Bijwerkingen van Ritalin

Bijwerkingen zijn effecten die niet overeenkomen met het beoogde effect en worden daarom als ongewenste effecten beschouwd. Heel vaak, wanneer u begint met innemen Ritalinkunnen slaapstoornissen en verhoogde prikkelbaarheid optreden. Door de dosis te verlagen of zelfs de middag- / avonddosis over te slaan, kunnen deze symptomen gewoonlijk worden verminderd.

Verlies van eetlust is een vaak voorkomende bijwerking van het nemen Ritalin®, maar verdwijnt vaak in de loop van de dag. Maag pijn, misselijkheid en braken komen ook vaak voor aan het begin van de behandeling en kunnen worden verminderd als er iets wordt gegeten terwijl het medicijn wordt ingenomen, dwz door het niet op een lege plek in te nemen. maag. Andere bekende bijwerkingen van het gebruik van Ritalin® zijn zeer frequent: frequent: zelden: bij kinderen die langdurig worden behandeld: zeer zelden:

  • Zweten
  • Gebrek aan concentratie en
  • Geluidsgevoeligheid (bij volwassenen met narcolepsie)
  • Verandering van hartslag (meestal versneld)
  • Hartkloppingen
  • Hartritmestoornissen
  • Veranderingen in bloeddruk (meestal verhoging)
  • Maagklachten
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Droge mond
  • overgevoeligheidsreacties
  • Allergische huidsymptomen (bijv. Jeuk, huiduitslag)
  • Haaruitval
  • gewrichtspijn
  • Hoofdpijn
  • Slaperigheid
  • oplichterij
  • Verstoringen van de bewegingssequenties (dyskinesieën)
  • Onrust
  • Hyperexcitabiliteit
  • Agressiviteit en
  • Fever
  • Verminderde gewichtstoename en groei
  • Visuele stoornissen en wazig zien
  • Hartpijn (angina pectoris)
  • Afname van het aantal witte bloedcellen (leukopenie) / rode bloedcellen (anemie)
  • Afname van bloedplaatjes (trombocytopenie)
  • Hyperactiviteit
  • Psychotische reacties
  • Depressieve stemmingen
  • Epileptische aanvallen
  • Gedragsstereotypen
  • Intensivering of ontwikkeling van tics (spiertrekkingen)
  • Spierkrampen
  • Tourette syndroom
  • Functionele stoornissen van de cerebrale bloedvaten
  • Meer dromen
  • Diarree
  • Constipatie
  • Verstoorde leverfunctie
  • Ontstekingen van het mondslijmvlies
  • Vlekkerige huidbloeding (trombocytopenische purpura)
  • Blaarvorming op de huid en
  • Zwellingen onder andere met koorts

Het nemen Ritalin® kan leiden tot vals-positief laboratoriumwaarden voor amfetaminen, vooral wanneer een immunoassay-methode wordt gebruikt voor de diagnose.

Als alcohol wordt ingenomen, kan een onvoorspelbare versterking van het effect optreden. Tijdens de therapie met Ritalin® dient alcohol strikt te worden vermeden. Bijzondere voorzichtigheid is geboden als de familie van de patiënt Gilles de la heeft Tourette syndroom.

Als de patiënt zelf het syndroom niet of slechts in geringe mate heeft ontwikkeld, kan een behandeling met Ritalin® onder strikt medisch toezicht worden getest. Zelfs bij lichte hypertensie of motoriek tics (plotselinge, snelle spiertrekkingen), wordt het gebruik van Ritalin® niet aanbevolen. Ritalin® kan de bereidheid tot krampen vergroten.

Om deze reden is de behandeling van patiënten met epilepsie met Ritalin® wordt slechts in zeer beperkte mate aanbevolen. In individuele gevallen kan de frequentie van epileptische aanvallen toenemen. Onder deze omstandigheden moet de therapie strikt worden heroverwogen en moet Ritalin® mogelijk worden stopgezet.

Indien mogelijk moet Ritalin® niet plotseling worden stopgezet, omdat de symptomen dan kunnen optreden zoals ze zich voordoen. Als er een aangeboren is hart- defect, lopen kinderen die Ritalin® gebruiken het risico op een plotselinge dood. Om deze reden, en vanwege het nog steeds onverklaarde mechanisme, mag de behandeling met Ritalin® niet worden gegeven aan kinderen met een aangeboren hart- defect.

Het medicijn Ritalin® mag niet worden gebruikt bij personen met ernstige hypertensie. Ritalin neemt toe hart- snelheid en systolisch en diastolisch bloed druk. Vanwege dit mechanisme is bijzondere voorzichtigheid vereist bij patiënten die in het bijzonder last kunnen hebben van hypertensie of verhoogd kunnen zijn hartslag.

Ritalin® (methylfenidaat) mag niet worden gebruikt bij patiënten met hartritmestoornissen of ernstig angina pectoris. als er veranderingen zijn in de centrale van de patiënt zenuwstelsel vergeleken met de normale toestand, zoals aneurysma's of soortgelijke, behandeling met methylfenidaat (Ritalin®) is niet toegestaan. Als de patiënt psychiatrische stoornissen heeft, dient behandeling met Ritalin® indien mogelijk te worden vermeden. Als psychotische symptomen zoals picturaal hallucinaties en hallucinaties van aanraking optreden tijdens de behandeling met Ritalin, dient de arts te overwegen de therapie te staken.

Agressief gedrag is een van de typische symptomen van AD (H) S, maar kan verder worden verergerd of zelfs in de eerste plaats optreden bij behandeling met Ritalin. De behandelende arts moet zorgvuldig overwegen of het redelijker is om de therapie met Ritalin® te stoppen of dat een dosisaanpassing voldoende is. Indien zich suïcidaal gedrag voordoet tijdens de behandeling van de patiënt met Ritalin®, dient de connectie met Ritalin® direct door de arts te worden opgehelderd en eventueel moet een wijziging van de soort behandeling van de AD (H) S worden aangebracht.

De mogelijke invloed van methylfenidaat (Ritalin) over de longitudinale groei van kinderen en dus hun lengte moet in het bijzonder worden vermeld. Bovendien kan het medicijn Ritalin de gewichtstoename bij kinderen beïnvloeden, daarom worden regelmatige gewichts- en lengtecontroles aanbevolen voor kinderen die met Ritalin worden behandeld. Ook als patiënten langdurig met Ritalin worden behandeld, regelmatig bloed Er moeten controles worden uitgevoerd, waaronder differentiële bloedtellingen.

  • Verhoogde behoefte aan slaap
  • Vraatzuchtige honger
  • Moods
  • Depressie
  • Psychotische reacties en
  • Stoornissen in de bloedsomloop