Bijbehorende symptomen | Laat de hand vallen

Bijbehorende symptomen

Omdat de meest voorkomende oorzaken van een hand laten vallen zijn een schouderdislocatie en een bovenarm breuk, is er natuurlijk aanzienlijk pijn in deze gevallen in de schouder en bovenarm. In aanvulling op, zenuwschade in het schouder- en bovenarmgebied leidt tot verminderde elleboogextensie en gevoelloosheid in delen van de handrug en de achterkant van de onderarm. Aan de andere kant veroorzaakt schade aan de midden- tot onderarm meestal geen bijkomende symptomen, behalve mogelijk pijn.

De hand laten vallen zelf of de verantwoordelijke schade aan de radiale zenuw veroorzaakt meestal niet pijn. Sommige getroffen personen melden alleen ietwat onaangename gewaarwordingen in de huidgebieden die door de zenuw worden aangevoerd, dwz de rug van de hand en de achterkant van de onderarm. Sinds de zenuwschade is in de meeste gevallen het resultaat van een breuk of de bovenarm of een schouderdislocatie, de hand laten vallen kan natuurlijk gepaard gaan met aanzienlijke pijn in de bovenarm of schouder.

Als de patiënt deze pijn kan lokaliseren, is dit een belangrijke eerste stap op weg naar diagnostische en therapeutische maatregelen. Als de palm voortkomt uit zenuwschade nabij de schouder - zoals het geval kan zijn bij een schouderdislocatie of een breuk van de opperarmbeen nabij de schouder - dit kan gepaard gaan met gevoelloosheid of zelfs volledig verlies van gevoel in bepaalde delen van de huid. Deze laatste omvatten de duimzijde van de handrug, de centrale achterkant van de onderarm en een klein gebied op de laterale onderarm.

Welke spieren worden beïnvloed door een vallende hand?

De drop-hand is het resultaat van een beschadiging van de zenuw die de "bewegingsopdrachten" naar de hand en vinger extensoren. Elk van deze spieren wordt de Musculus extensor genoemd, met de naam van het lichaamsdeel dat het is stretching wordt toegevoegd als een derde naamcomponent voor elke spier. Dienovereenkomstig is er een Musculus extensor indicis (extensor van de index vinger), een Musculus extensor digiti minimi (extensor van de pink), een binnenste en een buitenste Musculus extensor carpi (extensor van de pols), een brede en een lange Musculus extensor pollicis (duim extensor) en een Musculus extensor digitorum (extensor van alle vingers behalve de duim). vinger en handextensoren, de radiale zenuw levert ook de supinatorspier en de brachioradialis-spier, die voornamelijk de buitenwaartse rotatie van de onderarm uitvoeren.

Hieruit volgt dat een vallende hand soms gepaard kan gaan met een binnenwaartse rotatie van de onderarm. Bovendien staat de spier van de abductor pollicis longus, die verantwoordelijk is voor het spreiden van de duim, ook onder controle van de radiale zenuw. En tenslotte krijgt ook de triceps brachii (“triceps”) spier zijn impulsen van de radiale zenuw, waardoor schade aan de zenuw in het schoudergebied zich vaak manifesteert als verlamming van de elleboogextensie naast de neergaande hand.