Buitenste meniscus | Meniscus

Buitenste meniscus

De buitenste meniscus is een sikkelvormig element in de kniegewricht, bestaande uit vezelig kraakbeen, die zich ook tussen de gewrichtsoppervlakken van het dijbeen en het scheenbeen bevindt. Zoals de binnenste meniscus buitenste meniscus heeft ook de taak om schokken op te vangen en de laaddruk gelijkmatig over een groter gebied te verdelen. In tegenstelling tot binnenste meniscus buitenste meniscus is niet gefuseerd met de gezamenlijke capsule en het buitenste collaterale ligament (buitenste ligament), daarom het buitenste meniscus wordt minder vaak getroffen door verwondingen dan de binnenste meniscus.

In tegenstelling tot het innerlijke meniscus, de buitenste meniscus wordt belast tijdens de binnenrotatie en ontlast tijdens de buitenrotatie, fungeert tevens als glijlager tussen de gewrichtsvlakken en helpt onder andere om de synoviale vloeistof in de kniegewricht en zorgen zo voor beter glijden. Als er een verwonding optreedt aan de buitenkant meniscus, het kan traumatisch zijn of worden veroorzaakt door slijtage, net als de binnenste meniscus. De beoordeling van het letsel is ook vergelijkbaar met die van de schade aan de binnenmeniscus. Klinische meniscus-tekens en beeldvormingstechnieken helpen bij het stellen van een diagnose. Evenzo de therapeutische procedure en de prognose van het innerlijke meniscus laesie zijn vergelijkbaar (zie hierboven).

Taken van de meniscus

De afzonderlijke taken worden hier echter nogmaals in korte vorm gepresenteerd. De menisci in het kniegewricht gebied hebben de volgende taken en functies: Het contactoppervlak vergroten: Het kniegewricht verbindt de dij (= dijbeen) met de onderste been (= scheenbeen). Omdat beide dijen een verschillende structuur hebben en dus een ander gewrichtsoppervlak, zouden ze alleen een klein contactvlak vormen als ze zonder kniegewricht en menisci op elkaar zouden worden gelegd.

Om deze instabiliteit en niet-functionaliteit te vermijden, werden in de loop van de menselijke ontwikkeling menisci gecreëerd, die op ambachtelijk niveau ook als 'wasmachines' kunnen worden omschreven. Stabilisator: Stabiliserende functies worden vooral toegeschreven aan de achterhoorn van de meniscus. Het zit als een remblok tussen het scheenbeen en het dijbeen en voorkomt het scheenbeen hoofd van naar voren schuiven.

Bufferfunctie: vanwege de grote elasticiteit als gevolg van het vezelachtige kraakbeen weefselstructuur van de menisci, effecten die van boven naar beneden werken been worden gebufferd. Dit is een passende vergelijking met schokken absorbers in een auto.

  • De toename van het contactoppervlak
  • Stabilisatie
  • Buffer- of schokdemperfunctie