Arm: structuur, functie en ziekten

De menselijke arm wordt ook wel het bovenste lidmaat genoemd. Het dient als een grijpinstrument en helpt bij het rechtop lopen door middel van evenwichtige bewegingen.

Wat is de arm?

De arm is onderverdeeld in de bovenarm, onderarm en met de hand. Het heeft het grootste bewegingsbereik van elk deel van het lichaam. De arm en hand bestaan ​​in totaal uit 30 botten​ Evolutionair zijn de armen een verdere ontwikkeling van de voorpoot bij zoogdieren. Dienovereenkomstig is hun belangrijkste functie voedselopname in de vorm van een grijpinstrument. Omdat mensen op twee benen konden lopen, hebben de armen ook als hulpmiddel gediend evenwicht tijdens het lopen en lopend​ Dit komt vooral tot uiting in de slingerbeweging tijdens jogging.

Anatomie en structuur

De opperarmbeen vormt het deel van de arm dat zich het dichtst bij het lichaam bevindt en herbergt het grootste bot in de bovenste extremiteit: het opperarmbeen. Dit is verbonden met het schouderblad aan de bovenkant van de schoudergewricht en naar de ellepijp en radius onderaan via het ellebooggewricht. Bekende en belangrijke spieren van de bovenarm zijn de biceps brachii ("biceps-spier") en de triceps brachii ("triceps-spier"). De biceps-spier functioneert als de onderarm flexor en de triceps als de onderarmextensor. De triceps is dus de antagonist, dwz de tegenstander, van de biceps. De grootste bovenarmspier is de deltaspier, die de schoudergewricht van boven. De belangrijkste functie is het heffen van de armen. De onderarm strekt zich uit van het ellebooggewricht tot de carpus. Het bestaat uit twee botten: ellepijp en straal. Beide zijn buisvormig botten en zijn bevestigd aan de elleboog en pols gewrichten​ De ellepijp is veel dunner en zwakker dan de straal. Het bevindt zich aan de kleine kant vinger zijde, terwijl de straal zich aan de duimzijde bevindt. Een speciaal kenmerk bij mensen is dat de ellepijp en de straal niet met elkaar zijn versmolten. Hierdoor kan de pols en onderarm om te draaien. De spieren van de onderarm kunnen op basis van hun functie in vier groepen worden verdeeld. De pronatoren (bijv. M.pronator terres, ronde binnenwaartse rotator) zorgen ervoor dat de ellepijp en straal naar binnen kunnen roteren. Tot de supinatoren behoort bijvoorbeeld de M.supinator (naar buiten gerichte rotator). Het draait de onderarm naar buiten. Verder omvatten de onderarmspieren de hand en vinger flexoren, evenals de hand- en vingerextensoren. Het skelet van de hand is samengesteld uit carpale botten, middenhandsbeentjes en vingerkootjes. De carpus bestaat uit acht carpale botten (schippersbotje, lunate, driehoekig, erwt, grote veelhoekige, kleine veelhoekige, capitate, hooked), die met elkaar zijn verbonden door ligamenten en gerangschikt in twee rijen van elk vier knooppunten. De buisvormige botten van de metacarpus zijn verbonden met deze carpale botten. Mensen hebben vijf metacarpale botten, die bijna parallel zijn gerangschikt. De metacarpale botten zijn verdeeld in drie secties: de basis, die in een gearticuleerde verbinding staat met de carpale botten, de schacht en de hoofd​ De vijf middenhandsbeentjes worden gevolgd door de vingerkootjes. In het geval van de duim bestaan ​​deze uit twee vingerkootjes, bij alle andere vingers uit drie vingerkootjes (basis-, midden- en eindkootjes). De individuele vingerkootjes zijn met elkaar verbonden door kleine gewrichten​ De spieren die de hand en vingers bewegen, zijn onderverdeeld in buig- en strekspieren. De musculatuur van de hand bestaat uit in totaal 33 spieren en heeft een zeer complexe structuur. Een groot deel van de spieren vindt zijn oorsprong in de boven- of onderarm en lopen alleen door pezen aan de handen en vingers. Op de hand zelf lopen de zogenaamde korte handspieren, deze spreiden de vingers aan de basis gewrichten of trek ze weer samen.

Functie en taken

Vanwege de mobiliteit in de arm, schouder en pols gewrichten is de arm het lichaamsdeel met de meeste bewegingsvrijheid. Het brede bewegingsbereik bood mensen de mogelijkheid om hun voorste ledematen te gebruiken als grijpgereedschap. Daarnaast zijn de slingerbewegingen van de armen een belangrijke ondersteuning bij het rechtop lopen. Ze helpen evenwicht en dempt ook de op- en neergaande bewegingen van het lichaam, waardoor de belasting van de benen wordt verlicht.

Ziekten en kwalen

Door de uiterst complexe anatomische structuur van de armen is ook de lijst met mogelijke ziekten gevarieerd. Een van de meest voorkomende ziekten van de armen is tendinitis. Ze worden meestal veroorzaakt door overmatig gebruik en komen vaker voor in het gebied van de hand- of ellebooggewrichten. In osteoartritisOok de handen behoren tot de meest aangetaste delen van het lichaam. Omdat brace en vangen met een uitgestrekte arm een ​​instinctieve handeling is bij een val, komen armfracturen ook vaak voor op de spoedeisende hulp. Bovenarmfracturen zijn bijvoorbeeld goed voor ongeveer vier tot vijf procent van alle fracturen. Andere klachten kunnen zijn: Arm pijn, Warme extremiteit, Koud extremiteit, bovenarm breuken schouderarmsyndroom.