ADS-diagnose bij volwassenen

Introductie

De diagnose van ADS bij volwassenen is een zeer complex proces. Omdat er geen eenvoudig bewijs van de ziekte is, moet deze worden geïdentificeerd ADHD op basis van symptomen en een gedetailleerd onderzoek van de patiënt. Hiervoor is een team van verschillende artsen en specialisten nodig. Andere oorzaken van de symptomen moeten worden uitgesloten en de ernst van de ziekte moet worden bepaald. De diagnose van ADS is niet gemakkelijk en hoort thuis in de handen van ervaren artsen.

Hoe wordt de diagnose ADS bij volwassenen gesteld?

Symptomen van de ADHD spectrum optreden in jeugd, maar worden gemakkelijk over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd, vooral bij het ADHD-type zonder hyperactiviteit en zonder impulsiviteit. Hun ziekte wordt gekenmerkt door sociale en psychologische problemen. De ernst van de voorwaarde is zo variabel dat ADHD manifesteert zich in elk individu anders.

De patiënt zelf ervaart de symptomen vaak meer als negatieve persoonlijkheidskenmerken. De diagnose wordt dus vaak helemaal niet of alleen bij volwassenen gesteld. Daarnaast compensatiestrategieën na jaren van aandacht en gebrek aan concentratie de diagnose moeilijker maken.

Als er aanwijzingen zijn voor ADHD, komen deze meestal uit de sociale omgeving of van een arts die de patiënt al behandelt voor andere met ADHD samenhangende ziekten. De diagnose van ADHD bestaat dan voornamelijk uit gesprekken met een ervaren arts, die specifiek naar de kern zal vragen symptomen van ADHD, typische compensatiemechanismen en bijbehorende problemen. Vragenlijsten, gedragstesten en interviews met de omgeving vullen de diagnose aan.

Wel een grondige fysiek onderzoek is ook nodig om andere oorzaken van de symptomen uit te sluiten. Hoe de arts precies te werk gaat, verschilt van patiënt tot patiënt vanwege de variabiliteit en complexiteit van de diagnose. Dit is gebaseerd op richtlijnen die zijn opgesteld door expertcommissies, die bijvoorbeeld de benodigde symptomen beschrijven.

In de meeste gevallen is het logisch om de directe sociale omgeving op te nemen. Veel gevallen van ADHD zijn genetisch (mede) bepaald en symptomen komen ook voor bij andere familieleden. Familie en vrienden kunnen afwijkingen doorgaans ook beter melden dan de patiënt zelf.

Er zijn geen laboratoriumtests of iets dergelijks voor ADS. Genetische analyses kunnen ADS-geassocieerde genen bij de patiënt detecteren, maar aangezien deze niet noodzakelijk de ziekte veroorzaken en dergelijke tests kostbaar en ethisch problematisch zijn, worden ze alleen uitgevoerd voor onderzoeksdoeleinden. Er is daarom geen bewijs voor de ziekte van ADS.

Met voldoende ervaring en uitgebreide diagnostiek kan een specialist toch een relatief betrouwbare diagnose stellen en de patiënt adequaat behandelen. ADS-patiënten hebben vaak andere psychische problemen. Sommige hiervan worden veroorzaakt door de ADS, andere komen zelfstandig voor, maar met een bovengemiddelde frequentie bij deze patiëntengroep. Een diagnose die verder gaat dan ADS is daarom belangrijk om daarmee samenhangende ziekten te kunnen herkennen en behandelen.