. Andere componenten worden Cavum Conchae, Crus helicis, Scapha genoemd en er zijn er nog veel meer. De exacte structuur en vorm van de afzonderlijke onderdelen verschilt sterk van persoon tot persoon en verandert ook in de loop van het leven.

Het oor is niet alleen samengesteld uit het uitwendige oor zichtbaar voor ons, maar ook van de middenoor. Het oor is niet alleen samengesteld uit het uitwendige oor zichtbaar voor ons, maar ook van de middenoor.