Diagnose van een bekkenveneuze trombose | Bekkenveneuze trombose

Diagnose van een bekkenveneuze trombose

Als de typische symptomen van een bekkenveneuze trombose zoals een gevoel van zwaarte en spanning, pijn, zwelling en blauwe verkleuring van de been optreden, een specifiek trombose diagnose moet worden uitgevoerd. Hier is de zogenaamde kleuren-duplex-compressie-echografie de diagnostische standaard. Dit is een bijzondere ultrageluid onderzoek van de been aderen, die de bloed stolsel en de verminderde stroomsnelheid van het bloed.

Dit onderzoek is pijnloos en er is geen blootstelling aan straling. Verder verhoogd D-dimeren is te vinden in de bloed, een laboratoriumparameter die typisch is voor bloedstolsels, maar die ook verhoogd kan zijn bij andere ziekten (zoals kanker) en heeft daarom slechts een beperkte betekenis. Als het bloed stolsel kan niet duidelijk worden gedetecteerd door ultrageluidkan ook een beeldvormend onderzoek met contrastmiddel worden gebruikt.

Behandeling van bekkenveneuze trombose

If bekkenveneuze trombose is gediagnosticeerd, is een snelle start van de therapie noodzakelijk om het risico op pulmonaal te beperken embolie zo laag mogelijk. De gebruikelijke therapie bestaat uit zogenaamde antistolling. Dit verwijst naar de toediening van geneesmiddelen die de bloedstolling remmen en zo de vorming van verdere stolsels voorkomen.

Hiervoor kunnen verschillende medicijnen, in het dagelijks leven ook wel bloedverdunners genoemd, worden gebruikt. heparine wordt vaak gebruikt, dat, afhankelijk van de bereiding, één of twee keer per dag kan worden toegediend met een injectie onder de huid (subcutaan). Als alternatief kunnen zogenaamde directe orale anticoagulantia worden gebruikt, die in tabletvorm worden gegeven (bijv. Xarelto).

De duur van de bloedverdunning is sterk afhankelijk van de oorzaak van de bekkenveneuze trombose en wordt gedurende minimaal zes maanden uitgevoerd. Dit wordt voornamelijk beschouwd als een preventieve maatregel om de vorming van een nieuw stolsel te voorkomen. Als er verhoogde risicofactoren zijn, kan de duur van de bloedverdunning worden verlengd.

Als de symptomen erg uitgesproken zijn en vooral bij jonge patiënten, de bloedprop kan ook operatief worden verwijderd. Bloedverdunning om verdere stolsels te voorkomen, moet in dit geval ook worden uitgevoerd. Dit moet gepaard gaan met een drukbehandeling met steunkousen voor minimaal drie maanden.

Het is ook belangrijk dat er geen bedrust wordt waargenomen, maar dat er matige lichamelijke activiteit wordt waargenomen. - Medicijnen voor profylaxe van trombose

  • Steunkousen
  • Maatregelen ter profylaxe van trombose

In veel gevallen van bekken is een operatie niet nodig ader trombose. Het wordt vooral aanbevolen bij zeer uitgesproken symptomen, zoals ernstig been zwelling en ernstig pijn.

Dit geldt vooral voor jongere patiënten, die waarschijnlijk ook aan de noodzakelijke vereisten voor chirurgie zullen voldoen (bijv cardiovasculair systeem). Een andere indicatie voor een operatie is de zeer dramatische vorm van veneus trombose, bekend als "Phlegmasia coerulea dolens". Hier allemaal veneus schepen van een been zijn geblokkeerd en de bloedstroom kan niet langer worden gegarandeerd.

Dit is waar maximum pijn en zwelling van het aangedane been treedt op. Alleen een spoedoperatie kan voorkomen amputatie van het been. Gelukkig is dit maximale beeld van een bekken ader trombose is zeer zeldzaam.

Recanalisatie is een chirurgische ingreep waarbij het bekken ader wordt bevrijd van de trombus en het veneuze kanaal wordt als het ware heropend. Een katheter (een dunne buis) wordt meestal in de aangetaste ader ingebracht. Aan het uiteinde van de katheter bevindt zich een kleine ballon die kan worden opgeblazen zodra deze zich achter het stolsel bevindt.

Hierdoor kan het stolsel uit de ader worden getrokken. Als alternatief kan een sterk geconcentreerde hoeveelheid bloedverdunner kan via de katheter plaatselijk op het stolsel worden aangebracht en de resulterende fragmenten van het stolsel kunnen worden verzameld. Of herkanalisatie geïndiceerd is, dient in overleg met de patiënt te worden bepaald door een deskundige arts.