Longembolie: oorzaken

Pathogenese (ziekteontwikkeling) Ongeveer 80-90% van de trombi in de longslagaders is afkomstig van diepe veneuze trombose (TBVT) en 10-20% van trombose van de iliacale, axillaire, halsader of van het rechter hart. Als een trombus (bloedstolsel) loskomt van zijn associatie, sluit deze zich via het hart af in een longslagader en verplaatst dan een … Longembolie: oorzaken

Longembolie: therapie

Algemene maatregelen Immobilisatie – niet voor ernstniveau 1 Vervroegd ontslag en ambulante therapie bij “zorgvuldig geselecteerde” laagrisicopatiënten kan overwogen worden als daaropvolgende antistolling op poliklinische basis gerechtvaardigd is (Klasse IIa-aanbeveling). Na de acute fase: nicotinebeperking (afzien van tabaksgebruik). Herziening van permanente medicatie vanwegemogelijk effect op de bestaande ziekte. … Longembolie: therapie

Longembolie: diagnostische tests

Verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen. Elektrocardiogram (ECG; registratie van de elektrische activiteiten van het myocardium)* – als basisdiagnose bij noodgevallen [excessieve P-golf (P pulmonale), een afwijking naar rechts van het positietype, teken van verrekking van het rechter hart (nieuw begin rechter bundeltakblok), SI Q-III-type, T-negatieven in V1-V4 (5), ST-depressies; atriale aritmieën] Bloeddrukmeting … Longembolie: diagnostische tests

Longembolie: chirurgische therapie

Voor de acute behandeling van longembolie zijn in principe de volgende maatregelen beschikbaar: Antistolling (antistolling; NOAK: apixaban, dabigatran, edoxaban en rivaroxaban) of intraveneuze trombolyse (trombus oplossen) als noodmaatregel bij hemodynamische achteruitgang (ESC) richtlijn: klasse 1 aanbeveling). Rekanaliseringsprocedures (heropening van verplaatste bloedvaten): trombectomie (operatieve verwijdering van een bloedstolsel … Longembolie: chirurgische therapie

Longembolie: preventie

Om longembolie te voorkomen, moet aandacht worden besteed aan het verminderen van individuele risicofactoren. Gedragsrisicofactoren Voeding Onvoldoende vochtinname – leidt tot uitdroging (uitdroging), waardoor trombofilie (neiging tot stolling/trombose) toeneemt. Consumptie van stimulerende middelen Tabak (roken) Lichamelijke activiteit Veelvuldig langdurig zitten of immobiliteit (bedlegerigheid). Langdurig voor de TV zitten – ≥ 5 h/d … Longembolie: preventie

Longembolie: medische geschiedenis

De medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van longembolie. Familiegeschiedenis Komt er in uw familie een voorgeschiedenis van frequente hart- en vaatziekten voor? Sociale geschiedenis Wat is uw beroep? Zit je veel? Heb je net een langeafstandsvlucht gemaakt? Actuele anamnese/systemische voorgeschiedenis (somatische en psychische klachten). Hebben … Longembolie: medische geschiedenis

Longembolie: of iets anders? Differentiële diagnose

Ademhalingssysteem (J00-J99) Bronchiale astma Bronchitis – ontsteking van de bronchiën. Pleuritis (ontsteking van de pleura) Pneumonie (pneumonie) Pneumothorax – meestal een acuut ziektebeeld waarbij lucht de pleuraholte binnendringt en zo de uitzetting van een of beide longen belemmert. Dit leidt ertoe dat de ademhaling niet of slechts beperkt is… Longembolie: of iets anders? Differentiële diagnose

Longembolie: complicaties

Hieronder volgen de belangrijkste ziekten of complicaties die kunnen worden veroorzaakt door een longembolie: Ademhalingssysteem (J0-J99) Infarct-pneumonie – longontsteking die zich manifesteert in het deel van de long dat niet langer wordt doorbloed. Longabces - vorming van een ingekapselde verzameling pus. Pleuritis (ontsteking van het borstvlies) Pleurale effusie - … Longembolie: complicaties

Longembolie: classificatie

Stadiëring van longembolie (LE) volgens Grosser. Ernst I matig ernstig LE Ernst II ernstig LE Ernst III enorm LE Ernst IV fulminant LE Klinische symptomen Discreet (plotseling, kortdurend begin van dyspneu (kortademigheid), hyperventilatie, angst en duizeligheid), klinisch stil bij 80% Acute dyspneu , tachypneu (ademhalingsfrequentie: > 20/min), tachycardie (hartslagen: > … Longembolie: classificatie

Longembolie: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek – inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Keuring (bezichtiging). Huid en slijmvliezen [centrale cyanose (blauwachtige verkleuring van huid en centrale slijmvliezen, bijv. tong)] (20 %) Tekenen van rechterhartfalen (rechterzijdig hartfalen)? Nek ader congestie? … Longembolie: onderzoek

Longembolie: test en diagnose

Laboratoriumparameters van de eerste orde – verplichte laboratoriumtests. Klein bloedbeeld [voor basisdiagnose; als ongefractioneerde heparine (UFH) wordt gebruikt, regelmatige controle van het aantal bloedplaatjes]. CRP (C-reactief proteïne) of ESR (erytrocytsedimentatiesnelheid). Bloedgasanalyse (BGA) D-dimeer (eindproduct van proteolyse van fibrine) – Indicaties: bij vermoede longembolie Opmerking: De specificiteit (waarschijnlijkheid dat daadwerkelijk … Longembolie: test en diagnose