Carpaal tunnelsyndroom: medicamenteuze therapie

Therapiedoel

Verbetering van symptomatologie

Therapie aanbevelingen

  • Anti-ontsteking drugs (niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen, NSAID's), bijv. diclofenac, ibuprofen [geen aanhoudend significant effect!].
  • In de vroege stadia van de ziekte: nachtelijke spalken van de pols en lokale infiltratie van cortisone (glucocorticoïden​ zo kort mogelijke en lage doses (bijv. eenmaal 20 mg methylprednisolon) Cave (Waarschuwing)! Bij infiltratie (“inbrengen”; injectie) met hydrocortison bestaat het risico op peesruptuur (peesruptuur)!
  • Zie ook onder “Verder therapie'.

Verdere opmerkingen

  • Ibuprofen: verhoogd cardiovasculair risico werd niet waargenomen bij doses tot 1,200 mg per dag.
  • In een onderzoek onder 212 patiënten met milde tot matige carpaal tunnel syndroomwerd de werkzaamheid van een injectie met corticosteroïden vergeleken met die van een pols spalk. Na 6 weken bleek een enkele injectie met corticosteroïden effectiever te zijn dan pols spalk zorg.